Hoe dat grave Dirck dede maken een houten cloester tot Egmont, daer hi in sette nonnen van Sinte Benedictus oerde.
Dat XIII capittel.
Als nu dese doerluchtigheGa naar voetnoot48 prince graef Dirck lange tijt in rusten ende vreden hadde geseten ende out van jaren was geworden, verchiert wesende mit vele doechden, heeft hi uut groter devocien doen maken ende fonderen een cloester van houte in dat dorp van Egmont, dat men van ouden tijden Hallem plach te noemen, ende wordt daerom nu Egmont geheten, wanttet doer die clare verdiensten des heyligen confessoers Sinte Aelbrecht van allen smetten ende onreinicheit der afgoden was geemundeert ende gereynicht. Aldus is Egmont so vele te seggen als tlant dat gheemundeert ende gesuvert is. In welke cloester dese graef Dirck gheset heeft heilige ende devote, eerbare nonnen van Sinte Benedictus oerde, begavende ende versiende dat cloester van sine goeden mit milde ende betamelicke renten en goeden, daer si hair noottruft of mochten hebben ende nemen.
ItemGa naar voetnoot49 in den eersten: In Vrolen IX mansen. In Alcmere XI mansen.
In Callinge dat men nu Toghe hiet die helft van een woninge, betalende alle jaers XIIII ponden. Ende meer andere ghiften ende gaven om weder te vercrigen dat goet des ewigen levens.
Item hier is te weten dat een manse is een stucke lants oft een hoeve lants van XII morgen. Aldus als men seyt, een manse, dat sijn XII morgen lants, oft een manse is geheten een mansioen woninge ofte hofstede, dair hier voertijts XII morgen lants toe plagen te behoeren.