Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 5
(1952)–G.A. van Es, Edward Rombauts– Auteursrecht onbekendG.A. van Es & Edward Rombauts, Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 5. Teulings, 's-Hertogenbosch / Standaard-boekhandel, Antwerpen / Brussel 1952
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 5 van G.A. van Es & Edward Rombauts uit 1952.
redactionele ingrepen
p. *1: de errata op deze pagina zijn doorgevoerd in de lopende tekst. De opgave ervan is verplaatst naar dit colofon.
p. 29, 98, 123-124, 149-150, 179-180, 206, 236-239, 260-264, 330, 332-335, 373-375: de eindnoten zijn in deze digitale editie direct bij de bijbehorende nootverwijzingen geplaatst. De genoemde pagina's zijn hierdoor komen te vervallen.
p. 178: van eindnoot 32 ontbreekt in het origineel een nootverwijzing in de lopende tekst. De noot is hier alsnog geplaatst.
p. 242: van eindnoot 6 ontbreekt in het origineel een nootverwijzing in de lopende tekst. De noot is hier onderaan pagina 242 geplaatst.
p. 283: van eindnoot 37 ontbreekt in het origineel een nootverwijzing in de lopende tekst. De noot is hier onderaan pagina 283 geplaatst.
p. 305: van eindnoot 65 ontbreekt in het origineel een nootverwijzing in de lopende tekst. De noot is hier alsnog geplaatst.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. *2, 1, 2, 6, 8, 102, 104, 376, 378 en 488) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. *1)]
ERRATUM
Blz. 429
4e regel, lees: (Henschenius, 1600-1681)
5e regel, lees: (Papebrochius, 1628-1714)
[pagina 3]
GESCHIEDENIS VAN DE LETTERKUNDE DER NEDERLANDEN
[pagina 4]
GESCHIEDENIS VAN DE LETTERKUNDE DER NEDERLANDEN
ONDER REDACTIE VAN
Prof. Dr F. Baur, hoofdredacteur, Prof. Dr W.J.M.A. Asselbergs, Prof. Dr J. van Mierlo, Prof. Dr G.S. Overdiep †, Prof. Dr E. Rombauts, Prof. Dr A. Vermeylen †, Prof. Dr C.G.N. de Vooys, Prof. Dr G.A. van Es.
VIJFDE DEEL
TEULINGS' UITGEVERS-MIJ. N.V., 'S-HERTOGENBOSCH
N.V. STANDAARD-BOEKHANDEL, ANTWERPEN, BRUSSEL
[pagina 5]
DE LETTERKUNDE VAN RENAISSANCE EN BAROK
DEEL II
DOOR
PROF. Dr G.A. VAN ES en PROF. Dr E. ROMBAUTS
MET MEDEWERKING VAN
Dr A.J. De Jong
TEULINGS' UITGEVERS-MIJ. N.V., 'S-HERTOGENBOSCH
N.V. STANDAARD BOEKHANDEL, ANTWERPEN, BRUSSEL
[pagina 483]
INHOUD
I
VONDEL
na zijn overgang naar de Rooms-Katholieke Kerk
door Dr A.J. de Jong
‘OP HET PAD NA ROOMEN’: Sporen in de poëzie van 1631-35, 9 - omgang met Katholieke vrienden, 12 - contact met Hugo de Groot, 13 - de Gysbreght, 15 - De Kruisbergh, 16 - Aantekeningen, 17 | 9-17 |
‘AEN DE TREURSPELEN VERVALLEN’: Electra, 18 - De Gebroeders, 20 - Maegden, 22 - Rozemont, 24 - Joseph in Dothan, 24 - Joseph in Egypten, 25 - Peter en Pauwels, 26 - Aantekeningen, 29 | 18-29 |
VONDEL ALS GELOOFSGETUIGE: Brieven der heilige Maeghden, 30 - godsdienstig dichtwerk tussen 1642-45, 32 - Verscheide Gedichten (1644), 35 - Altaergeheimenissen, 37 - hekeldichten op gebeurtenissen in Engeland, 42 - Maria Stuart, 43 - proza-vertaling Vergilius, 45 - gelegenheidsdichten (1638-48), 47 - Leeuwendalers, 48 - Aantekeningen, 51 | 30-51 |
OP DE TOP VAN DE ZANGBERG: Salomon, 53 - gelegenheidsdichten (1649-53), 54 - Aenleidinge ter Nederduitsche Dichtkunste, 58 - Lucifer, 59 - Salmoneus, 62 - De Parnas aan de Belt, 64 - godsdienstig dichtwerk (1654-55), 64 - Inwydinge van 't Stadhuis, 65 - Davids Harpzangen, 67 - vertalingen van Vergilius en Ovidius in poëzie, 68 - gelegenheidsdichten (1657-59), 71 - Jeptha, 73 - Koning Edipus, 76 - Koning David in Ballingschap, 77 - Koning David Herstelt, 78 - Samson, 80 - Tooneelschilt, 83 - gelegenheidspoëzie (1660), 83 - Adonias, 84 - Bespiegelingen van Godt en Godtsdienst, 85 - Joannes Boetgezant, 86 - De Heerlyckheit der Kercke, 87 - Batavische Gebroeders, 89 - Faëton, 90 - Adam in Ballingschap, 91 - gelegenheidspoëzie (1665-66), 92 - Ifigenie, 93 - Zungchin, 94 - Noah, 95 - Aantekeningen, 97 | 52-98 |
VONDEL EMERITUS: Euripides Feniciaensche, 99 - Sofokles Herkules in Trachin, 99 - gelegenheidspoëzie, 99 - Brandts uitgave v. Vondels Poëzy (1682), 100 - Aantekeningen, 101 | 99-101 |
[pagina 484]
II
IN DE SCHADUW DER GROTEN
door Prof. Dr G.A. van Es
INLEIDING | 105-107 | |
DICHTERS VAN AARDSE SCHOONHEID EN GENEUGTEN | 108-206 | |
Erotische poezie: Daniël Jonctijs, 109 - Jan de Brune, 115 - Joan van Broekhuizen, 116 - Mathys van de Merwede, 120 - Aantekeningen, 122. | ||
Vreugden van het buitenleven: Jacob Westerbaen: inleiding, 125; Minnedichten, 127; Ockenburg, 129; puntdichten, 136; politieke en nationale gedichten, 137; satirische polemiek, 140 - Jan Six op Elstbroek en Muiderberg, 146 - Aantekeningen, 148. | ||
Locaal realisme: Utrechtse navolgers van Huygens, 151 - Jacob van der Does in 's-Gravenhage, 153 - Amsterdam: Tengnagel, 158 - Joan Six van Chandelier: inleiding, 161; erotiek, 163; reisgedichten, 164; Venetië, 167; Amsterdam, 169; politieke gedichten, 171; gedichten op verwanten en vrienden, 173; Spa, 176; religieuze poëzie, 177 - Aantekeningen, 178. | ||
Nationale barok: Herckmans, 182 - Antonides van der Goes, 183 - Aantekeningen, 205. | ||
HET LEVEN IN BOVENAARDSEN GLANS | 207-377 | |
Moralisten en deugdbepleiters: Jan Zoet en zijn Konstschoole ter Deugd, 207 - Jacob Steendam, 221; Pieter Rixtel, 223; Henrich Bruno, 225 - Moralisatie door het Emblema: Pers, Biens e.a. 227; Jan van der Veen, 228, Jan Hermansz. Krul, 230 - Aantekeningen, 235. | ||
Stichtelijke poezie: Dirck Pietersz. Pers, 241; Van Oosterwyck, Claes Jacobsz Wits, Hendrik Uilenbroek, Joost van Geel, Jacob Ostens, 243; bloemlezingen, 244; Laurens Bake, 244; Johannes Vollenhove, 246; Geeraert Brandt, 248; Goddaeus, 253; Reyer van Anslo, 254; Joannes Stalpart van der Wielen, 257 - Aantekeningen, 259. | ||
Christo-centrische poezie: Franciscus Martinus, 265 - Jeremias de Dekker: inleiding, 268; vertalingen, 269; hekeldichten, Lof der Geldsucht, 272 - nationale poëzie, 281; natuurpoëzie, 282; Goede Vrijdag, 283 - Joachim Oudaan: inleiding, 291; beschrijvende gedichten, 294; gelegenheidspoëzie, 297; opvattingen over de dichtkunst, 297; nationale en politieke gedichten, 301; godsdienstige opvattingen, 305; Job, 308; Voorschaduwing v.h. zegepralend Rijk Jesu Christi, 308; Aendachtige Treurigheyd, 309; Woestijnstrijd, 311; treurspelen, 315 - Heiman Dullaert: inleiding, 317; ontwikkeling van zijn dichterschap, 319; Rouwklagt van Petrus, 323; Passiesonnetten, 326 - Aantekeningen, 329. | ||
Wereldverzaking en protestantse mystiek: Willem Sluiter, 336 - Jodocus van Lodensteyn, 345 - Jan Luyken: inleiding, 358; de Duitse Lier, 359; Jezus en de Ziel, 364; godsdienstige opvattingen, 367; Voncken en Zedelyke en Stichtelyke Gezangen, 367; ander emblematisch werk, 370 - Aantekeningen, 371. |
[pagina 485]
III
DE LETTERKUNDE DER XVIIe EEUW IN ZUID-NEDERLAND
door Prof. Dr E. Rombauts
INLEIDING | 379-382 | |
KWIJNENDE RENAISSANCE EN TRIOMFERENDE CONTRA-REFORMATIE (1598-1640) | 383-426 | |
Algemene beschouwingen, 383 - Het erfdeel van de XVIe eeuw, 389 - Zoals Jan van der Noot: wereldlijke poëzie van De Harduyn, 397; en zijn navolgers, Heemssen, e.a., 400 - Bezinning en inkeer: geestelijk dichtwerk van de Harduyn, 403, en van Heemssen, 407 - Het geestelijk lied der contra-reformatie: allerlei liedboekjes, 409; Van Haeften, 411; Lucas van Mechelen, 412 - Polemiek en mystiek der contra-reformatie: David, 414; Verstegen, 415; Duyfkens en Willemynkes Pelgrimage, 417; mystiek, 418 - Herlevende toneelbedrijvigheid: rederijkers, 420; schooldrama, 421; Van Nieuwelandt e.a. 423 - Aantekeningen, 424. | ||
POPULAIRE CONTRA-REFORMATORISCHE LYRIEK EN DIDACTIEK (1640-1670) | 427-452 | |
Inleiding, 427 - Geestelijke literatuur: Adriaan Poirters, 431; navolging van zijn ‘Masker’, 435; mystieke liederen van Mechtildis van Lom en Daniël Bellemans, 436; geestelijk proza, 437 - Wereldlijke literatuur: Geeraerdt van Wolschaeten, 439; Willem van der Borcht, Lambert de Vos, 440; Cornelis de Bie, Joan Mommaert, Livinus v.d. Minnen, 441 - Het toneel: rederijkers en ‘vrije liefhebbers’, 443; geestelijke spelen, Guilielmus Zeebots, 445; Jan Jacob de Condé, 446; gelegenheidsstukken, 446; invloed v.h. Spaanse toneel, 447; komisch toneel, Willem Ogier, 449 - Aantekeningen, 451. | ||
VERVAL DER CONTRA-REFORMATORISCHE LITERATUUR | 453-482 | |
Inleiding, 453 - Verval der moraliserende volksdidactiek: de school van Poirters, 455; Cornelis de Bie, 457; Jan Lambrecht, 459; geestelijk proza, 459 - Michiel de Swaen, 461 - Het toneelleven: concurrentie tussen rederijkerskamers en andere verenigingen of toneelgroepen, 471; invloed v.h. Franse toneel, 473; toneelwerk van Corn. de Bie, 475; van M. de Swaen, 479 - Aantekeningen, 482. |
[pagina 487]
DIT VIJFDE DEEL VAN DE GESCHIEDENIS VAN DE LETTERKUNDE
DER NEDERLANDEN WERD IN HET JAAR 1952 GEDRUKT OP
DE PERSEN VAN DE DRUKKERIJ V. VAN DIEREN & Co
TE ANTWERPEN VOOR DE N.V. STANDAARD-BOEKHANDEL
TE BRUSSEL EN TEULINGS' UITGEVERSMAATSCHAPPIJ
N.V. TE 'S HERTOGENBOSCH.
ZES EN TWINTIG EXEMPLAREN GEMERKT
VAN A TOT Z WERDEN GEDRUKT OP
HANDGESCHEPT OUDHOLLANDS
PAPIER VAN GELDER ZONEN
EN GEBONDEN IN VOL
MAROKIJN.