Bibliografie van de literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland. De tijdschriften verschenen in 1989

[p. 71]

Ganzeveer

Zesmaandelijks tijdschrift
Opgericht in 1987

Verantwoordelijke uitgever:

François Vermeulen, H. Evenepoelstraat 10, 2020 Antwerpen

Jg. III,	nr. 4:	juni 1989, 104 p.
	nr. 5:	december 1989, 102 p.

I. Poëzie

AMELINCKX, Ronald [Gedichten], 4, p. 7-14 ‘Er ontstaat een weg van beginnende gedichten’, p. 8 ‘Slaap wacht er’ p. 9 Droomdrumsolo: ‘pom pom poemple pom’ p. 13 ‘Dagen kolken weg in de zuigende zon’^1 p. 14 Ver boven het leven, 4, p. 10-12 1. Het zieke hotel: ‘de portier opent het portaal’ p. 10 2. Een blinde hersenschudding: ‘eindelijk alleen’ p. 11 3. Ver boven het leven: ‘Je lichaam nieuwt als 't nooit’ p. 12 [Gedichten], 5, p. 8-13 Storing: ‘M'n inwendige figuur drijft de vergetelheid,’ p. 8 ‘Wat scheurt een kalender’ p. 9 ‘Vergeten dagen, verbruikt licht’, p. 10 Morgend: ‘de nagels van m'n kist’ p. 11 ‘Wij spreken een wereld van blijven’ p. 12 ‘De dag, netjes opgevouwen’ p. 13

BUNGENEERS, Marc [Gedichten], 4, p. 15-18 De mode voorbij: ‘Als een lichte partituur’ p. 16 Ingrid - look: ‘Als een papier geworden woord’ p. 17 Dream - look: ‘Van jouw lichaam ontdaan’p. 18 [Gedichten], 5, p. 20-22 ‘Die starre mond’ p. 20 ‘Over de zee ligt de stilte’ p. 21 ‘Met haar glimlach’ p. 22

DAGGELINCKX, Will J.C. [Gedichten], 4, p. 23-32 Vlinder^2: ‘Je ranke vleugels trillen’ p. 24 Mijmering: ‘Je streling is herinnering’ p. 25

1 Gedateerd: 1978

2 Gedateerd: 14.02.89

[p. 72]

Vergankelijkheid: ‘Dit was’ p. 26 Fascination: ‘Je mond is helrode vlam,’ p. 27 Zomernacht: ‘Ik...’ p. 28 Echt-genoten: ‘En als jij me dan in je armen neemt en teder zegt:’ p. 29 Minnedicht: ‘O, heerlijkheid’ p. 30 [Vier]Limericks; [Vier]Inglish lessons (limericks), p. 31; 32 [Gedichten], 5, p. 23-30 Kanker^3: ‘Baso cellulair carcinoom,’ p. 24 Trouwdag^4: ‘Een dag zoals vandaag’ p. 25 25 december^5: ‘haar groene ogen lachen licht’ p. 26 Perspectief: ‘de jonge aanstaande moeder,’ p. 27 Kindervragen: ‘Waarom vallen regendruppels naar beneden’ p. 28 Onbereikbaar: ‘Annemie, mijn kind,’ p. 29 [Vier] Limericks, p. 30

GEEL, Denise van [Gedichten], 4, p. 69-78 Adolescenten^6: ‘Regelmatig doet mijn solide trio’ p. 70 Oeverloos: ‘terwijl mijn lichaam’ p. 71 Body to body love: ‘Het punt waar onze ogen raken’ p. 72 De kleur van succes: ‘Ik leef nog de herinnering’ p. 73 Mijn eerste liefde^7: ‘Eens’ p. 74 Onder mijn huid: ‘Het vonkte toen je het aanwreef.’ p. 75 Haagschool: ‘Vluchtend de verveling’ p. 76 Geschenk: ‘Dubbele harmonie van’ p. 77 Vader: ‘Losgemaakt door de wind’ p. 78 [Gedichten], 5, p. 79-86 Zachtzinnig: ‘Als witte bloesem gekleed zijn’ p. 80 Contrast^8: ‘je lacht de lome lach’ p. 81 Liefde smaakt naar jou: ‘teer als slaap heb ik’ p. 82 Dromen: ‘de wereld is van mij’ p. 83 Vrijen: ‘Om kilte te vergeten’ p. 84 ‘Rillend mijn schaduw’ p. 85 Ibiza ‘Met kromme bomen’ p. 86

GYS, Sandra [Gedichten], 4, p. 43-50 Geen bijbedoelingen: ‘Wanneer ik leçon met een cedille aan de “c”’ p. 44 Een dag, ergens: onbepaald: ‘Nevel in de daken van de bomen’ p. 45 16 juni: ‘6 uur 's morgens’ p. 46 Hoop: ‘Waar bleef de dag’ p. 47 In het vuur van de discussie: ‘Doodse stilte’ p. 48 Bij de start van een nieuw seizoen: ‘Zondagnamiddaggezelligheid’ p. 49 Redeloze vreugde: ‘En wanneer hij dan ver weg is’ p. 50

3 Gedateerd: aug. '89

4 Gedateerd: 01.07.89

5 Gedateerd: 1988

6 Opdracht: Voor mijn kinderen

7 Opdracht: Voor mijn moeder

8 Opdracht: Voor Saskia

[p. 73]

[Gedichten], 5, p. 39-46 Lente, waar alles begon: ‘Ze loopt’ p. 40 Jij: ‘Jij bent de enige wie ik vertrouw’ p. 41 Voorspelbaar verlangen: ‘We gooiden een boemerang naar Venus’ p. 42 Klein: ‘Toen je er nog niet was’ p. 43 Ademloos: ‘De warme stem en de zwepende muziek’ p. 44 Jij wenst nooit haat: ‘Zoals je daar nu zit’ p. 45 Slapeloos: ‘Heel even nog’ p. 46

HAEST, Lamberta [Gedichten], 5, p. 50-54 Hoogdag: ‘het krioelt in de straten’ p. 50-51 Vermoeden: ‘Ik lach en mijn hart zingt’ p. 52 Wachten: ‘De uren kruipen voort als trage kevers’ p. 53 Berusting ‘Oh, dood gij hebt mij veel ontnomen’ p. 54

HOVE, André van [Gedichten], 4, p. 79-86 Voor Maarten Luther King: ‘Hij stierf zonder wapen in de hand’ p. 80 ‘Ik nam een pen’ p. 81 Aktieve geweldloosheid: ‘Wat baten woorden’ p. 82 Muren: ‘Ik zou liefst schrijvend wegkruipen’ p. 83 Brussel Centraal: ‘In de Brusselse ondergrond’ p. 84 Begrijpen: ‘De najaarswind spon onophoudelijk geluiden’ p. 85 Ver weg: ‘... ik verloor houvast’ p. 86 Point final: ‘Ik heb je geloofd’ p. 86

MOYSON, Elisabeth [Gedichten], 4, p. 51-58 ‘Boeken!’ p. 52 ‘Trillend van trots én schaamte’ p. 53 ‘Ik heb de avond lief:’ p. 54 Treurdicht om de teleurgang van de hoofsheid^9: ‘Met jou beklaag ik mij’ p. 55 ‘Elke dag sterven mensen’ p. 56 Sans rancune: ‘Verleden is een aaneengeregen web’ p. 57 Waarden - verschuiving: ‘Toen klagen nog mocht’ p. 58 [Gedichten], 5, p. 55-62 ‘Concreet’ p. 56 ‘Ik sluit de gordijnen’ p. 57 ‘Wat lijkt de wereld lelijk nu ik naar jou kijk!’ (Hugo Claus): ‘Ik wil een hoer zijn’ p. 58 Voor Salvador Dali: ‘Er is een rat’ p. 59 ‘Ben ik wakker’ p. 60 Te moe: ‘Daar is de droom’ p. 61 ‘Ik dacht: het is voorbij nu;’ p. 62

POLIS, Harold [Gedichten], 5, p. 63-70 Van Scylla in Charybdis: ‘Je ziekte is al veel beter’ p. 64 In het donker zien alle schapen zwart ‘zie hen in orgelstilte staan’ p. 65 In jouw oneindigheid: ‘op deze nacht zijn onze maan en sterren geprikt’ p. 66 Juan Bastos: ‘Daar gaan we dan ondersteboven’ p. 67

9 Opdracht: Voor W.F.

[p. 74]

Altijd hetzelfde liedje: ‘Zover zijn we gekomen, zover zijn we teruggegaan’ p. 68 De eenzame verkrachter: ‘en niets dient er gezegd’ p. 69-70

VANDEWIJER, Ina [Gedichten], 4, p. 59-62 ‘in de nacht’ p. 60 ‘trots stond je daar,’ p. 61 ‘Morgen met jou,’ p. 62 [Gedichten], 5, p. 72-78 ‘ik heb liever dat je weggaat’ p. 72 ‘in de maandagmorgenkluis’ p. 73 ‘ik wou zoveel’ p. 74 Hospitaal: ‘achttien,’ p. 75 ‘een enorm zwarte arend’ p. 76 Soweto, Baragwanath hospitaal: ‘zaterdagnacht,’, p. 77 ‘in de stille leegte’ p. 78

VERBEKE, Ugo [Gedichten], 4 p. 87-94 Jeugd: ‘Jeugd is illusie’ p. 88 Stad in de nacht: ‘De nacht spant zich’ p. 89 Liefde is licht: ‘Elke wolkenloze dag vertelt’ p. 90 Nestwarmte: ‘Ben jij die onbereikbare’ p. 91 Droomwereld: ‘Mijn kloppend hart’ p. 92 Hallucinant: ‘Het zwarte zeewater’ p. 93 Poolse reis: ‘De gouden zon klimt’ p. 94 [Gedichten], 5, p. 87-94 ‘Door de gesloten ramen’ p. 88 ‘Het landschap draagt verre horizonten’ p. 89 Tableau vivant: ‘Als geplukt uit’ p. 90 ‘Regen gutst in stromen’ p. 91 ‘De zon daalt koud en rood’ p. 92 Vlaanderen: ‘In het egaal vlakke land’ p. 83 [Vier] haiku's, p. 94

VERMEULEN, François [Gedichten], 4, p. 95-102 ‘vingertoppen raken mekaar’ p. 96 ‘In de aardse tuin vol zalen’ p. 97 ‘Mijn schaduw verliet me even’ p. 98 ‘Hoor je het snorren van haar bromfiets’ p. 99 ‘In de krimpholte van je oksel’ p. 100 ‘Op de straatstenen’ p. 101 ‘Kniesoor eerste klas die jongen.’ p. 102 ‘Al die dromen’ p. 103 ‘Terwijl je de laatste sluier oplicht’ p. 104 [Gedichten], 5, p. 95-102 ‘Het Leven is als een L.P.’ p. 96 ‘Je huisde in mij’ p. 96 Vader: ‘Je knarste met je tanden,’ p. 97 ‘In de herfst sterft de nagalm van de vakantie.’ p. 98 Van A. tot L.: ‘De correlatie tussen het strand,’ p. 99 ‘Duizenden vensters behagen me niet’ p. 100 ‘Je keek, je lachte’ p. 101 ‘In de stad’ p. 102

[p. 75]

WIT, Olga de [Gedichten] ‘Afschuwelijk gelach’ 4, p. 42 Dachau: ‘Hij strompelt langs de weg’ 5, p. 37 ‘Witte schorten’ 5, p. 38

II. Proza

HAEST, Lamberta Het eikeltje, 5, p. 47-49

VANDEWIJER, Ina Ngkoi, 4, p. 63-68

WIT, Olga de [Verhalen], 4 Een koopje, p. 33-37 Planning, p. 38-39 De Bijbelman, p. 40 Moeder, p. 41 Tram 4, p. 42 De rode ballon, 5, p. 32-36

IV. Kritische bijdragen

AMELINCKX, Ronald [Aforismen], 5, p. 14

BUNGENEERS, Marc Waar de beschavingsster bleef stille staan, 4, p. 19-22 Over Israël en de Palestijnen Europa 92 [en de Belgische politici], 5, p. 15-18 Aforismen, 5, p. 19