maekt dan soo veel Slagpypen, als ghy tot dese Bal gebruiken wilt: Hoe die Slagpypen gemaekt moeten zijn, is boven aengewesen: hebbende dan soo veel Slagpypen gemaekt, als gy tot sulken Bal van doen hebt, vult dan de twee halve Klooten met de Compositie voor Waterballen, heel stijf en dight aen malkanderen; als sy gevult zijn, voegt dan die twee halve Klooten aen malkanderen, en lijmt ze vast, en bind het rondom met gloeijend Yzerdraed vast: maer weest in het binden voorsichtigh, dat ghy het Yzerdraed over de kleine gaetjes, die gemaekt zijn, om’er de Schachten in te doen, niet en bind; maer gy moet het Yserdraed tusschen de gaetjes omwoelen, en ’t zoo over al vast en stijf binden. Neemt dan de Slagpypen, en boort in ’t midden van de selve een gat, om’er een Schacht in te steken; steekt dan een Schacht in de Slagpijp, gevult met fijn gestooten Buskruit: neemt dan de Slagpyp by de Schacht, en doopt ze over en over in gewarmt Pek, om ze in het Water van schade te bewaren; neemt dan de Slagpypen, soo geprepareert, te weten als ze alle in dier voegen in Pik gedoopt zijn, en steekt daer van in elk gat een, tot dat de Kloot rondom gevult is; maekt dan in die Kloot een redelijk groot gat, ontrent de grootte van een Halfvats Plug gat, om de Kloot daer by aen brand te steeken; stopt dan dat gat met een Plugge, en over de Plugge moet gy een yzere Plaetje, van ontrent drie duimen Diameters, vast spijkeren, om dat, als de Bal aen brand is, de Plugge ’er niet uitschieten soude; en door het yzer en de Plugge moet gy een gat maken van ontrent een halve duim Diameters; doet dan een