Van een wonderlic teyken ende mirakel dat zijn vrouwe gebuerde na Sinte Gangolfs doet, hoer leven lanc.
Dat XXIX capittel.
Dat des heyligen ridders Sinte Gangolfs doot mit verdiente der martelie God ontfanclic is geweest protesteren ende betugen ons die grote miraculen, die God doer sijn martelaers lichaem, noch onbegraven, bewesen ende gedaen heeft; want doe men sijn heilige lichaem in der kercken totten begravinge dragen soude, sijnder vele siecke menschen, die sijn lichaem roerden ende antasten, van alle siecte ende smarte genesen. Doe dit sijn wijf van een hoer dienstmaecht hoorde, dat hoer man ende heer Gangolf als een warachtelic martelaer miraculen dede, lachte si, ende scempte daermede, seggende aldus: 'Also doet Gangalf miraculen, als mijn aers after spreect.' Ende siet! terstont en mocht si een woort niet spreken, si en maecte van afteren een oneerlic geluyt; welcke passie ende confuys bi haer bleef, al hoer leven lang, ende mocht nimmermeer opten dach der martelie van Sinte Gangolf, dats op een vridage, een woort mitten monde niet uutspreken, si en maecte terstont van afteren een confuselic geluyt. Dat hem oec gewaerdicht heeft coninc Puppijn van Francrijc, daer Gangolf onder diende, persoenlic te ondervinden, want hi heeftetGa naar voetnoot252 besocht ende in der waerheit also bevonden, danckende God almachtich, dat hi sinen vromen voervechter ende cappetein Sinte Gangolf van der croen der martelien niet en priveerde, dien hi voermaels in Langedock ridderlic stryende tegens den ongelovigen mit sijn bluet verdient hadde, hoewel dat hi van dier doot doer Sint Jans hooft verwect was, als voorscreven is.