| |
| |
| |
Staccato
I
Uit Het Nieuwe Geluid van 15 September. - Interview met een Geldkoning.
Zaterdag jl. werden we eindelijk toegelaten bij den bekenden ijskoning L.C. Anders. Te elf uur stipt betraden we z'n heiligdom. Het ruime kantoor was meer dan weelderig ingericht. Zware gordijnen drapeerden de breede ramen, die een heelen wand in beslag namen. Midden in het vertrek stond een massief bureau-ministre van eikenhout, waaraan de meester der financie troonde. We naderden beschroomd. Hij verklaarde zich bereid ons twintig minuten te gunnen, meer niet. Na een haastig dankwoord, begonnen we dus dadelijk met de gebruikelijke vragen.
- Kunt u ons wat over uw jeugd vertellen, meneer Anders?
- Niet veel. Die was vrij onbeduidend, als van de meesten. Wat kinderlijke onzin, college en onderbroken classieken wegens vaders vroegtijdigen dood en geldgebrek. Toen een hondenbaantje ergens en nu: dit. Wat me echter steeds kenmerkte, was een onverzadigbare machtambitie en het ingewortelde verlangen naar de maatschappelijke positie, die van rechtswege aan m'n sterke persoonlijkheid toekwam.
- Is het indiscreet te vragen, wat dat hondenbaantje was?
- Niet in het minst. Ik was corrector bij een uitgeverij.
| |
| |
- Zoo. En hoe kwam u daarvan tot wat u noemt: dit?
- De gewone gang, he? Zoodra ik wat kapitaal had, huurde ik een onaanzienlijk kantoortje en deed zaken. Bij m'n debuut heb ik wel 'n paar trucjes moeten gebruiken, zooals iedereen trouwens, maar...
- U heeft inderdaad een verdiende reputatie van zakelijke schranderheid. Wil u ons misschien één van uw trucjes reveleeren?
- Zeker. Neem m'n debuut. Ik kocht voor al m'n geld de laagste effecten op de beurs. Toevallig van een zilvermijn, die misschien niet eens bestond, Denzelfden avond zond ik aan een groote krant. onder pseudoniem, een artikel, waarin ik verslag uitbracht over ontdekkingstochten in de buurt van die mijn, en terloops sprak over nieuwe en belangrijke zilveraders. Op den omslag schreef ik: kort verhaal, maar ze plaatsten het natuurlijk als reportage. Ik hoef u niet te vertellen, dat er een geweldige hausse volgde. Na drie dagen was m'n kapitaal vertienvoudigd. Nog iets?
- Als we zoo vrij mogen zijn. Het publiek vraagt zich dikwijls af, hoe een millionnair z'n dag besteedt. Wil u ons in een paar groote trekken daaromtrent inlichten?
- Zeker. Acht uur opstaan. Negen tot één kantoor. Drie tot zes zaken: vergaderingen en andere. Ik neem weinig ontspanning. Wat lezen of biljart, met tweemaal in het jaar vacantie. Zoo, heeren...
- Nog een enkele vraag, meneer Anders. U hebt gedeeltelijk den sluier opgelicht die over het verbazend begin van uw carrière hing. Maar als de bron van door ons ontvangen inlichtingen betrouwbaar blijkt, verliep er een zekere tijd
| |
| |
tusschen... heu... enfin, als we ons zoo mogen uitdrukken, verdween u een tijdlang uit de circulatie?
- Ja, daarover...
Maar precies op dat moment verscheen de secretaris met een telegram...
Lou leest het door en zegt:
- Een hoogst belangrijke zaak. Ik hoop dat je me excuseert.
Magda is uit haar zetel opgerezen.
- Jawel, ik ga al, zegt ze.
Ook hij staat recht.
- Ik breng je tot aan de deur... Zoo zoo, je bent dus aan de krant? Wat een idee! - en hij glimlacht even. - Toch niet voor de filmkroniek?
- Nee, Lou.
- Ik heet nu Louis-Charles.
- Goed, Louis-Charles dan. Nee, ik ben Tante Jet van de ‘Vraagbaak voor de Vrouw’. Ja, glimlach maar. Je bent nu wel rijk, he, Louis-Charles?
- Ontzettend. Maar waarom wordt Tante Jet op interview uitgestuurd bij zakenmenschen? Om haar vrouwelijke charme misschien?
- Nee, om haar vrouwelijk verleden. Denk jij soms nog aan het verleden, Lou?
- Zoo weinig mogelijk. Eigenlijk heb ik er niet veel prettige herinneringen aan.
- Zoo... Nu, het ga je goed. Maar wat moet ik met het interview aanvangen? We hebben haast niet over jou gesproken.
- Dat laat ik je getypt in twee exemplaren bezorgen. Fantaseer er dan zelf nog maar wat bij. Ja. Enne... hoe is je adres ook weer?
- Ben je dat vergeten?... Stuurt u het dan
| |
| |
maar aan m'n officieel adres, meneer Anders, - zegt ze, en: - Vaarwel, meneer Anders.
Ze heeft ook haar trots.
***
Ibidem. Beursnoteeringen.
Uitg. De Adelaar: gisteren 463; heden 461.
***
Ibidem. Advertenties.
* Het makelaarskantoor Strubbe & Strubbe, N.V. = degelijkheid.
* Morgen avond gaat in het Étoile-Theater de seizoen-première door van Friml's operette Rose Mary, met de wereldberoemde Emmy Lindt in de titelrol. Bespreekt tijdig uw plaatsen.
| |
II
Uit Het Nieuwe Geluid van 17 September. - Na de voorstelling.
In Étoile ging gisteravond de gala-voorstelling van Rose Mary door, met welverdiend succes en voor een select publiek. Onder meer bemerkten we op de eereplaatsen: barones du Bois de Castelvaux, Senator Péguy en L.C. Anders, den IJskoning.
De prestatie was niet alleen muzikaal zuiver en technisch volmaakt, ook de bezetting was meer dan schitterend. In de titelrol mochten we de befaamde Emmy Lindt toejuichen, die bij haar verrukkelijke sopraanstem zoo'n natuurlijk speeltalent voegt en zooveel vrouwelijke charme, dat
| |
| |
ze dadelijk alle harten voor zich innam. Daarvan getuigden de vele ruikers, die haar werden aangeboden na de voorstelling...
- Weet je, waarom ik witte rozen gekozen heb?
- Ja, dat weet ik. Maar ik begrijp niet, hoe je weeral in m'n kleedkamer doorgedrongen bent, als ik formeel verbod gegeven heb om wie ook toe te laten.
Emmy zit voor de toilettafel, ernstig verdiept in haar make-up. Lou staat achter haar en kijkt onafgebroken in den spiegel.
- Ze lieten me door op m'n eerlijk gezicht.
- Zoo. Daar zullen dan je bedoelingen wel niet op staan.
- Ik zweer je, Emmy...
- Ja, dat weet ik.
Wel, dan zegt hij niets meer. En zij ook niet. Als ze 't toch allebei weten. Haar opschik is af. Maar Lou heeft ongemerkt een étui uit z'n linkerzak gehaald. Hij maakt het open en vóór ze rechtstaat, hangt hij haar een parelsnoer om. Zonder één woord.
- Louis! - roept ze verrast en keert zich tot hem. - Dat mag je niet doen, zoo'n mooi collier!
- Je bent immers jarig?
Inderdaad. Hij is een schat, zegt ze. Is dat alles? vraagt Lou. Nee, niet alles. Hij mag haar zoenen ook. Maar niet te vurig, anders kan ze haar make-up opnieuw beginnen, en niet te lang, of hij wordt weer brutaal.
- Jullie zijn allemaal eender, klaagt Lou.
- Jullie ook.
- Maar van avond neemt hij haar mee uit dineeren, mag dat?
| |
| |
- Dat mag. Hij zei immers dineeren? Waarom zou dat niet mogen?
Wanneer ze opstappen, wil ze nog weten of hij ook het jaartal kent, als hij zich zoo precies den dag herinnert.
- Nee, liegt Lou hoffelijk. Is het geen twintig vandaag?
- Negentien, liegt Emmy prompt.
Dan gaan ze dineeren. Anders niets, wie kan daar bezwaar tegen hebben?
***
Ibidem. Beursnoteeringen.
Uitg. De Adelaar: gisteren 459; heden 457.
***
Ibidem. Sportnieuws.
In de provinciale zwemwedstrijden werd de finale voor 200 m. vrije slag gewonnen door Frans Verellen, in 2 min. 3 sec. 1/5. De burgemeester overhandigde hem de gouden medaille. Wij wenschen den heer Verellen hierbij van harte geluk.
***
Ibidem. Advertenties.
* Het makelaarskantoor Strubbe & Strubbe = degelijkheid.
* Privaatlessen thuis, gesch. & talen. Schr.blad lett. A.S.
| |
| |
| |
III
Uit Het Nieuwe Geluid van 23 November.
Gisteravond had ten huize van Barones du Bois de Castelvaux een groote partij plaats. Onder de gasten bevonden zich talrijke vooraanstaande persoonlijkheden: Burggraaf Axel van de Woude de la Bruyère, Baron ......, de financier Louis-Charles Anders, R.L., de befaamde zangeres Emmy Lindt, de...
Emmy heeft al zesmaal overtuigd beweerd, dat ze zich reuze amuseerde, met drie heeren op leeftijd een barmhartigheidspraatje gehouden, viermaal vriendelijk een voorstel om te zingen afgeslagen en meer likeur gedronken dan bij deze flauwe warmte goed voor haar is.
Lou weet niet meer, hoe dikwijls hij gezegd heeft: Aangenaam, meneer X..., aangenaam, Baron Y tot Z... O ja, mevrouw, ik amuseer me uitstekend; heeft drie heeren op leeftijd naar het leven gestaan - in stilte -, en met twee moeders van huwbare dochters beminnelijk gepraat, respectievelijk over ijsfabricage, waar hij niets van afweet en over moderne efficiency, waar zij niets van begreep.
In die stemming vinden Lou en Emmy mekaar terug. Ze zijn het er roerend over eens, dat de gasten en gros onmogelijke zeurkousen zijn en het strijkje hunner waardig; dat je van de likeuren dorst krijgt en van de warmte rillingen, dat... enfin, ze houden het niet uit hier. Willen we spijbelen? - Ja, hoe? - In den tuin, kom. - Nee, brr... daar is het te koud. - Onzin, met zoo'n lenteweertje. Kom, ik haal je bontmantel.
| |
| |
Ze wandelen gearmd den nacht in.
- Zie je die groote ster? vraagt Emmy.
- Ja, zegt Lou peinzend, dat is Venus, - en drukt haar arm wat vaster.
Even later spreekt hij weer:
- Wat wisten die ouwe bakkebaarden te vertellen?
- Welke bakkebaarden?
- Die drie, waar je zoo druk mee praatte.
- Zoo. De jaloersche meneer gaat dus m'n gangen na?
- Ja. Het was weerzinwekkend, ze kwijlden van je, bah! Ken je dien eerste, dat stuk uitgever van een Spoelstra, met z'n belachelijken pincenez?
- Dat was toch een nette heer?
- Nette heer! Dien breek ik, zoo zie, tusschen m'n twee vingers, wacht maar. Al z'n aandeelen koop ik op, al verlies ik er een fortuin bij, want hij gaat op de flesch.
- Op de flesch, wat is dat?
- Ja, en naar de bajes ook, als hij op het laatst gaat knoeien. Haha, ik loer op hem.
- Toch niet, omdat ik met hem gesproken heb, wel?
- Nee, daarom niet. We hadden nog een oude rekening te vereffenen, dat begrijp jij toch niet, vraag maar niets... En ook, omdat hij jou lastig gevallen is.
- Maar...
- Jawel. Allemaal. Waar jij vriendelijk tegen bent, die breek ik, één voor één.
- Louis! Ik wist niet dat je zoo'n tijger waart.
En ze rilt even, om in de prettige sensatie te blijven. Zoo is Lou op z'n best, zoo mag ze hem graag. Maar wordt hij nu weer niet sentimenteel?
| |
| |
- Nee, Emmy, geen tijger. Voor jou ben ik een waakhond, een trouwe waakhond, dat weet je toch?
- Ja, zucht ze, veel te trouw... Nee, nee, handen thuis, of we gaan direct weer binnen... Vertel liever nog wat over dien uitgever.
Hoe kan een man nu te trouw zijn? vraagt Lou zich af, en kijkt naar de sterren. Die weten het ook niet, ze pinken maar. Die stomme sterren lachen overal om, ze hebben immers geen hart? Lou wel, een hart dat tweemaal krank is...
- Je zegt niets meer? Waar denk je aan?
- Ik... nergens.
- Jawel, want dat kan niet: nergens aan denken. Toe, zeg het!
- Aan jou, liegt Lou om er van af te zijn.
Niet waar, zij voelt het. Hij wil het niet zeggen. - Hij liegt dus? - Ja. - Goed, dan liegt hij, he. Als zij het zegt, zal het wel waar zijn. - Moet hij daar nu boos om worden? - Hij is niet boos.
Maar hij zwijgt toch. En merkt opeens het gewicht van haar arm; z'n druk laat even los. Zoo wandelen ze in stilzwijgen terug, gestoord om dat peulschilletje. God, wat kan een verliefd man zich dwaas aanstellen! Zij is de eerste, die weer spreekt:
- Zie jij in het donker, wat voor een boom dat is?
- Ja, hulst.
- Is dat geen soort mistletoe?
Zie, dat slaat hij dan toch niet af. Ze blijven stilstaan en hij zoent haar zacht.
- Is het nu weer goed? vraagt ze.
- Ach, ik ben een dwaas, Emmy. Maar jij weet niet, hoeveel misère ik in m'n leven gekend heb. En nog... voegt hij er bitter bij.
| |
| |
Dan gaan ze weer binnen.
***
Ibidem. Beursnoteeringen.
Uitg. De Adelaar: gisteren 380; heden 379.
***
Ibidem. Gemengd nieuws.
Herhaalde gevallen van inbraak. Den laatsten tijd kwamen herhaalde gevallen van inbraak voor, die, naar vaklui oordeelen, alle denzelfden stempel dragen. Tot nog toe slaagde de politie er niet in de(n) dader(s) te vatten, maar ze zal geen pogingen ongemoeid laten.
***
Ibidem. Advertenties.
* Strubbe & Strubbe is geen naam, het is een waarborg.
* Goed mechanicus zoekt werk. Schr. blad onder F.V.
* Zaterdag a.s. te 8 u. in ‘Kunstmin’, opvoering van Goethe's Iphigeneia door het gezelschap Classica. Heeren: Karl Jacob, Piet van Dun, Walter Vreebos. Dames ...
| |
IV
Uit La Suisse Libre van 24 December.
Gedurende de kerstdagen zullen we het genoegen hebben de vermaarde zangeres Emmy
| |
| |
Lindt als gast te mogen toejuichen in het Théâtre de M**.
Uit Het Nieuwe Geluid van 26 December.
We vernemen uit betrouwbare bron, dat de bekende financier L.C. Anders, R.L., z'n kerstvacantie doorbrengt in een Zwitsersch sportstation.
Sneeuw is het kleed van deze wereld. Fijne, blanke sneeuw, waar de felle zon op glinstert en waar de gladde ski's twee zachte sporen drukken, twee evenwijdige sporen, die over gindschen heuveltop verdwijnen, symbool van voorbije pret.
Emmy daalt in rechte lijn skivast de helling af. Ze geniet van deze opwindende vaart en haar verhit gelaat glanst van gouden zon en suizenden wind. Soepel buigt ze de knieën door, stopt met een stijlvolle christiania, zoodat het sneeuwpoeder in een glinsterende wolk rond haar opstuift; zucht van genot en wacht.
Even later duikt Lou boven de helling op. Z'n blik kijkt hulpeloos en bij voorbaat verschrikt die kwade helling af, naar Emmy, die reeds veilig beneden staat en hem bemoedigend toewenkt. Ja, kom maar, ze heeft mooi praten... Vooruit, in godsnaam dan... Hij steekt van wal, kijk z'n ski's maar waggelen. Saamhouden? doorbuigen? vooroverleunen? Heeft hij den tijd niet toe. Telkens als de vaart te wild wordt, moet hij vallen, dat is de doelmatigste manier om te stoppen, want heel de nonsens van den instructeur gaat toch niet op. Eindelijk belandt hij sneeuw-beplakt bij Emmy, zucht van opluchting en smeekt: rust. Ze planten hun stokken in de sneeuw en gaan met opgetrokken knieën zitten.
| |
| |
- Oef! Je moet niet meer met me gaan skiën, Emmy, daar ben ik niet voor gemaakt. En m'n hart...
- Kom. Het verblijf hier zal je wát goed gedaan hebben.
- Ja, misschien wel.
Het is niet waar, dat weet Lou. De hoogte is zeer nadeelig voor dat lamme hart van hem, hij heeft het wel reeds ondervonden, maar praat er met niemand over.
- Je bent weer zoo stom. Denk je ergens aan?
- N...nee. Ik blaas even uit, dat mag toch wel? Een sigaret?
- Dank je.
- Een reepje chocola dan?
- Graag. Wat is het, Frigor?
- Wat zou het zijn? lacht Lou. Dacht je dat ik ooit andere kocht dan Lindt?
Hij steekt z'n sigaret op en zij knabbelt aan haar chocola. Mag ze nog iets vragen, Louis? - Alles, Emmy. Het is vooraf toegestaan. - Wel, er wordt zoo mysterieus over hem gepraat, wist hij dat? Ze beweren dat hij een tijdlang spoorloos verdween en naderhand totaal veranderd weer onder de menschen kwam. Daar worden dan de gekste verhalen bij gefantaseerd. Wat is de ware toedracht, Louis-Charles?
Lou's gezicht betrekt, hij kijkt voor zich uit en zwijgt. Wat moet hij daarop zeggen? Dat z'n voeten koud worden? Dat de zon toch maar lekker schijnt? Dat ze moeten opschieten, anders komen ze te laat voor de tea?
- Ach, laat de menschen praten, zucht hij ten slotte.
- Nee, zij wil het weten, versta je?
- Ja, en hij kan het je niet vertellen. Als ze
| |
| |
getrouwd zijn, Emmy, dan zal hij alles zeggen.
- Maar zij trouwt niet, hoe dikwijls moet ze dat nog herhalen?
- Ja, dan zal ze 't nooit weten. Kom nu maar, hij krijgt het koud van hier te zitten.
Lou werpt z'n sigaret weg, staat recht - nu voelt hij opeens de heele vermoeienis van dien tocht - en neemt z'n stokken weer op. Dan volgt hij sukkelend Emmy's spoor, en of ie valt, kan hem niet schelen.
Deze wereld is witte stilte. Slechts twee stippen trokken er over, maar hun harde ski's lieten in de knarsende sneeuw twee groeven achter. Twee scherpe groeven, zooals het leven vaak in ons hart kerft. Late zon werpt daar schaduwen in, die strekken zoover het oog reikt en over gindschen top verdwijnen, symbool van nakenden kommer.
***
Ibidem. Beursnoteeringen.
Uitg. De Adelaar: gisteren 339; heden 337.
***
Ibidem. Rechterlijke Kroniek.
De boetstraffelijke rechtbank te A. veroordeelde een zekeren R. Maçon, die zich voor bookmaker uitgaf, maar in feite van afdreiging leefde, tot vier jaar detentie.
***
Ibidem. Boekbespreking.
We vernemen met genoegen dat aan onzen
| |
| |
stadgenoot Professor Dr Jacob Buerbaum de driejaarlijksche medische prijs werd toegekend voor z'n doorwrocht standaardwerk Het menschelijk Hart. We wenschen hem van harte geluk.
Ibidem. Advertenties.
* Strubbe & Strubbe is HET makelaarskantoor.
* Goed mechanicus zoekt werk. Schr. blad onder F.V.
| |
V
Uit Het Nieuwe Geluid van 12 Februari. - Liefdadigheid voor onze weeskinderen.
Gisteravond hield de bekende zangeres Emmy Lindt een groot liefdadigheidsbal ten harent. Niet alleen mocht het feest in alle opzichten geslaagd heeten, waren de gasten zonder uitzondering buitengewoon vrijgevig en bleek de tombola een waar succes, zoowel wat de opbrengst als de pret der gasten betrof; de verrassende clou van den avond kwam echter, toen de gastvrouw liet aankondigen, dat ze bij opbod een zoen verkocht.
Na geestdriftig applaus werd het bieden ingezet. Maar toen bleek dat één der gasten, de IJskoning L.C. Anders, R.L., zich door niemand het koopje wilde laten afhoogen. Ten slotte noemde hij, om er een eind aan te maken, een bedrag, waar het heele gezelschap eerbiedig stom bij bleef.
Wat echter toen voorviel, was zeer betreurenswaardig. Precies op het oogenblik dat de heer Anders den hem beloofden zoen in ontvangst zou nemen, werd hij plots zeer bleek, sloot de
| |
| |
oogen, als werd hij duizelig, tastte naar z'n hart en viel languit op den vloer. Buerbaum, kon hij nog fluisteren. Het bleek, dat hij Prof. Dr Buerbaum bedoelde, den bekenden hartspecialist. Deze, in der haast geroepen, constateerde een zware hartcrisis en nam op zich den patient te vervoeren. Hij voegde er nog bij, dat een rustkuur van langen duur noodzakelijk zou wezen.
We hopen maar dat de heer L.C. Anders, R.L., die na z'n royaal gebaar zoo iets zeker niet verdiend had, spoedig en algeheel herstel zal vinden.
***
Ibidem. Bericht.
We bieden aan alle lezeressen onze oprechte verontschuldigingen aan voor het feit, dat deze week de ‘Vraagbaak voor de Vrouw’ moest wegvallen wegens onvoorziene ziekte van Tante Jet.
***
Ibidem. Beursnoteeringen.
Uitg. De Adelaar: gisteren 265; heden 264.
De heer Spoelstra legt z'n krant neer en zucht. Dan drukt hij z'n pince-nez recht, die al recht zat, neemt z'n hoofd in beide handen en sluit de oogen.
Dat tergende kleine berichtje staat er iederen dag, in heel z'n laconische tragiek. Gisteren heden, gisteren heden, met dezelfde regelmaat als z'n nieuw hart klopt. Dat hart is het eenige, wat aan hem verbeterd is, daar mag hij niet over klagen. Tok tok, zegt het, altijd eender, nooit trager of
| |
| |
vlugger. Tok-gisteren, tok-heden, zegt het, en loopt met kleine pasjes naar den afgrond. Tok-zakenman, tok-knoeier, zegt het en: tok-knoeier, tok-dief, en: tok-dief, tok-tuchtboef. Op een dag zegt het niets meer, kwam die maar gauw!
In ieder geval zal dat verdomde berichtje niet lang meer in die verdomde krant staan. Want hij gaat op de flesch, zoogoed als zeker. Iemand heeft den Adelaar onder beide vleugels geschoten, en hij, Spoelstra, directeur en voornaamste aandeelhouder, weet niet eens wie het is. Zoo'n knap zakenman is hij geworden. Ra, ra, wat is efficiency? Neem het woordenboek, daar staat het in, hij weet het niet.
***
Ibidem. Advertenties.
* Strubbe & Strubbe is HET makelaarskantoor.
* Volgende week gaat in het Étoile-Theater Kalmann's Csardasvorstin door, met de briljante Emmy Lindt in de hoofdrol.
***
Ibidem. Gemengd nieuws.
Eigenaardig geval. Gisteren werd in de Stationstraat een zwart hondje overreden. De auto, een zware camion, stopte, toen het reeds te laat was. Zoo iets gebeurt wel meer. Maar plots vloog een armoedig uitziende kerel, de eigenaar vermoedelijk, als een dolleman op den voerder los en schudde hem niet zoo zacht dooreen. Had mij dan liever doodgereden, siste hij, bleek van woede.
| |
| |
Daarna nam hij voorzichtig z'n hondje op en liep schreiend naar huis. De omstanders moesten er waarlijk om lachen, en wandelden hoofdschuddend verder.
Nu is Tommie dood. Hij ligt met stijve pootjes op z'n zij, net of ie slaapt. Z'n meester zit er gehurkt bij en kijkt er ontzet naar. Hij heeft hem zoo voorzichtig naar huis gedragen, omdat er misschien nog leven in zat. Maar Tommie roert niet meer, hij wordt koud.
En toch... Ik moest hem wat te drinken geven, denkt Frans. Hij giet dus uit z'n lampetkom water in het stukke kopje, dat Tommie's drinknapje is (of was? z'n bevende vingers morsen de helft over den vloer... nee, is, want hij krijgt er dadelijk toch weer wat uit). Maar de resteerende helft is nog net de helft te veel: het water loopt langs het snoetje, dat niet open wil, op den bodem van de kist tot een nutteloos plasje verloren.
Nee, drinken niet, hij moet hem warm koesteren. Als hier nu maar vuur brandde... Wacht, Verellen haalt al z'n deksel van 't bed, veel is dat niet, en dekt er Tommie zacht mee toe. Nu moet hij een tijdlang geduld oefenen en niet telkens gaan kijken. Zeker een kwartier. Zie, hij zal ondertusschen wat bidden, wees gegroet, wees gegroet.
Na twee minuten licht hij de dekens even op, misschien is het beestje aan 't versmachten. Maar het ligt daar nog steeds onbeweeglijk. Z'n hand streelt er zacht over en blijft er moedeloos op rusten. Nu weet hij het opeens: hij zal z'n hand zoo laten liggen en met gesloten oogen een vurig wees gegroet bidden; als hij dan plots voelt hoe Tommie weer op en neer beweegt, dan is er een
| |
| |
wonder gebeurd. Ja. Wees gegroet, Maria... Sst, stil eens, werd hij daar niets gewaar, een kleine zucht? Al het bloed schiet hem naar het hoofd van opwinding, hij legt hoopvol z'n oor tegen Tommie's hart... Niets. Er gebeuren geen wonderen voor arme menschen.
Ja, dan weet hij het ook niet meer. Tommie was z'n heele leven slimmer dan hij; had die rotvent hem maar overreden, zoo'n ruit uit een glas... Frans zit er zachtjes bij te huilen... Toen het gebeurde, dacht hij: het is weer een droom, nu word ik dadelijk wakker. Maar het was geen droom. En de menschen lachten, haha, ze hadden er zeker pret in. Frans Verellen komt recht en stapt driftig z'n kleine kamer rond.
Tommie is dood. Lacht maar, menschen! Hij zal je trottoir niet meer bevuilen, juffrouw, je zult ons met geen verwenschende blikken meer moeten nakijken. En u, mevrouw, vrees niet meer voor uw kwabbigen bastaard, we zullen hem niet meer naar het leven staan, geen nood. Lacht dus van opluchting, haha! Jullie hoeven nooit meer naar ons te trappen! Jullie wisten het immers vooruit, dat ik het niet uithield. Nu kom ik de vuilbakken niet meer overhoophalen voor wat afval, weest gerust, voor mezelf deed ik dat niet. Voor Tommie, die was daar te goed voor. Een rashond, mijn Tommie! Maar nu is hij dood, met vier stijve pootjes. Verdomme!
| |
VI
Uit Het Nieuwe Geluid van 28 Maart.
We vernemen met vreugde, dat de bekende financier L.C. Anders, R.L., van de kuurplaats,
| |
| |
waar hij voor z'n gezondheid verbleef, weer tot z'n gewone bezigheden teruggekeerd is. Naar we hoorden, mag hij zich in een volledig herstel verheugen. We wenschen hem daarvoor geluk en heeten hem weer hartelijk in ons midden welkom.
- Wat een verrassing, Louis! Wel, proficiat, he!
- Dag Emmy!... Is dat alles? Ik heb toch nog een zoen van je te goed, een erg dure zelfs. Betaal jij je schulden dan niet?
Zeker betaalt ze haar schulden, maar het is een kille zoen van niets, geen waar voor z'n geld.
- Weet je, dat ik voor jou teruggekomen ben, voor jou ginder weggeloopen, gevlucht?
- En hoe staat het met je gezondheid, toch heelemaal in orde? Kom binnen... God, wat heb je me toen aan het schrikken gemaakt!... Zeg, Louis, houdt dat verband met... met je... mysterie, ja?
Maar nu wordt hij weer ernstig en stom als een visch.
- Ik heb iets voor je meegebracht, zegt hij en haalt een klein doosje uit z'n zak.
Zij maakt het open: het is een gouden polshorloge.
- Och, wat aardig van je! - Nu heb ik er vier, denkt ze bij zichzelf; wat vang ik er mee aan? - Dank je wel, hoor!
Ja, hoor. Zij dankt hem, hoor. Daar is hij vet mee, hoor. Hij kijkt naar z'n verzorgde handen, nu zijn ze leeg. O, maar hij kan nog veel verrassingen koopen, ringen en spelden en allerhande juweelen. Die kan hij dan allemaal aan z'n liefste lieve schenken, en als hij er telkens een zoentje bij vraagt, krijgt hij dat misschien ook. En dan?
| |
| |
Ja, dan heeft hij heel wat zoentjes gekregen, maar die kan hij toch niet laten inlijsten en thuis ophangen? Nee, hoor.
- Emmy, - vraagt hij opeens, en z'n stem klinkt zoo vermoeid nu - wanneer trouwen we?
Maar Emmy zit te droomen, daarom heeft ze hem niet uit z'n gepeinzen gewekt met het gebruikelijke: je bent zoo stom. Nu heeft ze hem niet eens verstaan:
- Wat zeg je?
- Wanneer wil je trouwen?
- Wanneer ik wil trouwen?... - ze kijkt hem steeds niet aan: - Ik wil alle dagen trouwen.
- Is dat heusch? Emmy!
Hij staat al voor haar. Zij schrikt op.
- Wat waar? Waarom kijk je me zoo aan?
- Wil jij alle dagen trouwen? Morgen bij voorbeeld?
- Vandaag, als het ging.
- Emmy!
Hij vat haar hand... - Maar niet met jou, Louis, stel je niet zoo aan! - Niet met... met wie dan? - Ze kent hem niet. - Kom, praat niet zoo'n onzin. - En hij stampt op den vloer, driftig. Maar driemaal driftiger stampt zij: Geen onzin! Ga zitten, ze zal het je vertellen. Of dacht je soms, dat jij alleen recht had op mysterieuze avonturen?... Een paar dagen nadat jij je... nadat je weg was moest ze in Csardasvorstin optreden. Het succes was normaal, met één ruiker minder dan gewoonlijk, die van jou. Maar 's avonds, toen ze thuis zat, precies hier in het blauwe salon en in denzelfden fauteuil, hoorde ze muziek. Wat is dat, dacht ze, het lijkt wel uit den tuin te komen. Ja, het was muziek, wondere muziek... Een tooverviool, die speelde: Kom, tzigane...
| |
| |
Maar zoo innig gespeeld, dat ze niet uit de betoovering loskwam, zoo meesterlijk, ze dacht direct aan Paganini. Ten slotte rees ze uit haar zetel op en liep, half-bevreesd dat het slechts een droom was, naar het balkon. En daar stond... Hij.
Een groote, door de zon gebruinde zigeuner, die speelde maar en keek niet op. Z'n slanke vingeren diepten de zuiverste tonen uit de trillende snaren op en z'n soepele stok streek zoo'n captiveerend rhythme af, dat Emmy gefascineerd naar z'n gezicht staarde, waarvan de fijnbesneden trekken ernstig verdiept lagen over z'n spel. Kom, tzigane... Dan werd het tempo plots wild en hartstochtelijk. Er gingen schokken van drift door z'n slanke gestalte, en z'n lange, zwarte haren vielen omlaag over het instrument. Hij zei niets of keek niet op, hij speelde maar en stond daar als door een speelduivel gekweld, de geest van Paganini.
Toen het lied uit was, zuchtte hij bevrijd, streek z'n haar naar achteren en keek voor de eerste maal op, recht met z'n bruine oogen in de hare... ‘Pour vous remercier, madame’, zegde hij, en: ‘Mes hommages, madame.’ Boog, en verdween in den nacht, met z'n viool en z'n vurig mysterie.
Maar zij bleef nog lang op het balkon staan droomen, en nadien heeft ze er vaak gestaan... hij is echter nooit teruggekeerd. En toch trouwt ze met hem, morgen of vandaag. Want ze zal zoeken, zoeken tot ze hem gevonden heeft, en dan... ach, ze is verliefd!
Lou is rechtgekomen: Je bent krankzinnig, meisje, schei uit, dat staat in boeken. Kijk, ik zal meezoeken, ik vind hem zeker vlugger dan jij, want ik neem de politie in den arm. En als ik hem vastheb, steek ik hem in een manchesterjasje en stuur hem direct naar je toe, is dat goed?
| |
| |
Maar eerst zal ik hem z'n broek uittrekken, dat is zooveel tijd gewonnen. Wat?
Emmy is ook rechtgerezen, ze komt wild op hem af en geeft hem een zinderenden klap in 't gelaat. O, nu is het meenens! Maar ze heeft er dadelijk spijt van, want Lou wordt zoo bleek. Straks krijgt ie weer een beroerte, denkt ze, en dat wil ze niet, in haar huis niet.
- Zoo was het niet gemeend, zegt ze en steekt hem aarzelend haar hand toe.
Maar Lou ziet ze niet eens, zoo grof wordt hij nu.
- Geen manchester-pakje dus. En niet doodschieten ook. Goed. Hij weet iets veel beters. Hij zal dien troubadour wat anders meegeven, z'n heele uitzet. Hij zal er een waardig minnaar voor je van maken, is dat niet goed? Ja, bij God, dat zal hij! Mes hommages, madame!
En L.C. Anders R.L. buigt spottend, maakt rechtsomkeer en loopt het salon uit.
***
Ibidem. Financie.
Naar officieuze zakenkringen beweren, zou de heer C. Spoelstra, directeur van de uitgeverij De Adelaar, N.V., in staat van faillissement verkeeren. Voornaamste rechthebbende op aanspraak in het proces zou zijn de heer L.C. Anders. Dezes doorzicht in zaken blijkt dus ook niet steeds onfeilbaar.
***
Ibidem. Vraagbaak voor de Vrouw.
Bericht. Tante Jet heeft om gezondheidsredenen
| |
| |
ontslag ingediend. Deze rubriek zal voortaan verzorgd worden door Oma, onze nieuwe hiervoor aangeworven en zeer geschikte kracht.
***
Ibidem. Gemengd nieuws.
Bij politieke manifestaties ter gelegenheid van de aanstaande verkiezingen, kwam het gisteravond tusschen twee kliekjes van elkaar vijandige partijen tot een opstootje. Het vlugge en krachtdadige optreden van de politie kon niet verhinderen, dat enkele vuurschoten werden gelost en een paar personen gewond. Een der manifestanten, een zeker St. Goethals, moest zelfs in een Roode-Kruis-post verzorgd worden, met een schotwond in den linkerarm. Is het niet betreurenswaardig, dat de politiek steeds weer aanleiding geeft tot zulke barbaarsche straattooneelen?
***
Ibidem. Rechterlijke Kroniek.
Onlangs werd op een oceaansteamer van de Transocé een blind passagier ontdekt. Thans werd deze man, met name Carlo van Dingen, voor de rechtbank opgeleid. Want bij het eerste verhoor door den boorddetective, gaf hij zulke verwarde antwoorden en ontweek zoo schuw alle uitlatingen omtrent z'n verleden, dat dit feit de bevoegde overheden meer dan verdacht voorkwam. Een nauwkeurig onderzoek werd ingesteld. Nu blijkt dat deze man vermoedelijk de langgezochte dader is van de geheimzinnige gevallen van inbraak, waar we het meer dan eens over hadden, en die alle onopgehelderd bleven. We hopen maar, dat
| |
| |
hij ditmaal z'n verdiende straf niet zal ontgaan.
***
Ibidem. Advertenties.
Pieker niet noodeloos over uw zaken. Vertrouw ze toen aan Strubbe & Strubbe.
| |
VII
Uit Het Nieuwe Geluid van 4 April. Boekbespreking.
Gaudeamus igitur, door W. Ryckbreyn. We kennen den heer Ryckbreyn, modern auteur, alias Walter Vreebos, lid van de tooneelgroep Classica, in twee gedaanten. Z'n classiek aspect, als we 't zoo mogen noemen, en z'n modern aspect. Beide vonden we terug in z'n jongste tooneelstuk Gaudeamus igitur.
Classiek van opzet, modern van inslag, is het de geschiedenis van een hoogstudent, die onder de harde slagen van het leven oproerig wordt, maar dank zij datzelfde leven tot inzicht komt en besluit met: Het leven is mooi, broers. Gaudeamus igitur!
Deze hulde aan het leven kunnen we, om den plechtigen toon, de aan het eind van ieder bedrijf weerkeerende koren, de vrij trouwe éénheid van tijd en plaats, alsmede het primeeren der gedachte op de actie, classiek noemen.
Anderzijds is het toch weer modern, om het thema, de vlotte behandeling de tendenz en vooral schrijvers vruchtbare fantasie. In z'n geheel genomen een flink geslaagd werk, dat alleen reeds om z'n prijzenswaardig optimisme goedkeuring en
| |
| |
navolging verdient. We citeeren nog enkele treffende passussen:
Uit Koor, Ie Bedr.:
En weze alle evolutie dan teloorgang,
het leven schrijdt vooruit, het leven schept.
Het schrijdt van min naar meer, van arm naar rijker;
Het wint en groeit, 't verrijkt bij elk verlies.
Uit IIIe Bedr.:
- Het leven is zoo goed, jongen, dat begrijp je nog niet. Als we op de wereld komen, zijn we afzichtelijk leelijk en als we van ouderdom sterven ook: kaal en tandeloos en vol rimpels. Maar op zekeren leeftijd, jongen, worden we mooi en goed.
- Hoelang, Vader? (bitter.)
- Lang genoeg. Want dan worden we allemaal mooi, man en vrouw, mooi en goed voor de liefde. En we hebben elkaar lief en strengelen onze levens vast aaneen. Maar uit kracht van die liefde blijven we immer mooi, en door de herinnering eeuwig jong. Ja, zoo goed is het leven.
***
Ibidem. Gemengd Nieuws.
Wanhoopsdaad. In de Luikensteeg sprong een jonge kerel uit het venster van z'n kamer, drie hoog. Het geldt een zekeren F. Verellen, al een heelen tijd werkloos, die zich sinds een paar dagen niet meer vertoond had. Toen z'n hospita, voor ziekte vreezend, bij hem aanklopte, sprong hij opeens verschrikt door het raam. Gelukkig werd z'n val door een voorbijrijdenden groentewagen
| |
| |
gebroken. Toesnellende geburen en een in der haast geroepen dokter brachten den armen kerel, die buiten kennis lag, naar het hospitaal. Men vreest voor hersenschudding en inwendige kneuzingen.
***
Ibidem. Financie.
Het gebouwencomplex van de vroegere Uitgeverij De Adelaar, dat door den bij het faillissement het zwaarst getroffen aandeelhouder L.C. Anders voor een prik werd opgekocht, zal eerstdaags worden herschapen in een moderne zuivelfabriek.
***
Ibidem. Advertenties.
* De nieuwe Bank Strubbe & Strubbe, N.V., biedt 100% waarborg.
* Ruilen. Wie ruilt z'n hart? Mijnerzijds verzekerde toekomst, beste maatsch. positie en wat dies meer zij. Plus 100.000 fr. vergoeding. Schr. blad onder J.B.
***
Ibidem. Laatste Berichten.
Hooge belooning wordt uitgeloofd voor al wie inlichtingen kan verstrekken omtrent L.C. Anders, den bekenden financier, die sinds 48 uur spoorloos verdwenen is. Naar uit pas gewonnen...
- Zoo, zegt Lou en stapt uit.
| |
| |
Johan weet echter niet, wat dat beteekent: zoo. Daarom blijft hij correct staan en wacht, terwijl z'n meester onhandig een rucksack - en wat voor een, foei! - om z'n schouders riemt.
- Is er nog iets van uw dienst, meneer?
- Nee, dat is alles.
- Zal ik dan... moet ik...
- Ja, je rijdt naar huis, he. Je stalt den wagen gewoon en zegt niets, geen woord. Ze zullen wel een belooning of zoo iets uitloven, maar daar reageer je niet op, begrepen? Kijk, hier is een extra fooi voor je. En m'n hand krijg je daarop ook, Johan, je was steeds een model-chauffeur, ik... tot weerziens.
Johan begrijpt er niets van, maar daar wen je wel aan bij rijke menschen. Hij zet den motor aan.
- Vergeet niet, dat je me in geen acht en veertig uur gezien hebt, roept Lou nog. Opper maar iets over kidnapping.
De ander begrijpt er nog minder van. Hij zegt, wat hij z'n heele leven moet zeggen: jawel, meneer; en verricht automatisch de schaarsche handelingen, die hij z'n heele leven moet verrichten: pedaal, handle, stuur, pedaal, handle... de motor trekt goed.
Lou kijkt met een bevrijden glimlach het wegwervelend stofwolkje na. Toch een mooie wagen, denkt hij, en stapt te voet verder. Zoo trok Paulus, zoo trokken de Apostelen. Zoo trekken we allemaal, op de breede maat van ons hart...
...Naar uit pas gewonnen inlichtingen blijkt, had de heer Anders vóór z'n vertrek, zoowel met z'n notaris als met z'n gevolmachtigd directeur, zekere schikkingen getroffen, die wezen op een
| |
| |
of ander definitief besluit, maar waarvan de aard ons verder onbekend is. Voor eventueele...
Lou krijgt er dorst van. En blaren, meer dan waarschijnlijk. Maar zoo gauw geeft hij het niet op. Hij zal rusten, daar, tegen dien woonwagen.
Daar blaast hij dus even uit. En spreekt alvast z'n proviand aan, want hij krijgt zoowaar honger, menschen, is dat niet fijn? Maar als de boterham half is, blijft z'n mond opeens verbaasd openhangen. Van ergens klinkt zachte vioolmuziek, en een gevoelige bariton zingt er bij: ...süsses Land der Muttersprache, Heimatland!...
Lou komt recht en stapt aarzelend den wagen rond, met die halve boterham in z'n hand. Aan de voorzijde zit een lange man weemoedig te spelen en staart van op z'n trapje droomend de ruimte in... Heimatland!...
Ik wed om m'n hart, dat het de man is, dien ik zoek, denkt Lou, en kucht eens. Maar voor dien gekken zigeuner is hij lucht, die kijkt niet op en speelt maar... Heimatland!...
- Ik ben Anders, zegt Lou opeens beslist.
- José, mompelt de man en speelt door.
- Anders de millionnair, voegt Lou er uitdrukkelijk bij.
- José le Tsigane... Enchanté.
Ja, Lou is ook enchanté, als die dwaas nu maar even wil luisteren.
- Ik... heu... ik kom met een voorstel. Er zit veel geld aan vast.
Zoo, dat mist z'n uitwerking toch niet. De ander strijkt af, al is het met weerzin, kijkt Lou verwijtend aan, en zegt:
- De ruimte is anders aan iedereen, monsieur. Maar kom binnen.
|
|