Seven manieren van minne
(1926)– Beatrijs van Nazareth– Auteursrecht onbekend
Regelnummers proza verbergen
| |
1Dander maniere der minnen.Ga naar voetnoot1.2S'Elcstont heeft si oec ene ander maniere vanGa naar margenoot+ 3minnen · 'dat es, datsi ondersteet onsen here 4te dienne te uergeues, allene met minnen · sonderGa naar voetnoot4. 5enich waeromme ende sonder eneghen loen van 6gratien ofte van glorien · ende also gelijc alse .'i. | |
[pagina 8]
| |
7'Jonfrouwe die dient haren here van groter minnen, 8Ga naar margenoot+ ende sonder loen · 'ende hare dat genuecht,Ga naar voetnoot8. 9datsi heme moge dienen · ende dat hi dat gedoget, 10datsi hem gediene · also begert si met minnen teGa naar voetnoot10. 11dienne der minnen, sonder mate ende bouen mate,Ga naar voetnoot11. 12ende bouen menschelike sin ende redene, met 13allen dienste van trouwen.Ga naar voetnoot13-18. 14Alse hier in es, so es si so bernende in der begerten, 15Ga naar margenoot+ 'so gereet in // dienste · 'so licht in arbeide· 16so sachte in onghemake · 'so blide in vernoye ·Ga naar voetnoot16. 17ende met allen dien dat si es · 'so begert si heme 18lieue te doene · 'ende so es hare dat genuechlec, | |
[pagina 9]
| |
19datsi iet vint te doene · 'ende te dogene in derGa naar voetnoot19. 20minnen dienste ende in sijn eere. |
|