- Och, dat kan best wachten. Tenzij u natuurlijk wenscht het dadelijk te bespreken.
- Ja, Lou zou daar liefst bescheid van weten.
- Goed, dan gaan ze naar het laboratorium.
Daar is het indrukwekkend genoeg voor een leek. Kolven, retorten, kroezen; heele rekken buisjes en flesschen, en in de wandkasten de vele instrumenten... Gaat u zitten, meneer Anders, en vergeet niet, dat het nu een man van de wetenschap is, en niet meer de gastheer, die tot u spreekt. - Lou zal er aan denken.
Dan neemt de professor het woord.
***
Het wordt een vrij lange en droge uiteenzetting, Lou krijgt er slaap van.
Wat Lou den vorigen nacht ging verrichten, was tegennatuurlijk, want de functies van den mensch zijn gericht op de instandhouding van het leven. Tegennatuurlijk dus, maar het was een symbool. Beteekende zooveel als: ik heb er schoon genoeg van. Goed. Maar de reden? Geldgebrek, liedesmart? Minime. De professor weet het. Een nieuw hart moet Lou hebben, en een eerlijke kans in het leven. En de professor kan hem die bezorgen ook, kijk niet zoo raar.
- Gelooft u me niet? Kom eerst even mee hiernaast. Ik moet u iets toonen. Nadien zal ik alles uitleggen.
Lou gaat gewillig mee. Het is toch een droom, denkt hij, de vreemdste dien ik ooit gehad heb. Dadelijk word ik wakker, dat zul je zien. Ben ik in De Sirene dan in slaap gevallen? Of toch in het water gesprongen en gered? Is dit misschien