Entr'acte
Zoo versterven de laatste klanken van het eerste deel dezer symfonie...
Een rare symfonie, hoe kan het anders? De mensch is ook zoo'n raar insect, dat rondkruipt over zoo'n rare erwt, steeds weer opnieuw.
Nu is het entr'acte. U mag in den foyer gerust uw meening zeggen. Of discreet geeuwen en met uw buurman over wat anders praten. Dat recht heeft u.
Speelde ik valsch, mevrouw? Zeg het maar, u heeft er immers voor betaald. Maar zeg niet: die Lou Anders bestaat niet. Hij bestaat, mevrouw, in millioenen exemplaren. En z'n naam is Lou of anders.
Daar gaat de bel, meneer, voor het tweede deel. Ach, nu wordt de symfonie nog raarder. En onwaarschijnlijk, haast zoo onwaarschijnlijk als de waarheid vaak is.
Wat zegt u? Gaat u dan liever direct naar huis? Zoo. Goed, maar eerst moet u nog even gaan zitten, hier, vóór me; en me aankijken, vast in de oogen. Leg nu uw hand op uw hart, en zeg: ik ben gelukkig. Niet: ik wil gelukkig zijn. Ik bén gelukkig. Maar weet dan, dat ik u niet hoog acht, waarde heer. U is ergens blijven stilstaan, als een verroeste klok. Hoepel op dan! Een hond is gelukkig!
Hoepel op, de heele zaal, als het u lust! Het kan me niet schelen! Zet de deuren wijd open, portiers, laat het vok buiten! Dooft dan de