De tijgerin had haar jong daarbinnen waarschijnlijk geroken of gehoord en had hare klauwen in de deur geslagen. Die open te rukken vermocht zij echter niet.
Driessen had tijdens de herstellingen, die hij had doen uitvoeren, ook een kijkgat in de deur doen maken. Dit gat werd van binnen door een schuif gesloten en werd alleen geopend als het des nachts noodig was te zien, wat er buiten voorviel.
- Laten wij eens voorzichtig kijken, massera-commandant, zeide Cesar, op het kijkgat wijzende.
- Duivels, ja, dat is goed! riep Driessen uit. Vooruit! jij aan de schuif; haal haar voorzichtig open en op het eerste woord van mij schuif je weer toe!
Zoo gezegd, zoo gedaan.
Maar bijna op hetzelfde oogenblik, dat men het kijkgat opende, was het den jongen tijger gelukt den doek van zijn muil af te rukken en te gelijk met het openen van de schuif baande zijn gebrul als een lang bedwongen stroom zich een uitweg.
Driessen drukte zijn gelaat voor het gat, maar sprong terstond bliksemsnel terug.
Op hetzelfde oogenblik sloeg de tijgerin haar klauw in de opening, en zoo Driessen er nog gestaan had, ware zeker zijn geheele gezicht verscheurd geweest.
- Doe dicht! Schuif dan toch dicht! riep men Cesar toe; maar deze deed vergeefsche pogingen daartoe. De tijgerin had de schuif gegrepen en hield die tegen.
- Een bijl! schreeuwde een der Negerjagers.
Doch reeds had Cesar de schuif losgelaten en hieuw de tijgerin zoo hevig in de pooten, dat het bloed rondspatte en zij brullend terugsprong.