Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende toog toog (de, togen) •toonbank •tap(kast), bar De brouwerij is bereid er een tijdelijke toog te plaatsen, zodat binnen enkele weken de horeca gedeeltelijk kan heropenen. - LN, 04-09-2002 Vorige Volgende