Pyrotechnia, of meer dan hondertderleye konstvermakelijcke vuurwerken
(1678)–John Babington– Auteursrechtvrij
[pagina 54]
| ||||||
na proportie maeken; hebbende dan de Vorm met de Rollen en Stampers gereed, maekt dan de Kardoesen, als geseid is, en vult’er een op met goed Buskruit, gestooten en gezift, ontrent vier duimen hoog; neemt die’er dan uit, en vult weder een ander vier duimen hoogh; neemt’er die dan mee uit, en vult noch een ander vier duimen hoogh; neemt’er die dan van gelijken uit, en doet de Rol in de Kardoes, en trekt ze digt toe, tusschen de Rol en de Compositie, dat’er maer pas een Laedgat is; doet ze dan weder in de Vorm, en vult ze ontrent anderhalf duim met goed Buskruit, en set het digt en hard op malkander aen; duwt dan een binnenste van de vijf a zes van de Kardoes op het Kruit, en stoot dat hard op het Buskruit; neemt z’er dan uit, en bind het overblijfsel van ’t papier digt toe; neemt dan de eerste Pyl die vier duimen gevult is, met fijn gestooten Buskruit, en neemt ook een stuk papier ontrent zes duimen lang, en ook soo breed, rolt dat papier op de Pyl, ontrent drie duimen van de mond van de Pyl, en bind het vast daer op, soo dat daer vier duimen holte blijft boven de Pyl, in de welke fijn gestooten Buskruit moet gedaen worden, om de tweede Pyl in ’t wederom komen aen brand te steeken, maer ’t moet niet aen gestampt wesen, maer wat losjes ingedaen zijn; doet dan de tweede Pyl in de geseide holte van ’t papier, en dat dan over de eerste Pyl gerolt, met de mond binnewaerds, en soo verre in, dat de Pyl het Buskruit mag raeken, soo dat, als de eerste geconsumeert is, de tweede aen brand mag gestooken worden: bind dan het papier, dat over de eerste Pyl gerolt is, weder vast op de tweede Pijl, juist in het | ||||||
[pagina 55]
| ||||||
kerfje daer de Pyl toe gebonden is; om ’t Laedgat te maken; dit dan alsoo gedaen hebbende, soo neemt dan een stuck Spaens-riet ontrent drie duimen lang, of wat meer, en van die grootte, dat’er de Lijn gemakkelijk door loopen kan: maekt dan drie kerven op het Spaensriet, een in ’t midden; en op elke einde een: neemt dan de Pijl die lest branden sal, of die met gekerrelt kruit geladen is, en bind die eerst vast op het Spaensriet, in de drie kerven; bind ze eerst aen het eene einde vast, en daer na in ’t midden, en knoopt ze ook soo vast, en doet soo ook aen het ander einde: dat dan gedaen zijnde, buigt dan de ander pyl om, als of het een dubbelde pyl was, maer ghy moet ze soo verre ombuigen, dat de mond van de pyl, die ghy eerst aen brand steekt, een weinig verder uit komt, als de staert van de pyl, die lest branden sal, niet met het aensteken van de eerste pyl aen brand rake, waer door een confusie soude konnen komen: bind dan de pyl vast op het Riet, en bind d’ander pyl, die’er eerst aen vast gebonden was, ook op drie besondere plaetsen heel vast, dat ze niet van de pyl afvalt, eer dat ze geconsumeert is; scheert dan een touw zestigh a tachtigh vademen lang, en smeert het touw met Seep, heel vet, en maeckt het eene einde van ’t touw vast aen een Pael, Mast of diergelijcke, en maekt het ander einde aen een Kosijn van een venster van een kamer of solder vast, daer men de pylen meent aen te steken: als men de Lijnpylen gebruiken wil, neemt dan een pijl, en doet de mond van de pyl vol met de Compositie, een deel gestooten Buskruit, en een deel gestooten Houtekool, en maekt | ||||||
[pagina 56]
| ||||||
dan de Lijn los, maer weest voorsichtigh dat u het Touw niet uit de hand glipt, en steekt dan het Touw door het Spaensriet, en schuift de pijl uit het Venster, en neemt ook acht, dat ghy de pijl op het Touw doet, met de mond van de pijl nauw toe, en en maekt dan ’t Touw weder vast aen ’t Kosijn; steekt ze dan met een Lond aen, dan sal ze snel voortloopen tot de pael toe, en dan weder komen tot het Venster toe, en daer dan een groote slag geven; neemt dan het Spaensriet weder van het Touw, en doet’er dan weder een ander aen, als voren, en soo de pijl berst in het aensteken, dan is de Compositie te sterk, of het Laedgat te klein, ’t welke men door mijn raed kan tot de discretie helpen, in dat men ze eerst in een secrete plaets probeert, eer dat men ze in ’t publijk brengt; en alsoo zijn de Lijnpylen klaer. Besiet de gedaente van dese Lijnloopers in de vijfde Figuur, met de volgende letteren.
Waer van
| ||||||
[pagina t.o. 57]
| ||||||
[pagina 57]
| ||||||
Maer om dat dese manier van Lijnloopers wat moeilijk is, in ze op te maken, en toe te takelen, zoo heb ik een bysondere manier gepraktizeert, om de selve werking te hebben met een enkelde Pijl, die veel gemakkelijker is, als de voorgaende, dewijl dat men hier maer een enkelde Pijl heeft op het Spaensriet te binden; en dan is ze klaer om aen te steken. |
|