Anno M CCC LXXIX.
Keysers.
Wentzelaus, coninck van Bemen, des verseiden keyser Kaerls soen, als zijn vader gestorven was, worde hi tot Aken ghecroent; mer hij en worde van den paeus niet gheconfirmeert noch ghecroent. Hij regeerde dat Keiserrijc mit sinen vader VIII jaer lang, ende na zijn vaders doot XXII jaer; mer hi was den vader seer onghelijck, want hi sochte meer den goede wijn dan des Rijcks saken, ende was seer oncuysch van leven, also dat hi sere veracht worde. Waerom dat hi van den koervorsten ofgeset worde, ende daer wert een ander in zijn stede gecoren, als hertoge Robbrecht van Beyeren. Ende alle des Rijcs steden ghingen hem of, sonder alleen die van Nuerenburch, die welke haer ambassiaten tot hem senden, biddende ende begerende absolveertGa naar voetnoot444 te wesen van den eede, ende oft node waren so presenteerden si hem te geven XX M gulden. Denwelcken hi ghehoert hebbende, heeft hij se geabsolveert van den eede, behoudelicken dat si hem souden senden IIII wagen Rijnschen wijn, gewassen op Furstenberch bi Bacharack, want dat die beste Rijnsche winen waren. Ten lesten starf dese Wentzelaus tot Pragen, ende wert in des conincx capelle bi den anderen coningen begraven.