Klein werk: de Opuscula Hebraea Graeca Latina et Gallica, prosaica et metrica van Anna Maria van Schurman (1607-1678)
(1997)–Pieta van Beek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 275]
| |
12. brief aan Mevrouw Anne de MerveilAan mevrouw Anne de Merveil, weduwe van Prosting
Mevrouw, Ik weet niet of ik meer medelijden met uw tegenspoed of meer vreugde over uw overwinning moet hebben. Want de brief waarmee u mij vereerd heeft, verzekert mij zowel van het ene als het andere. Het is waar dat u bijzonder zware tegenslagen overkomen zijn en dat ik u een meer puur geluk en meer perfect geluk zou toewensen ware het dat onze conditie er in deze wereld vatbaar voor zou zijn. Maar aangezien de boosheden van dit leven de stof uitmaken voor de overwinningen die ons in de hemel wachten, heeft God de voortreffelijkheid van de talenten die hij in de geest van zijn gelovigen heeft geplaatst, laten flonkeren door de beproevingen en oefeningen die bij hun krachten passen. Het zou het aanleggen van slechte maatstaven zijn om uw christelijke strijd op het vlak van gewoon ongeluk of tegenslag te plaatsen. U zou me kunnen verwijten dat ik al te relativerende gedachten heb over uw intens verdriet en dat de meest wijze van de koningen er een betere kennis van heeft gehad wanneer hij als het ware in zijn Spreuken uitroept: Een verslagen geest, wie zal die opheffen?Ga naar voetnoot561 Ik geef toe, mevrouw, dat ik met lichter gemoed van uw droefenissen oordeel wanneer ik ze bekijk als dingen die voorbijgegaan zijn en die inderdaad moeilijk geweest zijn, maar die verre van superieur zijn aan uw deugden en die uw deugden hebben kunnen bestrijden zonder hen echter te kunnen overwinnen. Anderzijds weet ik heel goed dat de contemplatie van de vreugde over de hemelse voordelen die wij verkrijgen door het christelijk geloof, niet altijd zo levendig en zo standvastig zijn dat zij alle slagen van onze tegenspoed kunnen afwenden of door het gevoel daarvan weg nemen. De ervaring zelf | |
[pagina 276]
| |
leert ons het tegendeel: wanneer de Bruidegom van onze zielen zich verborgen houdt achter de muur en het hem behaagt om een tijdje de invloed van zijn genade en goddelijke vertroostingen achter te houden.Ga naar voetnoot562 Want weliswaar is, zoals de koninklijke psalmist zegt, zijn goedertierenheid beter dan het leven.Ga naar voetnoot563 Daarom is het zo dat het geloof en de deugden van de liefste vrienden van God zoals David, Job, Jeremia en anderen soms van die grote verduisteringen in hun geloof hebben gehad en dat de kracht van hun beproevingen ze zó heeft doen klagen, dat hun woorden leken op klachten van mensen in wanhoop. Ze zijn in de heilige schrift opgetekend voor onze gemeenschappelijke vertroosting, omdat onze overwinningen dikwijls even bloedig als zeker zijn en dat de kronen van het hemels paradijs slechts gegeven worden aan hen die dapper gestreden hebben. Wat betreft de mening die u bent toegedaan dat ik door mijn aanwezigheid iets zou kunnen bijdragen aan de rust van uw geest, dat geeft me reden om me erg te verheugen omdat het een onmiskenbaar bewijs is van uw genegenheid. Maar ik van mijn kant kan u niet verbergen dat de vurigheid en de kracht van het verlangen dat ik voel om u ooit mijn nederige dienst aan te bieden, me doet me hopen, en me soms verzekert, dat u hier in onze stad uw residentie zal kiezen, en wel nadat u zich losgemaakt heeft van de onrust van uw te grote huishouding. Ik heb het geluk gehad om een tijdje het zoete gezelschap van mevrouw N.N, uw dochter, te genieten, en wij hebben elkaar dikwijls kunnen onderhouden met zeer aangename gesprekken. Op grond daarvan zullen wij wachten op de bevestiging van de goede besluiten van u zelf en van de Goddelijke voorzienigheid. In zijn bescherming beveel ik u aan, terwijl ik altijd blijf die ik ben,
Mevrouw, uw nederige en toegenegen onderdaan, A.M. van Schurman 13 Augustus 1642. |
|