Ik weet niet of ik zo'n lange adem heb.
Izaak stak het gas aan.
- Heb je al meer geschreven?
- Sprookjes.
- Sigaret? Izaak hield hem een pakje voor.
Hij bedankte.
Izaak stak een sigaret op en gaf Chaim vuur. - Zijn sprookjes niet uit de tijd? merkte hij op.
- Sprookjes zijn van alle tijden.
- In Israël hebben we geen tijd voor sprookjes! Het water in het keteltje begon te suizen.
- Ben je de oude joodse verhalen en liederen vergeten? draaide Chaim op zijn kruk.
- Ik denk aan de toekomst! antwoordde Izaak droog.
- Verleden, heden en toekomst is een drieëenheid. Je kunt je niet losmaken!
- Wat geweest is is geweest! sneed Izaak af. - Zie deze buurt. Het is het beste het verleden zo snel mogelijk te vergeten.
- Ben jij dan die duizenden, die tienduizenden vergeten? Je vader en moeder, broers en zusters? Je hele familie is vergast!
- Ik kan bij de dood niet toeven en treuren. Het leven gaat voort. Israël is een nieuwe jonge staat! Daar hoor ik thuis, daar wil ik leven en werken!
Hij had op verbeten toon gesproken. Het water floot. Hij inhaleerde diep, draaide het gas uit en schonk water in een pot.
- Ik neem de herinneringen mee naar Israël. Het dierbaarste, dat ze me hebben nagelaten.
- Overbodige ballast! Ik wil het nieuwe! Het oudtesta-