aan durven kijken! Dit was al veel te veel geweest, - veel meer, dan ze nog ooit in haar leven aan iemand gezegd had, dan ze nog ooit hardop in zichzelf had durven denken!
In een plotselinge schaamte borg ze haar boeltje op, mompelde ze, dat ze in de keuken nog iets vergeten had te doen, en sloop ze weg.
Ze wist niet, dat mevrouw haar met een zacht lachje bleef nakijken, - met een moederlachje...
* * *
Ze raakte het gevoel van schaamte niet kwijt, dien heelen dag niet.
Maar toen ze dien avond vroeg naar bed ging, omdat ze toch haar gedachten niet bij de sommen kon houden, - en toen ze langzaam, moe, de trap op ging, en even stilstond in de gang, de oogen dicht...
Toen zag ze één oogenblik, scherp omlijnd, een gezicht, dat ze al die jaren gezocht had en niet gevonden, - toen hoorde ze één oogenblik, duidelijk, een stem, die ‘Jantje’ zei, - die ze al die jaren had gezocht en niet gevonden:
Moeders gezicht.
Moeders stem.
‘Moeder!’ fluisterde Jantje.