Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)
(2011)–Cornelius Aurelius– Auteursrechtelijk beschermdVan den reyse des biscops van Uutrecht tegen heer Jan van Raesvelt, ridder, ende hoe hi die graefscap van Trenten ende stede ende tslot van Koeverden weder aen hem creech.
| |
[pagina 233v]
| |
zomme van penningen op aldusdaniger condicien ende voerwaerden hadden beleent, als dat die biscop van Uutrecht altijt tot sinen belieften ende tot allen tijden ende stonden dese voerseyde heerlicheden soude mogen lossen met alsulken somme van penningen als daer op stonden; ende die biscop dede sine penningen presenteren dairt voir verset was, mer die casteleyn en woude se niet ontfangen; mer hi wilde op dat slot bliven ende behiltet voer hem. Waerom dat die biscop dede vergaderen vele uutgelesen vrome mannen van wapenen, van ridderen, knechten ende sciltknapen, ende is gecomen mit heer Willem van Abcoude, heere te Wijc te Duersteden, heer Jan van Brederoede, sijn swagher, heer Henric van Vianen, heer Jan van Renesse, van Reinouwen, mit groter heercracht int lantGa naar voetnoot463 van Trenten, ende stelde sijn belegge met ontwonden bannieren voer de stede ende tslot van Coeverden. Dwelc siende heer Gijsbrecht van Bronchorst, heer van Burckel, ende Ghijsbrecht van Bronchorst, outste soen des heren van Batenburch, ende noch veel meer andere vrienden ende magen des casteleins van Koeverden, deden den biscop ontseggen, menende dat hi uut vresen des ontseggens van den belegge opbreken soude, hebbende speciael ende groot betrouwen opten hertoge Willem van Gulic ende van Gelre. Mer dit en vorderde hemluden niet, want van die tijt dye biscop dragende ende hebbende goeden moet dat hi noch victorie van den belegge crigen soude, dede hy dat slot ende die stede strengelicker ende harder beleggen, ende benaude se alsoe, dat si hem boden op te geven in des biscops handen ende genaden. Ende dese twist worde gedadinct, als dat die joncheren van Koeverden souden hebben ende ontfanghen van den biscop van Uutrecht alsulke penningen als haer ouders ende voervaders daerop beleent ende staende hadden, ende dye biscop soude weder hebben dat graefscap van Trenten mitter stede ende tslot te Koeverden. |
|