| |
| |
| |
Muzisch Meerdaal
Opgericht in 1983
Redactie:
Albert Daniëls, Rik de Corte, Hugo Keuppens, Jos Stroobants, Werner Abeele, Mark van den Hoof, Lieve van Hoestenberghe, Reine Wellens
Secretariaat:
Cecile Coeckelbergh, Heuvelstraat 3, 3045 Blanden
Jg. [VII]Ga naar voetnoot1, |
nr. 1: |
maart 1989, 50 p. = Uitgelezen |
|
nr. 2: |
mei 1989, 48 p. |
|
nr. 3: |
november 1989, 36 p. |
| |
[Voorwoord], 2, p. 3; 3, p. 3 |
|
Uitgelezen [Citaten], 2, p. 45-46 |
|
Knipselkrant [Literaire nieuwtjes], 3, p. 33-34 |
| |
I. Poëzie
COEN, Mieke
Maison du temps jadis, 2, p. 44
|
|
|
DEFRAINE, Piet
Op lichte voeten, 2, p. 35
‘Hoor mij op lichte voeten treden’ |
|
|
|
ENGELS, Deen
|
|
KEUPPENS, Hugo
[Gedichten]
Oud Heverlee: ‘De herfst is op papier’ 2, p. 33 |
‘Beloften zal mijn denken niet meer horen.’ 2, p. 34 |
De puber: ‘Zij is het meisje dat ze is’ 3, p. 27 |
September: ‘De morgen laat eenden dromen.’ 3, p. 28 |
|
|
| |
| |
LAENEN, Gie
[Gedichten], 2, p. 5-10
De oude koning: ‘Zijn hielen op hoge hakken’ p. 5 |
Aankomst ‘Toen de pest het draagvermogen van het crematorium overschreed,’ p. 6 |
Onder de mandarijnenboom, p. 7 |
Badplaats: ‘Maar de zeeëngte’ p. 9 |
Avond: ‘Druppelsgewijze loop je langs mijn vingers’ p. 10 |
|
|
|
SERGEN, Karel
[Gedichten], 2, p. 38-40
‘hij: een hoestvlek in de weide’, p. 38 |
‘jij was stilte, schemering reeds,’ p. 39 |
‘krankzinnig van het kijken,’ p. 40 |
|
|
|
SEYMUS, Alfons
[Gedichten], 3, p. 29-31
Ogenblik: ‘Rust nu’ p. 29 |
Gesprekspartner: ‘Van glazen lippen’ p. 30 |
Natte was aan de lijn: ‘Haast je arme vogel’ p. 31 |
|
|
|
STROOBANTS, Jos
[Gedichten],Ga naar voetnoot3, 3, p. 18-21
Voor onderweg, p. 18 |
‘vanwaar wij zijn gekomen’ p. 19 |
Ode aan de nacht: tweede nocturne, p. 20-21 |
‘Nacht waarin wij liggen (lichaam lichaam -’ |
|
|
|
VANSTREELS, Miel
Tactiek, 2, p. 36
‘Niet roken pap, denk aan je’ |
|
|
|
WELLENS, Reine
Charles Tomlinson, [Gedichten]. Inl. & vert.: R. Wellens, 3, p. 10; 12-17
Weeklaagster in Jalisco, p. 13 |
Een dood in de woestijn (Ter herinnering aan Homer Vance), p. 15, 17 |
|
|
| |
II. Proza
ABEELE, Werner
Zaterdag - zondag, 3, p. 22-25 |
|
|
DEMEESTER, Rita
Krappe herinnering. Uit: Stampvoeten in het donkerGa naar voetnoot5 2, p. 13-30 - Met prt. |
|
|
LINCK, Jo
Zaïrese verhalen, 3, p. 7-8
Het Museum van Tervuren in Kinshasa, p. 7 |
Mille fois merci, p. 8 |
|
|
Ga naar voetnoot4
| |
| |
TUERLINCKX, Jo
Mijn tante was geen schip, 2, p. 41-42 |
|
| |
Bijzonder nummer
UitgelezenGa naar voetnoot6
(nr. 1, 50 p. - nr. 3, p. 4-5)
Inleiding
ABEELE, Wim van den
Uitgelezen, p. 2
Een keuze gedichten of prozafragmenten door redactieleden, met een verantwoording |
|
|
| |
Bloemlezing
ABEELE, Werner
Verantwoording & keuze, p. 35; 38-45
Yehudi Amichai, [Gedichten]. Uit: Een grote rust. Vert.: Tamir Herzberg |
Op hem kun je bouwen; In de oude stad; Een café in de oude stad p. 40; 41; 42 |
Willem Elsschot, Uit: Het dwaallicht, p. 43-45 |
Eva Gerlach, Intrek; Terug. Uit: Domicilie, p. 38; 39 |
|
|
|
CORTE, Rik de
Verantwoording & keuze, p. 28; 29-35
Isaac Bashevis Singer, Karikatuur. Uit: De Spinoza van Warschau. Uit: Verhalen.. Vert.: A. Polak-Lubbers |
|
|
|
STROOBANTS, Jos
Kies-pijn & keuze, p. 3-4; 5-11
Dirk van Bastelaere, Darwin. Uit: Pornschlegel en andere gedichten, p. 10 |
Charles Ducal, Toch. Uit: Het huwelijk, p. 9 |
Ida Gerhardt, ‘Langzaam opent zich het inzicht’. Uit: De adelaarsvarens, p. 11 |
Rutger Kopland, De kunst der fuge. Uit: Voor het verdwijnt en daarna, p. 5-7 |
Hans Warren, Nadat. Uit: Tijd, p. 8 |
|
|
|
WELLENS, Reine
Verantwoording & keuze, p. 12; 14-26
Bertus Aafjes, Siësta. Uit: Voetreis naar Rome, p. 24 |
Yehudi Amichai, Het schoolplein. Uit: Een grote rust. Vert.: Tamir Herzberg, p. 25 |
Aleidis Dierick, ‘Indringend was het huis aanwezig’. Uit: [Het land van de vijand], p. 20 |
T.S. Eliot, ‘Zuiver de lucht, zuiver de hemel, was de wind...’. Uit: Murder in the cathedral. Vert.: R. Wellens, p. 21 |
Federico Garcia Lorca, Afwezige ziel. Vert. naar Albe, p. 22 |
Ida Gerhardt, Kinderportret. Uit: De adelaarsvarens, 3, p. 4 |
Gabriel Garcia Marquez, De mooiste drenkeling ter wereld, p. 14-18 |
Georgios Seferis, ‘Wij die ons op weg begaven...’, p. 23 |
Paul-Jean Toulet, En Arles. Uit: Contrerimes, p. 26 |
Anton van Wilderode, Een kind. Uit: [De moerbeitoppen ruisten], 3, p. 5 |
|
|
|
-
voetnoot1
- Illustratie: Albert Daniëls, 1, p. 13, 19, 27, 37; 2, p. 8, 16, 31, 37, 43, 47; 3, p. 1, 6, 11, 19, 26, 32
-
voetnoot2
- Ondertekend door voorzitter Wim van den Abeele, alias Werner Abeele
-
voetnoot5
- Inleiding door Reine Wellens: ‘Een stille revolutie’ (p. 11-12)
-
voetnoot4
- Vertaling tegenover oorspronkelijke tekst
|