plets
plets (de, -en)
• | klap, slag met de vlakke hand |
• | val, sprong in het water, plons |
In de tijd dat we nog jong en sportief waren, gingen mijn vrouw en ik regelmatig naar het zwembad. Ik hield van de geur van chloor, de warme en vochtige lucht, de galmende stemmen en de spetterende plets van een overjaarse macho die een buiklanding maakt. - HN, 16-12-2002
• | geplas |
• | kleine hoeveelheid, restje |
|
|