bergs gelijkschakeling: van de 215 docenten van het jaar '32 zijn er in '36 nog 99 in dienst - alleen om politieke redenen werden er 56 ontslagen. 81 nieuwe, nationaalsocialisten, werden benoemd, die er de ‘nieuwe wetenschap’ introduceren. Ziehier welke vakken op de rooster voorop staan als de belangrijkste voor het nieuwe Duitsland: cultuurpolitiek, grondslagen der nationaalsocialistische levensbeschouwing, het wezen der volksgemeenschap, Oudgermaanse religie, geschiedenis in verband met weerbaarheidsleer, wereldoorlog, politiek en oorlogvoering, de totale oorlog, terwijl deze geschiedenisprofessor een seminarie leidt over wezen en prestaties van het Duitse soldatendom... enz. enz. De voornaamste tendenzen blijken te zijn: overwoekering der rassenleer, uitbreiding der krijgskunde, actuele politiek, uitgesproken nationaalsocialistische partijpropaganda.
Overal dringt de oorlogswetenschap in; op de Berlijnse rooster vindt men: oorlogsscheikunde, dito geografie, -geologie, -mathematica, -physica, -politiek, -psychologie, -ruimte, -recht, -techniek, -economie, -chirurgie, -geschiedenis, -philosophie enz.; in totaal telt men 24 vakken, waarvoor het woordje ‘Wehr’ of ‘Krieg’ ... En men bedenke, dat dit geldt van de normale universiteiten, niet van hogere krijgsscholen e.d.
De tendenz is duidelijk: ook het wetenschappelijk leven wordt beheerst door de nationaalsocialistische ideeënwereld, en dùs gericht op en onderworpen aan de oorlog. Zoals de jonge arbeider zich heeft te gevoelen als arbeidssoldaat, zo de jonge intellectueel als wetenschapssoldaat: de een dient slechts bij een wat ander wapen dan de ander. Het hele volksleven wordt geüniformeerd en vermilitariseerd - hoe zou het geestelijk en wetenschappelijk leven daaraan kunnen ontkomen?