met schitterende oogen werd als bedwelmd door haar stem en haar sierlijk figuurtje.
Amelia die nog niet geleerd had iets te verbergen liet welgevallig haar oogen weerspiegelen in zijn bruine kijkers.
Zij stoeiden als twee kinderen en de familie was verteederd over het keurig koppeltje lieve kinderen...
Met Kerstnacht gingen de huisgenooten naar het kerkje om de nachtmis bij te wonen.
De sneeuw dekte eindeloos wit de wegen en de velden. In de wondere glinstering stonden de boomen met kanten schitteringen gepareerd. Fonkelend in den open hemel hingen de sterren.
Voorop liep de familie en achteraan kwamen zij, hand aan hand. Zij spraken niet maar vonden het heerlijk zoo als verdoold te loopen door den sneeuw in den klaren, stillen nacht.
God wat was het heerlijk! Hij fluisterde haar naam met aanbidding en zij, in verwarring, knikte hem toe als om hem aan te moedigen.
Plots stonden zij stil. Zijn arm omsloot haar leest onder den mantel, zijn gelaat boog voorover, hij rook haar meisjesgeur... Voor de eerste maal zei iemand dat hij haar lief had, en zij murmelde een mannennaam.
Terwijl hij haar in zijn armen nam zag zij een ster rijzen aan den hemel... De vereering zijner oogen en de warmte van zijn kus benevelden haar en zij zoende hem op den mond.
In een droom wandelden zij voort naar het dorp. In de verte lag het kerkje met zijn verlichte ramen. Aan het portaal wachtte de familie. Het orgel ronkte. Zij peinsde dat het een wondere bruiloft was... Zij zag geen menschen, voelde zich opgeheven uit dit leven.
De kaarsen flikkerden, muziek en wierook dreef onder de beuken. - Voor haar hing een schilderij die zij nooit vergeten zou: Sint Franciscus in bruine pij met oogen vol extaze die de stigmata aan zijn broeders toont...
Kort scheen de terugweg... Ook dien nacht had