Twee kon ik er dan behouden... Ik had zoo'n plezier gekregen in mijn diamanten muizen dat ik er in den dag naar trachtte om hen 's avonds in den maneschijn te zien spelen.
- Ik moet mij bedenken, antwoordde ik.
's Namiddags kwam hij met den bestuurder van de Zoologie om over de muizen te spreken. De bestuurder was een oud heerken met slimme rattenoogjes.
- Ik geef u twintig duizend frank, stelde hij mij voor, nadat hij mij uitgehoord had over de muizen.
- Dat zijn ze mij ook waard, sprak ik stout, want ik voelde dat zij mij de muizen probeerden af te truggelen.
- Gij zult er later nog spijt over hebben, - voorspelde de bestuurder; ik wou ze hebben voor de collectie van de Zoologie.
Hadden ze mij toen het dubbel geboden dan had ik nog mijn muizen niet verkocht. 'n Mensch kan maar in iets plezier hebben en zijn liefhebberij verkoopt hij voor geen geld, niet waar?
- Laat ons dan maar samen gaan dineeren, dan kunnen wij nog wat praten over uw zeldzame ontdekking, verzocht de eigenaar.
- Ik heb ze nog maar eenmaal gezien, beweerde de bestuurder; in ons land zijn er geen bekend... In Peru hooren zij thuis; zij behoorden aan de oude koningen en zijn voor de Spanjaarden gevlucht... De Spanjaarden hebben er alles wat waarde had aangeslagen, behalve de muizen, die zich in de guano schuil hielden.
In een rijtuig met twee paarden bespannen zijn wij naar het hotel gereden en zattekens hebben ze mij rond twee uur 's morgens aan boord laten brengen... Wij hadden veel over muizen gebabbeld.
Ik riep op den knecht, maar de man was ook aan wal en ik vond hem 's anderdaags nog zat op een luik liggen snorken. Nooit vernam ik wanneer hij was thuis gekomen, wel dat twee mannen hem van boord gelokt hadden. Wanneer ik dat hoorde was ik ongerust en