[1567.] met een goede minne ende Hoofs-ghelaet ontfanghen gheweest/ende sy heeft hem van alles gheinformeert/ oock middelen voor-gheslaghen / hoe de Landen in stilte te houden waren. Maer den Hertoghe / achtende dat de beroerten door de mildicheyt ende slapheyt der Regente meest ghecomen waren/dochte het veel anders te maken als sy ghedaen hadde: Hy heeft de Regente ende de Staten sijn Commissie vertoont ende laten lesen/doch niet tseffens/ sy was veel grooter ende breeder dan die van de Regente / want hem worde macht ghegheven / alle Gouverneurs van de Provincien ende Steden / als oock alle andere Officiers / op ende af te stellen: Hy was Capiteyn Generael van alle Fortressen / Sterckten/ ende Crijchs-volck / met alles wat daer aen was hanghende / als de Steden te stercken / ofte ontvesten / Casteelen ende Fortressen te maken: Crijchs-volck aen te nemen/ende af te dancken. Hy hadde volcomene macht ende ghebiedt over de Raden van Staten/ ende over de Raden van de Finantien: Hy liet sijn Commissie in openen druck uytgaen / op datse elck een die woude / lesen mochte. Hy hadde noch een secrete ende particuliere instructie / daer in hem ghegheven wiert absolute Commissie / om te oordelen over alle Crimen ende Rebellien / die te straffen / te vergeven / goede diensten te recompenseren / &c.
Als nu Duc d'Alve in het Gouvernement ghetreden [1567.] was / soo dede hy al sijn Crijchs-volck rontom hem in de naeste Steden logieren/ ende alsoo verdeylen / dat hy de selve in twee ofte drie daghen by den anderen conde-brenghen / Tot Brussel het Tertio of Regiment van Lombardijen / binnen Gent het Tertio van Napels/ al Spaenjaerden: Tot Antwerpen het Regiment van den Grave van Lodron / afdanckende veel Waelen / die hy mistroude. Hy benam de Magistraten de sleutelen harer Stadt-poorten/ende gafse de Spaenjaerden te bewaren / waer van / als die van Gent haer beclach deden aen den Grave van Egmont / als Gouverneur van Vlaenderen / begeerende dat hy van heurent weghen versoecken soude/ dat hen de selfde wederom ghelevert mochten werden / ende datse haer oude ghebruyck ende vryheyt mochten houden: Soo heeft de Grave by Requeste dit van den Hertoghe versocht / ende heeft hem daerom aenghesproken: D'welck de Hertoghe qualijck nemende / seyde: hy woude doen wat hem tot dienst des Conincx best gheraden docht / ende niet anders/ hy en woude van niemandt ghemeestert nochte berispet wesen.
Alsoo wel als eertijdts Caligula ende andere wreede Tyrannen/ mocht Duc d'Alba segghen: Oderint, dum metuant.
Dat is/
Dat yeder Man my haet, dat en is my gheen pijn.
T'is my ghenoech, gevreest, van yeder Man te zijn.