4. Het conflict tussen Kloos en Verwey
Was een meningsverschil tussen Van Eeden en de anderen tot uitdrukking gekomen in hun oordeel over de roman Een Liefde van Lodewijk van Deyssel, het conflict tussen Kloos en Verwey, dat leiden zou tot het uittreden van Verwey uit de redactie van De Nieuwe Gids in April 1890, vond zijn beslag in hun toenmaals aan het publiek onbekende brieven en hun toenmaals slechts voor uiterst weinigen geheel doorzichtelijke verzen. Het vindt zijn oorzaak in de dweepzucht lijkende verering, door de jonge Verwey jegens de oudere Kloos betoond en in het vervolg door diens hartstochtelijk gemoed opgeëist als een recht. Kloos verdroeg de zelfstandigwording van Verwey niet, omdat hierbij karaktertrekken waarneembaar werden, die hij haatte. Een geestelijke genegenheid, voortgekomen uit oprechte bewondering, was door Verwey bezongen in zijn sonnettencyclus Van de liefde die vriendschap heet. Hij publiceerde hem pas volledig in het najaar van 1889, toen deze genegenheid veranderd was in wederzijdse ergernis. Achter de geschiedenis van hun onenigheid wordt de wijziging van hun wederzijdse schatting zichtbaar. Verwey bewonderde aanvankelijk in Kloos de geest der vernieuwing van de Nederlandse dichtkunst maar miste aldra in deze geest de gewenste consequentie en van toen af zag hij zichzelf als de geest der vernieuwing, hiertoe niet het minst geprikkeld door de nauwelijks verholen angst van Kloos, dat Verwey hem in de werkelijkheid of in de waardering der lezers vervangen zou. Kloos van zijn kant werd geïrriteerd door Verwey's bedachtzaamheid en gelijkmoedigheid. Hij had het gevoel, voorwaarts te moeten marcheren met iemand, die de pas niet kon houden. Al op 6 September 1884, dus vóór De Nieuwe Gids verscheen, verwijt Kloos aan Verwey zijn eigenzinnigheid. Zij maakt hem wrevelig, zodra hij met hem samenwerken moet. In hun correspondentie ziet men die wrevel stijgen. Kloos kan niet velen, dat Verwey zijn eigen weg gaat en
werpt hem zijn verloving met Kitty van Vloten als een bewijs van tekort aan aanhankelijkheid jegens zijn oude vriend voor. Tot doorgronding van Kloos' hartstochtelijk subjectivisme is zijn briefwisseling met Verwey uit de jaren 1884 tot 1890 een leerrijk document. Als Verwey zich in Augustus 1888 verlooft, doen zich bij Kloos de eerste tekenen van een psychische instorting voor; hij neemt dan zijn intrek te Bussum bij Van Eeden om herstel van gezondheid te vinden. Hier schrijft hij in September 1888 Het Boek van Kind en God. Een passie-spel, bedoeld als een afwijzend antwoord op Van de liefde die vriendschap heet. Op 6 October gaat hij bij Van Eeden weg, dezelfde maand vertrekt hij op uitnodiging van Willem Witsen naar Londen. Diep onder de