Wijst dit niet veeleer op een daad met voorbedachten rade en kan men aannemen, dat een mensch met normale hersenen zoo'n daad op zulk een onvoorzichtige wijze uit zou voeren?
Terwijl aldus een hevige strijd tusschen de verschillende dagbladen dreigde te ontbranden, verscheen plotseling het bericht van Miss Forest's dood. Het was drie dagen na haar verdwijning. Haar reeds in verren staat van ontbinding verkeerend lijk was dien dag uit de Hudson opgehaald. Zij was nagenoeg onherkenbaar, doch verschillende op haar lichaam gevonden voorwerpen, alsmede de kleeding bewezen ten duidelijkste, dat men hier het lijk van de ongelukkige danseres had gevonden. Hiermede was het geschrijf in de bladen afgeloopen. Zoolang men de danseres nog in het leven waande had men zich uitgeput haar zoo slecht mogelijk af te schilderen, thans nu men wist, dat zij dood was, zwegen allen plotseling stil: men liet althans de doode met rust.
Menigeen kon een huivering van ontroering nauwelijks onderdrukken bij het lezen van deze treurige tijding. Vooral op hen, die de jonge vrouw hadden zien dansen, in wier herinnering zij als de verpersoonlijking der schoonheid voortleefde, maakte het bericht een diepen indruk.
Onmiddellijk onder dit bericht kon men lezen, dat de danseres Vera Dufour bijna alle der door haar leermeesteres afgesloten contracten had overgenomen. Ongetwijfeld was deze jonge vrouw na haar schitterend debuut en door den dood van haar leermeesteres thans de meest op den voorgrond tredende danseres in den lande, wier capaciteiten haar mettertijd tot ongekende hoogte zouden voeren. Het blad gaf daarop een levendige beschrijving van Miss Dufour's schoonheden, die in haar dansen zoo volkomen tot haar recht kwamen en besloot met een verwijzing naar de annonces, waarin haar eerstvolgend optreden werd aangekondigd.
Wat verder tusschen de familieberichten stond nog een kennisgeving, die door de meesten slechts met onverschilligheid werd gelezen of geheel werd