Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)
(2011)–Cornelius Aurelius– Auteursrechtelijk beschermdVan enen wonderliken monster dat doe gevangen wort.
| |
[pagina 276r]
| |
enen hant opten scouderen van den enen biscop, ende die ander opten anderen, ghelycken oft hy een redelyck levende creatuer hadde gheweest. Hy wert oeck nyet verstoertGa naar voetnoot599 ofte beroert overmis dye veelheit des volcks, mer ging manierlyck ende zedelyck als die ander biscoppen. Ende als hi gecomen was opten oever van der zee, sach hi die biscoppen ende dat volck vruntlycken ende goedertierlickGa naar voetnoot600 an, ende nam oerlof an den biscoppen mit groter reverentien ende oetmoedelycken hem bughende mitten lichaem, ende begeerde oerlof te hebben; ende mit dien ghing hy alleen int water, ghevende den biscoppen den handt. Ende als hi totten navel toe int water was gegaen, ende hi dye diepte began te voelen, verblide hi hem, ende keerde hem om totten biscoppen ende tvolck, teinde verwachtende, heeft hy sijn hoeft seer laech gebogen tottet volck, ende gaf hem de benedictie mitter rechterhant, makende een teyken des Heyligen Cruys, oft een redelyck ende warachtich biscop hadde geweest; ende terstont ghing hi int water swemmen, ende en wert van niements meer gesien. Dit voerseyde wonder heeft ghesien een vermaert meester die dit aldusGa naar voetnoot601 vertelt heeft op goeder geloven waerachtich te wesen. Ende is dit aldus, voerwaer, soe is God dye Heer wonderlic in alle Sine werken. |
|