| |
Hoofdstuk VI.
Bijna een jaar was verloopen sedert de hiervoren verhaalde gebeurtenissen zich afspeelden. De detective Jack Winter had tot groote verbazing der ingewijden plotseling te kennen gegeven, dat de uiterlijke kenteekenen hem bedrogen hadden en dat hier wel degelijk sprake was van zelfmoord. Nog dienzelfden dag had hij het huis verlaten en was naar New-York teruggekeerd.
Harold Wright bleek bij de opening van het testament tot voornaamste erfgenaam te zijn benoemd. Hij was in het bezit gekomen der verschillende huizen van den overledene, terwijl, naar men beweerde, ook een onnoemelijk kapitaal aan hem was vermaakt. Hij had zich te New-York gevestigd en leefde er lustig op los, op een zoodanige verkwistende wijze, dat zelfs het hem ten deel gevallen enorme kapitaal, binnen eenige jaren geheel opgeteerd moest zijn.
Miss Edith was uit de New-Yorksche kringen verdwenen en naar het buitenland vertrokken. Men beweerde, dat zij zich ergens in Engeland had gevestigd, doch er was niemand, die daaromtrent met eenige zekerheid inlichtingen kon verstrekken. Zelfs Miss Forest, die toch haar intiemste vriendin was geweest, haalde de schouders op, wanneer men naar haar vroegere vriendin informeerde. De danseres zelf vertoefde thans weer te New-York, waar zij geregeld optrad. Kort na den dood van Wright was zij ten tooneele verschenen in de créaties, die zij destijds op het landhuis aan de gasten had vertoond. Haar succes was enorm geweest; men kon zich niet
| |
| |
herinneren het publiek ooit in een zoo onverdeelde extase gezien te hebben. Na een korte reis door de voornaamste plaatsen uit het Oosten der Vereenigde Staten was zij naar Europa vertrokken, waar zij verschillende aanbiedingen had ontvangen. Hier had zij een gezelschap samengesteld, waarmede zij groote balletten uitvoerde, waarin zij zelf als hoofdfiguur optrad. Onder de leden van dit gezelschap bevond zich ook een nog jonge danseres, van wie Miss Forest groote verwachtingen had. Zij had haar eens in een theater ontdekt, waar zij een zeer ondergeschikte rol vervulde.
Miss Vera Dufour, zoo heette de jonge danseres, was op Java geboren. Zij had gemengd bloed in de aderen, hoewel haar uiterlijk, met uitzondering van het weelderige blauwzwarte haar, hiervan niet het minste bewijs opleverde. Reeds op twaalfjarigen leeftijd kon zij de Indische dansen op zulk een volmaakte wijze uitvoeren, dat de Inlandsche danseressen het haar niet zouden hebben verbeterd. Haar vader, administrateur op een onderneming, ontstak in hevige woede, toen het jonge meisje op wat later leeftijd te kennen gaf, artiste te willen worden. Het was tot een hevige botsing gekomen met het gevolg, dat het meisje zich bij den wil van haar vader had neergelegd. Toen zij echter twintig jaar oud was en haar vader haar naar haar familie in Europa zond, ontwaakte plotseling weer het verlangen in haar, haar roeping te volgen, zooals zij het noemde. Haar familie in Holland bereikte zij nooit, want in Parijs bleef zij achter en sloot zich aan bij het gezelschap, waarbij Miss Forest haar had aangetroffen. Eerst toen bemerkte zij, dat het zelfs voor iemand met talent niet gemakkelijk was zich op te werken. Gedurende de twee jaren, die zij reeds aan haar beroep wijdde, was zij nog niet veel verder gekomen en zij had het aanbod der beroemde danseres, waarin zij de groote kans van slagen zag, met beide handen aangenomen. Tijdens de laatste maanden, die zij met haar nieuwe meesteres in Europa doorbracht, smaakte zij het genoegen haar naam op de aankondigingen vermeld te zien. Het succes was groot
| |
| |
geweest, men had hen stormachtig toegejuicht en het verwonderde Vera, die met Miss Forest was gaan samenwonen, in het geheel niet, toen Dolly haar bij haar terugkeer naar Amerika voorstelde haar te vergezellen. Zij was de eenige persoon van het gezelschap, die daarvoor werd uitverkoren, want Dolly kon in Amerika evengoed een ballet samenstellen, indien zij dat wenschte. Op het oogenblik, dat wij dit gedeelte van ons verhaal aanvangen, bevonden de beide jonge vrouwen zich in een weelderig ingericht vertrek ten huize van Miss Forest. Miss Dufour zat in een nonchalante houding op een lagen donker rood bekleeden divan. Met haar donkere door lange zwarte wimpers overschaduwde oogen en den kleinen ietwat zinnelijken mond zag zij er zeer aantrekkelijk uit, welke aantrekkelijkheid nog verhoogd werd door het roode blosje, dat op haar wangen lag. Tusschen de vingers hield zij een dunne damessigaret, die zij af en toe met een bevallig gebaar aan den mond bracht. Zij keek met onverschillige uitdrukking naar haar vriendin, die op eenigen afstand voor haar stond en met critischen blik een zijden costuum bekeek, dat zij met uitgestrekte armen voor zich uit hield. In tegenstelling met Miss Dufour, die zich steeds, ook binnenshuis, even verfijnd kleedde, was Dolly gehuld in een zeer eenvoudige wijde ochtendjapon. Het costuum, dat zij op het oogenblik zoo aandachtig beschouwde, was haar nieuwste toilet, dat zij voor haar nieuwen dans speciaal had doen vervaardigen. Het was juist den vorigen dag gereed gekomen en zooeven tehuis bezorgd.
‘Ik geloof wel, dat het in orde is, Vera. Vind je ook niet, dat het er keurig uitziet!’
‘Zeker,’ antwoordde de ander zonder van houding te veranderen, ‘het is zoo dun als een schaduw en die kleine zilveren loovertjes zullen een prachtig effect maken bij het reflectorlicht Men zal stellig denken, dat het waterdruppels zijn.’
‘Dat is ook de bedoeling. In mijn nimfendans zal ik uit het water moeten verrijzen.’
| |
| |
‘Doe het eens aan, dan kunnen wij er beter over oordeelen,’ stelde Vera voor.
‘Goed, ik kan dan meteen den dans in het costuum eens doornemen.’
Zij legde het toilet terzijde en begon zich te verkleeden. Vera volgde met onverschilligen blik elk harer bewegingen.
‘Je hebt gisteren weer veel bloemen gekregen,’ merkte zij plotseling op.
Dolly knikte slechts even en vervolgde haar bezigheden.
‘Van wien is toch die groote mand met witte rozen,’ vroeg de ander even later.
‘Welke bedoel je?’
‘Die daar in den hoek op het tafeltje staat,’ antwoordde Vera, terwijl zij met een hoofdbeweging de door haar bedoelde richting aanduidde.
‘O.... die!’, riep Dolly uit met niet heel veel belangstelling in haar stem. ‘Wacht,’ vervolgde zij, haar tweede kous uittrekkend, ‘ik zal eens even zien.’
Zij stond op van haar stoel, waarop zij had plaats genomen. Zooals zij daar thans stond, kwamen haar prachtige vormen eerst goed tot hun recht. Miss Forest was thans vier en twintig jaar oud en het scheen wel, dat haar figuur het laatste jaar nog aan schoonheid had gewonnen. Het aantal harer bewonderaars was niet te schatten, talrijk waren de jonge mannen, die haar trachtten te naderen. Toen de jonge danseres eerst sedert kort uit Europa was teruggekeerd, en de bladen met veel ophef lange artikelen aan haar schoone gestalte wijdden, haar een ware Venus noemden, begonnen plotseling eenige pikante verhalen de ronde te doen, wier oorsprong steeds onbekend was gebleven. De zedelijke opvattingen der jonge vrouw werden daarin op arglistige wijze aangetast, waarbij het voorval op een harer repetities, toen zij plotseling geheel ongekleed voor eenige heeren stond, de hoofdschotel vormde. Hoe het ook zij, ten spijt van al deze verhalen bleef de jonge danseres voor een ieder onbereikbaar. De kostbare geschenken, die haar werden toegezonden, werden steeds met een kort afwijzend
| |
| |
briefje terug ontvangen. Slechts bloemen werden door haar aanvaard, daar deze geen verplichtingen wekten, zooals zij zich eens tegenover een der heeren had uitgelaten. Het duurde dan ook niet lang, of er deden zich hevige protesten hooren, indien iemand het in gezelschap waagde, de eerbaarheid der gevierde danseres in twijfel te trekken.
Dolly had zich inmiddels naar het bloemstuk begeven en het kaartje ter hand genomen.
‘P. Harrison,’ las zij, langzaam terugloopend en het kaartje aan haar vriendin overhandigend: ‘Heb ik nog nooit van gehoord. Ken jij hem?’
Vera bezag het kaartje en schudde ontkennend het hoofd.
‘Neen, ik weet niet wie het is,’ antwoordde zij, hoewel zij zeer goed wist, dat dit de persoon was, die den vorigen avond bij den uitgang van den schouwburg had gestaan, toen zij huiswaarts keerden. Het was een lange forschgebouwde jonge man met aristocratisch voorkomen, die geen oog van haar vriendin had afgewend. Dolly haalde de schouders op.
‘Nu, hij zal zich spoedig genoeg aanmelden,’ merkte zij op met iets minachtends in haar stem. ‘Dat is zoo de normale gang van zaken: eerst bloemen, daarna een toevallige kennismaking of een introductie door een vriend, een souper, een kostbaar geschenk en tenslotte, als dit aanvaard is, na een tweede souper met veel champagne een onbeschaamd voorstel, omkleed met mooie woorden.... bah.’ Zij haalde nogmaals minachtend de mooie blanke schouders op en maakte een afwerende beweging.
‘Je schijnt niet byzonder op mannen gesteld te zijn,’ sprak Vera peinzend, terwijl zij met een sierlijke beweging de asch van haar sigaret knipte.
‘Ach, zij zijn allen gelijk.... slechts eens heb ik er een ontmoet, die een gunstige uitzondering maakte.... een zekeren Mr. Dunn.’
‘En je werd zeker direct verliefd op hem?’
‘Misschien,’ antwoordde Dolly peinzend. Zij zette zich naast haar vriendin op den divan en bleef eenigen tijd in gedachten verzonken.
| |
| |
‘Neen, ik geloof niet, dat ik verliefd op hem was. Ik schatte hem hoog.... hij was iemand, die rond voor zijn meening uitkwam en mij daardoor een duchtig lesje gaf. Onze eerste ontmoeting was al zeer pijnlijk. Hij gaf aan zijn vriend, die tot over de ooren verliefd op mij was, zijn niet heel gunstig oordeel over mij te kennen en bemerkte niet, dat ik juist op dat oogenblik vlak achter hem stond.’
‘Hij maakte zeker onmiddellijk zijn excuses, toen hij je opmerkte?’
‘Neen, niet zooals jij dat bedoelt tenminste.’
‘En wat deed jij daarop?’
Dolly staarde geruimen tijd voor zich uit voor zij antwoordde:
‘Ik trachtte hem te verleiden.... o neen, niet zoo slecht als jij denkt.... ik wilde hem aan mijn voeten brengen en hem daarna zijn ongelijk doen erkennen.’
‘Het zal je niet veel moeite gekost hebben, daarin te slagen, veronderstel ik?’
‘O zeker.... ik zou geslaagd zijn,’ antwoordde Dolly niet zonder een zweem van ijdelheid, ‘hij bekende mij dat openhartig, doch zijn liefde zou ik nooit verkrijgen, voegde hij er aan toe. Ik zou voor een oogenblik zijn hartstocht hebben kunnen doen ontvlammen.... daarin zou ik bij een ieder slagen, indien ik dat wenschte, zeide hij, doch nimmer zou hij ware oprecht teedere gevoelens voor mij kunnen koesteren. Zijn liefde had hij reeds aan een ander geschonken en ik zag plotseling in, welk een lage rol ik vervulde door hem te verleiden. Sindsdien heb ik nooit weer met vuur gespeeld.’
Zij had zacht voor zich heen gesproken, alsof zij de aanwezigheid van haar vriendin had vergeten.
‘Ik heb toch gehoord, dat je kort voor je Europeesche reis geweldig coquetteerde met een zekeren Mr. Wright, die toen plotseling zelfmoord gepleegd moet hebben. Mijn zegsman deelde mij mede, dat jouw persoon als de aanleidende oorzaak tot dit drama werd aangeduid.’
Dolly schudde ontkennend het hoofd.
‘Je hebt in zooverre gelijk, Vera, dat ik met hem
| |
| |
gecoquetteerd zou hebben. Ik moet bekennen, dat ik alle mogelijke moeite gedaan heb, hem onder mijn bekoring te brengen, doch ik had daarbij slechts het geluk op het oog van een ander, die mij tenslotte, na afloop van het drama, met verwijten overlaadde en zich van mij afwendde.’
‘Er schijnt dus veel meer achter die geschiedenis te zitten, dan men vermoedt,’ sprak Vera op nieuwsgierigen toon, die een onuitgesproken uitnoodiging voor nadere explicaties bevatte.
‘Dat is zoo, doch het is nu niet het moment om daar verder over uit te wijden.’
‘En na dat voorval ben je dus zoo buitengewoon solide geworden?’ spotte Vera. ‘Nu, ik moet zeggen, ik voor mij vind het veel verstandiger die kostbare geschenken wel te accepteeren. Ik heb in korten tijd reeds voor een aardig kapitaaltje bijeenverzameld en als men mij wederkeerig om een gunst verzoekt... welnu, waarom zou ik dan weigeren?’
Zij strekte de beide armen zijwaarts uit en rekte zich behaaglijk uit. Dolly zag haar sprakeloos aan.
‘Vera, zoo heb je nog nooit gesproken!’, riep zij eindelijk uit. ‘Ik wist wel, dat je de geschenken aanvaardde, doch dat je tot zóó iets in staat was, wist ik niet!’
‘Ben ik je er soms minder om?’, vroeg de ander met iets uitdagends in haar stem, terwijl zij Dolly met tartenden blik aanzag.
‘Ach, een ieder moet zelf weten, wat hij doen en laten kan, doch ik geef toe, dat je gedrag in de toekomst tot eenige verwijdering tusschen ons aanleiding zou kunnen geven.’
Er heerschte even een benauwende stilte, er hing een gespannen atmosfeer in het vertrek. Tenslotte verbrak de heldere lach van Vera de stilte. Zij mikte handig het korte eindje sigaret in een bakje, sloeg de armen om de schouders van haar vriendin en trok haar hartelijk tegen zich aan.
‘Mijn liefste Dolly, waarom zouden wij kibbelen over wat eens zou kunnen komen? Heb ik niet alles, wat ik nu ben, aan jou te danken? Zou ik dan zoo
| |
| |
ondankbaar kunnen zijn, iets te doen, wat jou onaangenaam aandoet?’
Zij trachtte haar vriendin aan te zien, die echter het hoofd afwendde.
‘Helaas, Vera,’ sprak deze droevig, ‘je gevoel van dankbaarheid zal eens verminderen, zoodra dit in botsing komt met je persoonlijke belangen. Je zult dan mijn beweegredenen anders gaan uitleggen, je zult zeggen, dat ik je enkel en alleen voor mijn belangen heb opgeleid. Ik eisch trouwens geen dank..... wat ik gedaan heb, deed ik uit vriendschap... toen ik Europa verliet, dwong niets mij jou mede te nemen.... ik had reeds vele contracten afgesloten .... doch ik gevoelde een oprechte vriendschap voor je en liet je ongaarne achter. Dank vraag ik niet van je, het zou mij zelfs pijnlijk aandoen, indien je daarover sprak, doch stel mij niet teleur in de vriendschap, die ik bij je heb meenen waar te nemen. Mijn leven is steeds een aaneenschakeling van teleurstellingen geweest,’ voegde zij er in eindelooze droefheid aan toe, ‘laat dit mij bespaard blijven.’ Zij keek haar vriendin, die haar nog steeds omkneld hield ook thans nog niet aan.
‘Vrees niets, Dolly,’ antwoordde deze, doch een nauwkeurig opmerker zou de onvastheid in haar stem niet ontgaan zijn, ‘wij behooren immers bij elkaar? Het lot heeft ons te zamen gebracht en niets zal mijn vriendschap voor jou kunnen doen verzwakken.’ Zij keek Dolly met een loerenden blik aan om te zien, welke uitwerking haar woorden op deze hadden, want zij dacht aan de schitterende toekomst, welke voor haar openstond, indien zij bij de beroemde danseres bleef en voelde, dat zij tot iederen prijs haar vriendschap moest trachten te behouden. Reeds had zij een dans in studie waarmede Dolly haar bij het publiek als solodanseres zou introduceeren en eenmaal zoover zijnde zou haar naam gemaakt zijn. Het was dus zaak voor haar, thans geen breuk met Miss Forest te veroorzaken. Dolly bemerkte niet den gemaakt hartelijken toon, waarop haar vriendin sprak. Zij hoorde slechts de woorden en deze schenen haar geheel gerust te stellen. Zij
| |
| |
wendde zich tot haar vriendin, sloeg de armen om haar hals en kuste haar hartelijk op de wangen.
‘Spreken wij er niet verder over, Vera.’
Zij stond op, ontdeed zich van haar overige kleedingstukken en trok het sluierachtige danstoilet aan. Daarop begaf zij zich naar een gedeelte van het vertrek, waar een zestal groote spiegels zoodanig waren opgesteld, dat zij zich daarin van alle kanten kon bezien. Zij begon nu een schitterenden dans uit te voeren, terwijl zij de bijbehoorende muziek er zachtjes bij neuriede. Af en toe hield zij plotseling op en herhaalde het laatste gedeelte eenige malen, terwijl zij al haar bewegingen in de spiegels nauwkeurig gadesloeg. Soms schudde zij het hoofd en wijzigde daarna meerdere malen een arm- of lichaamsbeweging, totdat zij geheel voldaan was. Vera had zich inmiddels eveneens ontkleed en gehuld in een wijden kapmantel weer op den divan plaats genomen. Vanaf haar zitplaats kon zij tusschen twee spiegels door elk der bewegingen van haar vriendin volgen. De gracieuse standen der danseres ontgingen haar niet en een uitdrukking van afgunst verscheen in haar oogen. Neen, deze vrouw zou zij nimmer kunnen evenaren, dacht zij. Zoo hoog zou zij haar kunst nooit kunnen opvoeren. En toch..... was haar figuur dan minder volmaakt als dat van de ander? Zij sloeg den mantel terug en beschouwde zichzelf in een der spiegels. Langen tijd bleef zij zoo op haar eigen spiegelbeeld staren, toen verscheen er een triomfantelijk lachje om haar lippen. Ha, hoe mooi was zij! Welk een macht had de natuur haar geschonken en voorwaar, zij zou niet verzuimen, die macht te gebruiken, waar zich ook maar een gelegenheid voordeed. Die andere mocht de kuische spelen, de mannen op een afstand houden, zij zou een geheel andere gedragslijn volgen! Zij kende de zwakke plekken van het menschdom en zou door een juiste toepassing van haar schoonheden meer succes verwerven dan de ander met haar hoogstaande kunst! Even wierp zij een blik op de dansende, daarop liet zij zich op den divan neervallen en gaf zich met gesloten oogen geheel aan haar ge- | |
| |
dachten over. Toen Dolly haar studie
beëindigde, trof zij haar vriendin weer kalm rookend op den divan aan.
‘Hoe is je oordeel over mijn dans?’, vroeg zij haar belangstellend.
‘O, hij is prachtig.... je zult er veel succes mede hebben.... ik heb er werkelijk van genoten,’ antwoordde Vera, zonder blikken of blozen. ‘Jammer, dat de lichteffecten er nog niet bij waren. Je zult daarmede nog wel eenige moeite hebben.... het komt er op aan, op het juiste moment de juiste kleur te treffen.’
‘O neen, dat is in het geheel niet moeilijk; onder het dansen heb ik reeds in gedachte de kleuren uitgekozen. Dat komt als het ware vanzelf. Ik voel dat op een bepaald moment slechts een bepaalde kleur of combinatie van kleuren effect kan hebben, terwijl alle overige kleuren het harmonisch geheel zouden verstoren.’
‘Je weet dus nu reeds, hoe de kleurindeeling moet zijn?’
‘Ja, mijn kunstgevoel geeft mij dat in.’
‘Merkwaardig. Ik gevoel daar nooit iets van als ik dans. Je zult mij daarmede moet helpen.’
‘O, met genoegen. Jouw welslagen zal een groote voldoening voor mij zijn. Verbeeldt je... als mijn ster reeds is ondergegaan, zal mijn naam door jouw succes nog voortleven.... Miss Vera Dufour, leerlinge van Miss Dolly Forest.’ Zij lachte opgewekt, zoodat de kuiltjes in haar wangen verschenen, iets, wat haar buitengewoon aantrekkelijk maakte. Vera lachte eveneens, doch het scheen haar niet geheel van harte te gaan.
‘Het is nu mijn beurt,’ zeide zij, terwijl zij den kapmantel achter zich zich op den divan liet glijden. Met een vlugge beweging trok zij de diamanten speld uit het haar, dat golvend over haar blanke schouders neerviel. Geheel ontkleed nam zij haar plaats tusschen de spiegels in, nadat zij tevoren eenige kleedingstukken, die zij later in haar dans zou omhangen, had gereed gelegd. Haar eerste optreden zou plaats hebben achter een wit scherm,
| |
| |
waarop haar silhouette door een reflectorlicht zou worden geprojecteerd. Daarna verscheen zij vóór het scherm, doch thans gehuld in een voor het oog ondoordringbaar gewaad, dat echter haar fraaie vormen voldoende deed uitkomen.
Het laatste gedeelte van den dans had weer achter het scherm plaats. De indeeling van dezen dans was door Vera zelf bedacht, waarbij zij op de meest geraffineerde wijze op de verbeeldingskracht en fantasie van haar toeschouwers werkte.
Vera stelde zich van dezen dans veel voor en het lag voor de hand, dat zij met haar welgevormd lichaam daarmede een enorm succes zou oogsten. Het eenige, waarover zij zich een weinig ongerust had gemaakt, was het treffen der juiste kleureffecten, doch nu Dolly haar daarbij haar medewerking had toegezegd, was zij van haar succes overtuigd en verbeidde zij in koortsachtig verlangen het groote oogenblik, dat de sleutel zou zijn, die haar de poort tot het leven van eersterangs kunstenares zou ontsluiten. Dolly volgde opmerkzaam elk harer bewegingen en gaf haar nu en dan waardevolle aanwijzingen, die aan de gratie van haar standen zeer ten goede kwam. Toen de repetitie was afgeloopen, was zij zeer voldaan, terwijl Vera met glinsterende oogen en een kleur van opwinding op den divan neerzonk.
‘Het wordt prachtig!’, riep Dolly uit, ‘je standen zijn uitstekend. Hier en daar nog een kleine verbetering, waarbij ik je wel zal helpen, en het is volmaakt. Het denkbeeld om achter het scherm te gaan dansen is zeer goed.... zelfs een schaduwbeeld kan gracieus zijn.’ Zij beschouwde den dans geheel uit een kunstoogpunt en vermoedde de eigenlijke bedoeling van haar vriendin niet.
‘Wanneer zou ik kunnen optreden?’, vroeg Vera in spanning.
‘Ik zal het met de directie bespreken en voorstellen het op een der avonden van de volgende week te stellen.’
‘O, hoe heerlijk zal dat zijn; eindelijk zal ik mijn doel dan bereiken.’
Zij sprong op en danste uitgelaten het vertrek
| |
| |
door. Dolly zag haar lachend na. De gedachte kwam niet bij haar op, dat zij hierdoor een gevaarlijke mededingster in de kunst vasten voet gaf. Het was haar vriendin, die zij hielp bij het bereiken van haar doel en zij verheugde zich oprecht, dat zij daarin mocht slagen.
‘Kom, Vera, zullen wij ons kleeden en nog even naar het theater gaan om te zien of alles voor vanavond in orde is?’, zeide zij, toen Vera hijgend van opwinding naast haar op den divan was neergezonken.
‘Ja - goed,’ riep deze uit, opnieuw opspringend, ‘je zou dan meteen de besprekingen kunnen houden. Ik hoorde dat de directeur er heden zou zijn.’
‘Goed, als hij er inderdaad is, dan zal ik met hem er over spreken. Ik zal mij persoonlijk voor het welslagen van je optreden aansprakelijk stellen, daar zal hij wel genoegen mede nemen.’
‘Je bent een schat, Dolly,’ riep de ander uit, terwijl zij haar vriendin onstuimig omhelsde.
|
|