Hoe dat meester Jan die Leuwe, een heer van den Perlement, in Hollant quam, ende tgeen dat hi bedreef.
Dat LXXXVIII capitel.
Die heren van den PerlamenteGa naar voetnoot230 weynich achtende op desen brieve dye hem gesonnen was van den gheestlicheit, continerende ende begripende veele scone leringhen, doctrinen ende allegacien uuter Heyligen Scriften ende geestlike rechten, allegerende dat geen keyser, coninc, noch waerlike heren compelleren ende dwingen mochten tot enige exactie, contribucye ende scattinge, hebben raet mit malcanderen ghenomen, ordineerden ende concludeerden, dat meester Jan die Leuwe, here van den Perlament, trecken soude in Hollant, als hy dede, ende quam in Hollant in de maent van november, mit sine dieners ende executoers van deser commissien. Ende alsdoen worden vele van den geestlicheit aviseert ende waerscuwet, dat si vertrecken souden, of men soud se vangen; als si deden. Dair die principael of waren: de prior van Warmont; die prior van Leyderdorp; dye prior van Lopsen; here Thomas uuten Camp, heer Claes Tou, here Walich, paters ende confessoren binnen Delft. Nochtans worden daer heimelic III clerken notarij gevangen, als Frans Peters zoen, Thomas Dircxs zoen van Medeblic, ende Jan Martijns zoen, ende worden in Den Hage ghebrocht. Dairna, op Sinte Willeboorts dach, worden VI religiosen personen cyteert ende ghedaecht van meester Jan die Leuwe te compareren int Perlement tot Mechelen, oft ewelyc uuten lande gebannen te wesen. Hierenboven seyde meester Jan voorscreven uut groter moedicheit ende stouticheit, dat alle de geestlike personen die hair antwoert ende appellacie gesonnen hadden an den heren van den Perlament, verboert hadden lijf ende goet, omdat si in den hove van Romen hadden appelleert, versmaende dat Perlament, ende oec mede want si int beginsel van horen brief salutacie ende gruete geset hadden; want hi seyde, dat die ondersaten hoer oversten niet saluteren noch grueten en sullen; ende also si dit hadden ghedaen, waren si geworden rebel. Mer wat soude die geestlicheit hierop antwoerden, want se niet gehoert en waren? Als nu meester Jan dye Leuwe sach dat dese VI cijteerde niet en compareerden, is hi gecomen tot Delft in Sint Aechten Susterhuys, begerende te hebben een inventarijs van alle des cloesters goeden, roerende ende onrorende, om hem daerna te hebben in der scattinge. Dye mater weygerdet hem, ende dede dat op cloecheit dat men haer cracht ende geweltGa naar voetnoot231 an doen soude, om uut dien te nemen een occasij te cesseren ende op te houden van den Dienst Goods. Daernae is een gebot gegaen bi mandamente van den hove, dwelc Dammas Cijsman, burgemeester tot Delf dede publiceren, dat des anderen dages dairna niemant op die verboernis van live ende goet genaken soude dat convent van Sinte Aechten op CCCC roeden. Doen quam meester Jan weder, ende begeerdeGa naar voetnoot232 te hebben dat inventarijs van des cloesters goeden, dair de mater op antwoerde dat si bereet ware dat te doen mit protestacien, dat men dat mit ghewelde van haer hebben woude; dwelc hi in sulken scine nyet hebben en wouden; ende gaf hoer tijt te beraden wat si doen wilde. Daerna quam hi mitten procuratoer generael ende mit des scouten ende baeljus dyenres van Delf mitten burgemeester voorscreven; met Jacob van Bleyswijck, Cornelis van Andel ende Storm Gerrit zoen, ende nam mit gewelt des maters sloetelen van hoerren sijden, ende voert die registeren van den goeden des convents, ende gaf se den burgemeester, die se voert weder gaf den mater; ende alsdoen gaf sij oeck mede dat inventarijs, mit protestacien dat si dat doer grote molestacien dye men hoer boven rechte andede geven moste; ende dit wert altesamen in ghescrifte geset. Ende opdat hi allen anderen conventen ende geestlicke personen een vrese an doen soude, dede hi cyteren tot Mechelen broeder Joest, prior van Zijon; here Adriaen van Naeldwijc, vicecureyt van dOude Kercke tot Delft; heer Jan Reyers zoen, memorijmeester der selver kercken; meester Jacob Burchaerts zoen ende heer Rutghert. Dit gesciet wesende, nam hi heymelic mit hem die III notarieclerken gevangen, ende brocht se Mechelen ende deed se daer vast setten. Ende alsdoen begeerden de gheestlike personen te hebben delay, dwelc hem consenteert wert. Ende dairbinnen worden si also van den biscop David van Uutrecht informeert ende onder-