Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 4
(1948)–G.A. van Es, G.S. Overdiep– Auteursrecht onbekendG.A. van Es en G.S. Overdiep, Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 4. Teulings' Uitgevers-maatschappij L.C.G. Malmberg, 's-Hertogenbosch / Standaard Boekhandel, Brussel z.j. [1948]
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 4 van G.A. van Es en G.S. Overdiep uit 1948.
redactionele ingrepen
p. 63-64, 112-114, 159-164, 209-210, 454: de noten zijn bij de bijbehorende nootverwijzingen op de betreffende pagina's geplaatst. De genoemde pagina's zijn hierdoor komen te vervallen.
p. 271: voetnoot 9 heeft in het origineel per abuis nootverwijzingsnummer 8 gekregen in de lopende tekst. In deze digitale versie is dat verbeterd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. 1, 2, 6, 460 en 462) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 3]
GESCHIEDENIS VAN DE LETTERKUNDE DER NEDERLANDEN
[pagina 4]
GESCHIEDENIS VAN DE LETTERKUNDE DER NEDERLANDEN
ONDER REDACTIE VAN
Prof. Dr F. Baur, hoofdredacteur, Prof. Dr W.J.M.A. Asselbergs
Prof. Dr J. van Mierlo, Prof. Dr G.S. Overdiep †, Prof. Dr E. Rombauts, Prof. Dr A. Vermeylen †, Prof. Dr C.G.N. de Vooys, Prof. Dr G.A. van Es.
VIERDE DEEL
TEULINGS' UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ L.C.G. MALMBERG 'S-HERTOGENBOSCH STANDAARD BOEKHANDEL, BRUSSEL
[pagina 5]
DE LETTERKUNDE VAN RENAISSANCE EN BAROK
IN DE ZEVENTIENDE EEUW
DEEL I
DOOR
PROF. Dr G.A. VAN ES en PROF. Dr G.S. OVERDIEP
MET MEDEWERKING VAN
Prof. Dr J. Brouwer
TEULINGS' UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ L.C.G. MALMBERG 'S-HERTOGENBOSCH STANDAARD BOEKHANDEL, BRUSSEL
[pagina 455]
INHOUD
I | |
PROTESTANTSCHE LETTERKUNDE IN DE EERSTE HELFT DER 17e EEUW | |
door Prof. Dr G.A. van Es | |
INLEIDING | 7-10 |
PHILIBERT VAN BORSSELEN | 11-18 |
Strande, 11 - Den Binckhorst, 14 - Literatuur en aanteekeningen, 17 | |
DANIEL HEINSIUS | 19-32 |
Leven en wetenschappelijk werk, 19 - Amoureuze lyriek, 21 - Emblemata Amatoria, 23 - Nationale lofzangen, 25 - De Hymnus van Bacchus, 27 - De Lofsanck van Jesus Christus, 29 - Literatuur en aanteekeningen, 32 | |
DIDERICUS CAMPHUYSEN | 33-42 |
Leven en godsdienstige opvattingen, 33 - De Stichtelijke Rijmen, leerende en betoogende gedichten, 35 - Lyriek, 38 - Psalmbewerkingen, 40 - Literatuur en aanteekeningen, 42 | |
RONDOM ‘DE ZEEUWSCHE NACHTEGAEL’ | 43-64 |
De Zeeuwsche Nachtegael, 43 - Abraham van der Mijl, 45 - Adriaan Hoffer, 45 - Adriaan van de Venne, 46 - Simon van Beaumont, sonnettencyclus, 47; andere gedichten, 50 - Johan de Brune, de Oude, staatkundige opvattingen, 51; dichtwerken 52; proza, 53 | |
GEISOLEERDE FIGUREN: Cornelis Liens, 57 - Petrus Hondius, 58; de Moufeschans, 58 | |
Literatuur en aanteekeningen, 62 | |
JACOB CATS, Van Zeeland over Dordrecht naar Den Haag | 65-114 |
Leven, 65 - LYRIEK, 68 | |
DIDACTIEK: karakter en opvattingen, 71 - Cats als emblemata-dichter: Sinne- en Minnebeelden, 73; Emblemata moralia en oeconomia, 75; Spieghel van den Ouden ende Nieuwen Tijd, 77; Hofgedachten op Sorghvliet, Invallende Gedachten op voorvallende Gelegentheden, Dootkist voor de levendigen, 81 - Didactische dialoog en drama: Maegdenplicht, 85; Selfstrijt, 87; Aspasia, 89; Tsamensprake tusschen de Dood en een Oud Man, T'samenspraeck tusschen Ziel en Lichaam, 90 - Betoog en bespiegeling: Tooneel van de mannelike Achtbaerheyt, 91; Houwelijck, 92; Ouderdom en Buytenleven, 97; Tachtigjarige Bedenckingen, 98; Gedachten op slapelooze Nachten, 99 |
[pagina 456]
EPIEK: Leersame Fabulen, 100 - De Trou-Ringh, 101 | ||
Literatuur en aanteekeningen, 111 | ||
CONSTANTIJN HUYGENS, De Dichter van 's Gravenhage | 115-164 | |
Leven en algemeene typeering, 115 - Voorhout, 124 - Costelick Mal, 127 - De Uytlandighe Herder, 128 - Zedeprinten, 131 - Dorpen en Stedestemmen, 133 - Daghwerck en Liefdesgedichten, 134 - Oogentroost, 136 - Hofwijck, 138 - Zeestraet, 141 - Cluyswerck, 143 - Trijntie Cornelisdr., 144 - Huygens als prozaschrijver: Ghebruyck ende Onghebruyck van 't Orgel, 147 - Religieuze lyriek, 150 - Literatuur en aanteekeningen, 158 | ||
JACOBUS REVIUS, de Overijselsche Zanger | 165-210 | |
Leven en wetenschappelijk werk, 165 - Over-Ysselsche Sangen en Dichten: aard en compositie, 168 - het oude testament: Belijdenisgedichten, 172; de Wet, 175; Bijbelverklaring, 177; Bijbelherscheppingen, 178: de Klaagliederen (179), Haman (182), het Hooge Lied Salomons (185); - het nieuwe testament, 189 - Wereldlijke gedichten: Epigrammen, 197; Bruiloftsgedichten, 198; Lofdichten, 199; Historische Gedichten, 200 | ||
Literatuur en aanteekeningen, 208 | ||
II | ||
VERHALEND PROZA | ||
door Prof. Dr G.A. Van Es | ||
VERTAALDE ROMANTIEK | 211-212 | |
JOHAN VAN HEEMSKERCK | 213-219 | |
Fransche beschaving in Haagsch milieu, 213 - Batavische Arcadia, 214 | ||
REISVERHALEN, Over de Wereldzeeën naar Oost-Indië | 220-241 | |
Itinerario van Jan Huygen Linsschoten, 220 - Historie van Indien van Willem Lodewijksz., 224 - Beschrijvinghe vande Voyagie gedaen door Olivier van Noort, 225 - De Overwintering op Nova-Zembla, door Willem de Veer, 228 - Journael ofte Gedenckwaerdige Beschrijvinghe van de Oos-Indische reyze van Bontekoe, 231; Andere Journaelen, 236, o.a. Javaensche Reyse door R. van Goens (?), 238; Oost-Indische Voyagiën van Wouter Schouten, 238 - Literatuur en aanteekeningen, 241 | ||
III | ||
LETTERKUNDE TE AMSTERDAM | ||
door Prof. Dr J. Brouwer en Prof. Dr G.S. Overdiep | ||
SAMUEL COSTER EN DE NEDERDUYTSCHE ACADEMIE door Prof. Dr J. Brouwer | ||
SAMUEL COSTER | 242-254 | |
Leven, 242 - Overzicht van zijn werken, 243 - Teeuwis de Boer, 243 - Tiisken van der Schilden, 245 - Spel vande Rijcke-Man, 246 - Invloed van Seneca, klassieke stukken, 247 - Polyxena, 249 - Ithys, 251 - Iphigenia, 251 - Isabella, 252 - Literatuur en aanteekeningen, 253 |
[pagina 457]
DE NEDERDUYTSCHE ACADEMIE VAN COSTER; RODENBURG | 254-266 | |
Verwording en reactie in de rederijkerskamer ‘In Liefde Bloeyende’, 254; Karakter van de Nederduytsche academie, 256; Stormloop der Predikanten, 257; Wending in 1622, de Illustre School (1632), 257; felle protesten tegen Coster's tooneel, 258 - De strijd met Rodenburg, 260; diens theorieën en practijk, 261; critiek van Coster, 263; critiek van Bredero, 265 - Literatuur en aanteekeningen, 266 | ||
GERBRAND ADRIAENSZ. BREDERO | 267-321 | |
De LYRIEK door Prof. Dr J. Brouwer | 267-282 | |
Leven, 267 - Algemeene typeering als dichter, 268 - Het Geestigh Liedtboecxken (1621), 269 - Dateering en interpretatie der gedichten, 270 - Bredero en Tesselschade, 271 - Breero's Levenslust, 272 - Analyse van zijn Minnelyriek, 273 - Literatuur en aanteekeningen, 281 | ||
DE DRAMATIEK door Prof. Dr G.S. Overdiep | 282-321 | |
Romantische spelen: Rodd'rick ende Alphonsus, 282: analyse van inhoud en structuur, 283; barokke stijlvorm, 291; Verhouding tot Palmarijnroman, 293 - Griaene, 294; - Stommen Ridder, 298 - Het Daghet in den Oosten, 301 - Angeniet, 302 - Vertalingen: Moortje, 303; Overgesette Lucelle, 305 - De kluchten en het blijspel: de uitgave van Van der Plasse, 307; bronnen, 307; doel, 307 - De Klucht van de Koe, 309 - Van den Molenaar, 311 - Sijmen sonder Soetichheyt, 313 - De Hoogduytsche Quacksalver, 313 - De Geboorte van Luysbosch, 313 - De Spaensche Brabander, 313 Literatuur en aanteekeningen, 319. | ||
JAN JANSZ. STARTER door Prof. Dr J. Brouwer | 321-329 | |
Leven, 321 - Lyriek, 322 - Episch dichtwerk, 323 - Tragi-comedies: Timbre de Cardone, 325 - Daraide, 326 - Starter's aandeel in de Angeniet, 327 - Kluchten en Zangspelen, 328 - Literatuur, 329 | ||
PIETER CORNELISZ. HOOFT door Prof. Dr G.S. Overdiep | 330-404 | |
INLEIDING EN BRIEVEN: Leven, 330; Opvattingen, 332 | ||
LYRIEK: Emblemata Amatoria, 337: invloeden, 338; liefdeslyriek, 339; Patriotisme en Heldenvereering, 341; Gedichten aan Huygens, 346; Reden van de Waerdichheit van de Poesie, 348 | ||
DRAMATIEK: Romantische barokke spelen, 349: Achilles en Polyxena, 350; Theseus en Ariadne, 352; Granida, 355 - Blijspelen: Warenar, 360; Schijnheiligh, 364 - Treurspelen: Geeraerdt van Velsen, 365; Baeto, 371 | ||
VERTALINGEN IN PROZA, 376: Tacitus, 377; Boccalini, 380; Alexander van Lucianus, 380; Larissa, 381 | ||
HISTORISCH PROZA; Rampzaaligheden der Verheffinge van den Huize Medicis, 381; Hendrik de Groote, 384 - De Nederlandsche Historien, 390: Doel en principes, 390; Willem van Oranje als de centrale figuur tegenover Alva, 395; De Historiën als kunstwerk, 398 | ||
Literatuur en aanteekeningen, 400 | ||
VONDEL, vóór zijn overgang naar de Roomsch-Katholieke Kerk | ||
door Prof. Dr G.S. Overdiep | 404-454 | |
INLEIDING: Leven, 404; opvattingen over de dichtkunst, 406; barok, 408 - Zijn vroegste gedichten, 409; Vertalingen uit Du Bartas's ‘Sepmaines’, 413 - Zacharias Heyns, 414 - 't Wit Lavendel, 415 - Vondel en du Bartas, 417 |
[pagina 458]
NIEUWE LYRIEK: Gedichten op Frederik Hendrik, 419; op Willem II, 422; op Erasmus, 423; op Amsterdam, 424 |
HEKELGEDICHTEN: Gedichten op Oldenbarneveldt, 426; op Huigh de Groot, 428; tegen de Contra-Remonstanten, 429; Rommelpot, 429; Reyntgen de Vos e.a., 430; Een Otter in 't Bolwerck, 432; op de Remonstranten, 433; Harpoen, 435; Haec Libertatis ergo, 436; Decretum Horribile, 437; Metrische vormen, 437 |
DE EERSTE DRAMA'S: Het Pascha, 439 - Hierusalem verwoest, 443 - De Amsteldamsche Hecuba, 447 - Palamedes, 449 |
Literatuur en aanteekeningen 453-454 |
Inhoud, 455 |
Lijst der Platen, 459 |
[pagina 461]
DIT VIERDE DEEL VAN DE GESCHIEDENIS VAN DE LETTERKUNDE DER NEDERLANDEN WERD IN HET JAAR 1948 GEDRUKT OP DE PERSEN VAN DE DRUKKERIJ V. VAN DIEREN & Co TE ANTWERPEN VOOR DE N.V. STANDAARD-BOEKHANDEL TE BRUSSEL EN TEULINGS' UITGEVERSMAATSCHAPPIJ N.V. TE 'S HERTOGENBOSCH. ZES EN TWINTIG EXEMPLAREN GEMERKT VAN A TOT Z WERDEN GEDRUKT OP HANDGESCHEPT OUDHOLLANDSCH PAPIER VAN GELDER ZONEN EN GEBONDEN IN VOL MAROKIJN.