| |
Van de Olie uyt Speceryen.
ALle Olye uyt Speceryen, worden by na op een manier gemaeckt. Alle Speceryen daer uyt dat gy de olie wilt trecken, sult gy voor eerst tot poeder stooten, ende water daer op gieten, het welcke soo lange als dat daer van geverwet wordt, daer van gieten sult, ende ander water daer op gieten, ende dat soo | |
| |
lange als het water daer van geverwet wort, disteleert daer naer dit afgegoten water in Balneo marie, ende scheydt het water van de Olie.
De olie van Nagelen, van Muscaten, van Peper, ende de olie van Caneel, worden getrocken uyt de gestooten Speceryen, als men die in een glasen Vesica doet, met genoeghsaem waters, gelijck geseydt is, gedistileert wesende, sult gy de Olien der Speceryen, altijdt vinden drijvende op het water, uytgenomen de olie van Nagelen, die in de grondt te sincken komt.
| |
Om te maken de olie van Muscaten op een besonder maniere.
Neemt het derdendeel, ofte het vierdendeel Brandewijn, snijdt de Muscaten wel kleyn, doetet al te samen in een Flessche, soo dat de Muscaten drie vingers hoogh met den Brandewijn bedeckt staen, latet te samen dagh ende nacht staen weycken, ende den Brandewijn sal geel van verwen worden, den welcken gy in een ander glas sult afgieten, ende daer anderen Brandewijn opgietende soo lange als den Brandewijn daer van geverwet wordt, soo is ’t genoeg. Dit aldus geschiedt wesende, sult gy alle desen geverweden Brandewijn te samen gieten in een Vesica, ende die in Balneo marie distileren naer den eysch der konsten, op dat den Brandewijn mach overgaen, ende de olie in den gront mach blijven, ende alsoo sult gy een excellente olie van Muscaten hebben. Ende op dese maniere kan men schier uyt alle Speceryen olie trecken.
| |
| |
| |
Dit is noch een ander manier van eenen seeckeren Alchimist.
Neemt Muscaten, stootse tot poeder, ende giet daer op twee potten waters, doet dit al te samen in een Cucursita, set den Helme daer op, luteert hem wel dicht, namelijck de juncturen, ende distileert met langhsaem vier, hetselve allenckskens vermeerderende, gelijk als men het Sterckwater te distileren pleeght. Ende daer sal een seer excellente Olie mede overkomen, het welcke boven op ’t water sal drijven.
De olie van Nagelen wordt oock gemaeckt gelijcke olie van Genever-besien: Ende sommige maken die door uytperssinge, op dese maniere: Neemt soo veel Nagelen als ’t u belieft, stootse grof, laetse soo lange in Rooswater weycken, tot dat alle de kracht daer uytgetrocken is. Als dan soo neemt Amandelen die met een Mes geschelt zijn: snijdtse aen kleyne stuckskens, ende werptse by de Nagelen, opdatse den smaeck, ende den reuck der Nagelen mogen tot haer trecken, laetse daer naer alleen droogen, ende als zy droogh geworden zijn, soo doetse wederom by de voorschreven gestooten Nagelen, het welck gy aldus viermael achtereen doen sult, dit aldus gedaen wesende, soo druckter de olie uyt en laetse in de Sonne dicht toegestopt staen rectificeren. Ende op dese manier konnen wel bequamelijck diversche andere Olien gemaeckt worden, gelijck uyt Musco, uyt Ambregrijs, uyt Benzoin, uyt Styrax, uyt Caneel, uyt Foelie, ende meer andere. uyt een geschrenen boeck. | |
| |
Dese olie van Nagelen is heet, ende droge in den derden graad, sy is de Mage, de Lever, het Herte seer goed, ende voor alle doorloopinge des Buycks, ende voor een swacke Mage, die haren Oorsprongh uyt een koude oorsake genomen hebben. In somma, dese Olie heeft de nature van den oprechten Balsem. Van buyten geneest sy alle versche wonden.
| |
Van de Olien uyt Gommen.
Alle Olien uyt Gommen worden aldus bereydt: Neem soo veel van eenige soorte van Gomme alst u belieft, doet die in een Kolve, laetse distileren, eerstmael met kleyn vyer, het selve allenckskens vermeerderende, tot datter niet meer uyt en druypt, ende neem dese olie, die men aldus rectificeren sal: Neem een ander suyvere Kolve, ende doet de voorschreven olie daer in, distileertse met langhsaem vier, in Asschen, ende gy sult een suyvere olie hebben, die door de Sweet-gaten sal doordringen. Op dese maniere kan men oock alle Olie, uyt alle soorten van hout, uyt den Balsem, ende uyt alle Zaden rectificeren.
| |
Olie van Mastick.
De Olie van Mastick wordt door den descensum gedistileert, soo dat het vier boven ende onder leght, ende gy sult aldus krijgen een Olie van Mastick, het welck men daer naer kan rectificeren.
| |
Om te maken olie van Wieroock, ende van geelen Ambre.
Neem voor eerst een geluteerde Flessche, die | |
| |
niet al te langh en zy, maer die den hals boven byna t’eenemael afgesneden zy, ende boven wat wijtachtigh zy, daer in sal men een andere Flessche in steken, in de eerste leght uwen Wieroock, luteertse beyde dichte aen den anderen, ende distileret in d’asschen met langhsaem vier, de olie daer uyt.
| |
Om olie van Mirrha te maken.
Neem ses oncen Mirrha, gerectifeceerden Brandewijn twaelf oncen, doet dit te samen in een glas, latet alsoo ses dagen langh in Paerdemist staen. Daer naer so distileret in Balneo marie, tot dat al het water is overgegaen, als dan sult gy in den grondt der Flesschen de olie van Mirrha vinden, het welcke gy door een doecksken drucken sult, ende bewaren gelijck alle andere Olien. Dese olie geeft het Aengesicht een schoone Verwe, als men dat daer mede bestrijckt, sy geneest seer haest alle Wonden, sy wederstaet alle verrottinge, ende alle pestilentiale besmettinge, als men daer van een dragme ofte twee, met een droncksken Wijn inneemt.
De olie van Mirrha wordt oock op dese maniere voor het Podagra gemaeckt. Neem tien hart gezoden Eyeren, neem den doir daer uyt ende volt de ledige plaetse des doiers met gestooten Mirrha, leght daer nae het witte des Eys toe, met het stuck dat gy daer van genomen hebt, leghtse in eenen kelder veerthien dagen langh, ende daer sal een olie uyt druppen die gy wel bewaren sult.
| |
Olie van Benzoni.
Neem soo veel Brandewijns als Benzoins, | |
| |
stoot hem, doet dit te samen in een Kolve met sijnen helme daer aen, in de juncturen wel geluteert, distileert hier uyt in d’assche met langsaem vyer, soo lange tot datter al den Brandewijn uyt is, den welcken gy sult bewaren. Sterckt als dan u vyer tot datter de olie begint uyt te komen, als dan soo sterckt u vyer noch meer, tot datter niet meer uyt en distileert. Ten lesten soo salder een maniere van Gomme uyt komen gelijck oft Manna ware, de welcke men gebruyken mach om daer uyt een welrieckende water te maken, ’t zy met gemeyn water ofte met Rooswater. Fallopius.
| |
Olie uyt Ladanum te distileren uyt Fallopio.
Neemt gestooten Ladanum soo veel als ’t u belieft, doet dat in een Koperen vertinde Vesica, doet daer by een pondt oft anderhalf Rooswaters, al naer advenant de quantiteyt des Ladani, ende half soo veel olie van soet Amandelen, set daer naer oock eenen koperen Helme daer op, luteert de juncturen, latet wat zieden al naer datter veel materie in is, sulcks moet gy selve oordeelen. Laet de materie daer naer kout worden, eer gy die daer uyt neemt, ende bewaertse wel: Ende om die te beter te bewaren, soo doeter by een weynigh gebranden Aluyns, ofte een weynigh Ambregrijs.
| |
Van de Olie uyt Terpentijn.
De oude Meesters hebben den Terpentijn selve gebruyckt, ende niet de Olie, nochtans is de olie het subtijlste deel des Terpentijns, dat seer dienstelijck is, voor alle gebreken | |
| |
der Zenuwen, ende voor alle koude gebreken, soo der Darmen, als van ander partijen. Het is een wonderbaerlijcke Remedie in de Amborstigheydt, ende in den korten Adem, als men alle morgen twee draghmen daer van inneemt. Dese Olie is oock seer dienstelijck in alle inwendige Zweerenissen der Borst, en in de Colijke. De Olie van Terpentijn is een seer schoone Olie, ende sy laet weynigh Feces naer, in den gront van de Vesica, naer de distilatie, want den Terpentijn, en is schier anders niet als olie, so dat hy schier t’eenemael in Olie verandert.
| |
De olie van Terpentijn wordt op dese Maniere gemaeckt.
Neemt soo veel klaren Terpentijns, als ’t u belieft, ende tot elck pondt Terpentijns doet drie oncen scherpe Hout-asschen, doetet te samen in een Kolve, maeckt in ’t eerst kleyn vyer, tot dat alle de waterachtigheydt daer uyt is, geeft daer naer stercker vyer, tot datter de Olie uytvolght: Ende dit is de eenvoudige Olie, die alle kleyne Vleesch-wonden in dagh ende nacht genesen kan: sy is goedt voor alle koude ingekrompen Zenuwen, als men een draghme daer van inneemt, met een droncksken Wijns. Sy drijft het water af, ende sy is goedt voor alle gebreken der Zenuen, voor de Peste, en voor de pijne der Mage, als men de krop der Mage daer mede bestrijckt. Sommige mengen onder den Terpentijn eenen goeden deel zants in ’t distileren om dat den Terpentijn des te min opstijgen soud: Het is een besonder Medicijne in alle versche Wonden.
| |
| |
| |
Een gecomponeerde Olie van Terpentijn, tegens den Spasmum, en meer andere pijnen.
Neem een pond klare Terpentijn, gemeene olie thien oncen, Wieroock, Mirrha, Sarcocolle, Mastic, Saffraen, van elcks een once, Panis parcini, Paerdestaert, Mecrappe, van elcks een once, Pier-wormen drie oncen, doetet te samen in een Ketel, ende latet met een sacht vier onder den anderen smelten, menget ende distileret daer na in een glasen Kolve: Na de distilatie suldy het water van de olie scheyden, bewaert de olie in een glasen Flessche. Dit is een besondere olie tegens den Spasmum der wonden, ende uyt ander oorsaken procederende. Fallopius.
| |
Een olie van Terpentijn, die een besondere kracht heeft in alle ingekrompen Zenuwen.
Neem een deel Terpentijns, en een deel Vitriol, gecalcineerden Vitriol oock een deel, gedrooghde en gepoederde Appelen, sonder schellen oock een deel, olie van Olijven, Tichelsteen die gestooten is, oock een deel, stootet al kleyn, en doetet in een verloyden pot, stellet op een warme plaets 14. dagen lanck, alle dagen wel omroerende. Daer na soo distileret per descensum in een Vesica die drie vingeren dick geluteert zy.
| |
Van de Olien uyt alderley Schorssen.
Het Water, ofte olie van Caneel, wordt wel op ’t aldermeest begeert, gelijck oock den Caneel selve onder alle andere Speceryen aldermeest begeert wordt. Sommige leggense te weycken in Rooswater, andere in witte Wijn, | |
| |
ende alsoo gieten sy dat in de Vesica, ende distilerent. Den besten middel is datmen hem distilere in Balneo Marie.
| |
Een ander maniere van distileeren.
Neem een pondt uytgelesen Caneels, stoot hem kleyn, doet hem in een Vesica, giet daer op water van Bornage, van Buglosse, van Endivie, ende water van Melisse, van elcks een half pond, latet te samen dicht toegestopt staen weyken, vier ofte vijf dagen langh, gietet daer na in een koperen Vesica, ende distileret met een Refrigeratorio, maer de Vesica moet op een yseren plate staen die groote gaten heeft, op dat het vier niet al te geweldigh daer tegen en sla.
Distileert voor eerst met kleyn vier, tot dat het begint te druypen, als dan soo geeft hem stercker vier, op dat het des te beter distileren mach. Alsser nu eenen pot uyt gedistileert is, soo neem hem wech, want dat is het beste, ende het gene datter naer volght, dat is slechter, het welcke men bewaren mach om anderen Caneel daer in te weycken.
Sommige distileren het Caneel-water op dese navolgende maniere: Neem sesthien deel waters, ende een deel Caneels, grof gestooten, latet vier of vijf dagen staen weycken, ende distileret in Balneo marie met een getempert vier, dat het water niet en kome te zieden. Ende in ’t distileren soo ontfangt dieversche waters, want het eerste is het excellenste, het tweede is wat slechter, ende het derde is heel slap. Ende op dese maniere mach men alderley Speceryen distileren. Ende sommige distileren op dese manier het water ende de olie te gelijck. | |
| |
Sommige distileren oock het Caneel-water, op dese navolgende maniere: Neemt twee oncen Caneels, water een half pinte, Wijn oock soo veel, ende menget.
Sommige maken het water aldus: neemt een pondt Caneels, stootet ende giet daer op twee potten waters, latet dagh ende nacht staen weycken, ende distileret gelijck men den Brandewijn te distileren pleeght, ende distileret met een Pijpe door ’t water gaende, op dat de Geesten niet en komen te verbranden.
Daer is een Vrouwe die het Caneel-water op dese maniere distileert: neem kleyn gestooten Caneel een half pondt, gietet in een Distileer ketel, ende giet daer op eenen pot waters en een half, distileert voorts met kleyn vyer, ende geeft hem allenckskens grooter ende grooter vyer.
Uyt den Caneel volght seer weynigh Olie, daerom dat met het Caneel-water in plaetse van de olie gebruyckt, namelijck het eerste, dat het krachtighste is.
| |
Een ander besonder manier van Caneel-water te distileren, ende oock de Olie gelijck ons dat heeft geleert Doctor Ioannes Crato van Crasteyn.
Neemt uytgelesen gestooten Caneel, doet het in een linnen sacksken, hangt dit sacksken in een Vaetken, waer van water in den gront is, maer dat het sacksken het water niet en raecke, stopt dit Vaetken dicht toe, ende settet in eenen Ketel, met ziedende heet Water, op dat oock het water daer in dat de Caneel hanght, mach komen te zieden een tijdt langh, op dat den | |
| |
Caneel de damp des waters mach tot hem trecken, neemt hem also nat doordroncken van den damp des ziedende Waters, uyt het Sacksken, stoot hem gelijck als tot een Pap, ende doet hem alsoo nat in een Distileer-vat, ende soo verre alst al te droogh is, soo giet noch een weynigh waters daer by, maer hoe min waters gy daer op giet, hoe krachtiger het Caneel-water wesen sal, ende op dese maniere salder altijdt een weynigh olie mede volgen. Maer soo verre als gy maer een slap water en begeert, soo giet meer waters daer op, gelijck sommige doen, die meer na de winste staen, maer daer en volght niet veel olie mede.
De olie uyt de gedrooghde Orangie-schellen is seer exellent, maer of die alleene in de Sonne, ofte door distilatie wordt gemaeckt, en hebbe ick noch niet konnen weten. Dese olie is witachtigh, ende heeft een goeden, ende stercken reuck, maer het gene dat ick hebbe geproeft, dat en hadde geen scherpigheyt.
| |
Van de olie van Wijnsteen.
Neemt Wijnsteen, van witten Wijn, oft van Wijnsteen van Malveseye, soo verre als gy dien krijgen kondt, soo veel als gy wilt, stoot hem tot poeder, ende calcineert hem in een Potbackers oven, als hy gecalcineert is, soo stoot hem wederom tot poeder, hanght hem als dan in een Hyppocrassack acht dagen lang, in eenen vochtigen Kelder, ende de olie die daer onder sal uytdruypen, suldy bewaren. Dese olie is goedt voor alle Vlecken des Aengesichts, sy suyvert de Huydt, ende sy neemt wech de roodigheyt des Aengesichts. Fallopius.
| |
| |
| |
Een olie van Wijnsteen, tegens alle Pustulen der oogen, die uyt de Melaetsheyt veroorsaeckt zijn.
Neem gestooten Wijnsteen drie pond, doet hem in een verloyden Pot, met een pot Azijns, latet te samen zieden een half ure langh, schuymet wel, nemet daer naer van het vier, stopt den Pot dicht toe, set hem als dan wederom in gloeyende kolen, ende laet hem soo lange calceneren tot hy in een Poeder verandert wordt, als dan so stoot hem wederom tot Poeder, hangt dat in een Sacksken, in een Kelder, met een Pot daer onder, om daer in de Olie te ontfangen. Dese Olie wordt gebruyckt, als hier naer volght: Voor eerst sal den Patient in een bedde gaen, ende des nachts als hy te bedde gaet, soo sal hy met deser Olie onder sijne oogen daer mede bestrijcken, daer men de Pustulen gewaer wordt, ende met eenen doeck bedecken, op datter de Locht niet aen een komt, voor dat de olie ingedroogt is: Vervolght dit acht dagen langh des morgens, ende des avonts.
| |
Om hastig den Wijnsteen met Salpeter te calcineren, dat hy wit worde, om de Wratten af te doen. uyt een geschreven Boeck.
Neem Wijnsteen, en Salpeter beyde kleyn gestooten, van elcks even veel, doet dit te samen in een heeten onverloyden Pot, set hem in gloeyende kolen, ende laet hem alsoo daer in staen springen, tot dat den Wijnsteen, wit genoegh gecalcineert is. Hanght dese gecalcineerden Wijnsteen, in een Sack, in eenen vochtige Kelder, ende daer sal een olie uyt leken. De- | |
| |
se olie neemt wech alle Wratten der handen, ende van ander partyen des Lichaems, als men die daer mede bestrijckt. Maer gy moet acht nemen dat gy niet min Salpeters als Wijnsteens daer by en doet, want het soude soo wit niet worden, al is ’t sake dat men wel een pond Wijnsteens, met vier oncen Salpeters calcineren kan, dan den Wijnsteen sal swart wesen.
| |
Om olie uyt alderley soorten van hout te trecken.
Neem Pock-hout, Pijn-hout, ofte Genever-hout, ende distileret hier uyt een Olie door den Descensum, gelijck alle de geene weten, die met distilatien omgaen. Maer wildy enige van dese olien seer sterck hebben, soo distileertse per Ascensum door een Kolve, ende daer sal een schoone olie uyt komen die wel doordringen sal, waer op dat men die strijckt. Manardus seght dat hy den olie van Pock-hout seer voorspoedigh heeft gebruyckt, in de pijne der Pocken, als men die daer op smeerde, in welcker plaetse men oock de olie van Genever gebruyken magh.
| |
Olie uyt Esschen hout.
De olie uyt Esschen-hout wordt oock also gemaeckt, men gebruycktse seer in de koude pijne van de Artijke; sy is oock seer goet gestreken op alle Melaetsche uytloopinge. Ende op dese maniere kanmen olie trecken uyt alderley hout. Manardus seght dat de olie wat Esschen-houdt, niet alleene goedt en is gestreken op de verharde Milte, maer oock deselve ingenomen.
| |
| |
| |
Olie van Genever-besien die men gebruyckt voor alderley Fistelen, in alle uytloopingen der Huyd, in den Hayr-worme, ende in alle Ulceratien der beenen.
Neemt soo veel Genever-houts als u ’t belieft, snijdet wel kleyn, volt hier mede eenen verloyden Pot die boven eenen engen mont hebbe, maeckt een put in de aerde, bestrijckt hem rontom met Pot-aerde, neemt noch eenen anderen verloyden Pot, boven wijt wesende, stelt hem in desen put, stulpt den pot met den engen mont het onderste opwaert, in den wijden pot, luteertse dicht op den anderen, op datter geene dampen uytvliegen mogen, werpter aerde rontom tot aen den bodem des oppersten pots, ende stoockt daer dan vier boven op, drie uren langh, ende daer sal een seer goede olie van Genever-hout, in den ondersten Pot te druypen komen. Als men dese olie wil rectificeren, soo sal men die per Ascensum distileren in Balneo marie, of oock wel in Zandt, of in heete Asschen, het welcken rasscher te wercke gaet.
|
|