| |
| |
| |
Raster
Tijdschrift in boekvorm
Driemaandelijkse uitgave
Opgericht in 1977
Redactie:
Nr. 39: H.W. Bakx, J. Bernlef, C. Offermans, H. Tentije, J.F. Vogelaar
Nr. 40: Dezelfden, behalve J. Bernlef
| |
Artikel van de redactie
Tien jaar Raster, 40, pp. 9-11
Met ‘10 jaar Raster. 40 boeken [Een onverzicht]’, pp. 194-199 |
|
| |
I. Poëzie
BERGE, H.C. ten
Nezahualcoyotl, [Acht liederen]. Inl.Ga naar voetnoot3, vert. & aantekeningen: H.C. ten Berge, 40, pp. 122-124; 125-135; 136-137
‘Vrienden sta op!’; ‘Ik zet mijn trommel klaar’, p. 125; 126 |
Lentelied; De Bloeiende Boom (een dialoog), p. 127; 128-130 |
‘Jij blauwe vogel, jij stralende ara,’ p. 131 |
‘Jouw bloemen zijn gevat in bladeren van smaragd’ p. 132 |
‘Ik ben bedwelmd, ik huil en klaag,’; Adieulied, pp. 134; 135 |
|
|
|
KOUWENAAR, Gerrit
Vier gedichten, 40, pp. 45-48
Droom: ‘Men droomt dat de vader en moeder verhuisd zijn’ p. 45 |
Grote verwachtingen: ‘Met het nieuwe horloge verjaart men de avond’ pp. 46-48 |
Aankomst: ‘Zoals men aankomt op een station’ p. 49 |
Een eter in het najaar: ‘Steeds meer vereenzelvigt men zich’ p. 50 |
|
|
|
NOOTEBOOM, Cees
Basho, 40, pp. 71-74
1. | ‘Oude man tussen het riet achterdocht van de dichter.’ p. 71 |
2. | ‘Wij kennen de poëtische poëzie de gemene gevaren’ p. 72 |
3. | ‘Nergens in dit heelal heb ik een vaste woonplaats’ p. 73 |
4. | ‘De dichter is een gemaal door hem wordt het landschap van woorden.’ p. 74 |
|
|
| |
| |
| |
Bijzonder nummer/gedeelte
De zinnen
(nr. 39, 197 pp.)
Eindredactie: H.W. Bakx & J.F. Vogelaar
Bij Raster 39, pp. 6-7
Tegenover ‘de reductie van het zintuiglijke’ vindt men in een aantal van de hier samengebracht teksten ‘een hang naar het zinnelijke, in een wereld waarvan de loop zich steeds onzichtbaarder voltrekt’ |
|
|
BOEKE, Yond & KRONE, Patty
Italo Calvino, Onder de Jaguar-zon (Uit: Wanneer ik opkijk van de geschreven pagina... (1984). [Uit: Sotto il solo giaguaro, 1986]. Vert.: Y. Boeke & P. Krone, pp. 8-26
|
|
|
BUUREN, Maarten van
Beproevingen en bezweringen, pp. 132-138
‘Twee globale tendensen beheersen het werk van Michaux: de angst voor de verschrikkingen die uit het onderbewuste naar boven komen en het streven om die verschrikkingen te bezweren’ (p. 133) |
Met Teksten van Henri Michaux in vert., pp. 139-148 |
Pas op je voeten; In bed; Na mijn dood; Interventie, p. 139; 140; 141-142; 143 |
Als de zee; Aan het spit; In antwoord op uw vraag, p. 144; 145; 146 |
Het huiskameronweer; De hemel van de spermatozoön, p. 147; 148 |
|
|
|
OFFERMANS, Cyrille
Amor fati. Fragmenten over Paul Klee, pp. 27-53 - Met ill.
Portret van de kunstenaar als violist, pp. 27-28 |
Gestiek van het schrijven; Onderhands, pp. 28-32; 32-34 |
Voorbij Mozart; Benaderingen, pp. 34-35, 37; 38-39, 41 |
Het niet-weten; Warming up, pp. 41-48, 52; 52-53 |
|
|
|
ORANJE, Wilfred
Guido Ceronetti, De stilte van het lichaam. [Fragmenten uit: Il silenzio del corpo. Materiali per studio di medicina, 1979]. Vert.: W. Oranje, pp. 117-131 |
|
|
SLOOTEN, Johanneke van
Wie horen wil moet voelen. Lichaam en zintuigen in de geïmproviseerde muziek, pp. 72-92
‘In deze speurtocht... toegespitst in dit geval op de fysieke en zintuigelijke kwaliteiten van muziekmaken ligt de sprekendste bron bij de muzikanten zelf’ (p. 72); met citaten uit gesprekken met Han Bennink, Greetje Bijma, Martin van Duynhoven, Gery Hemingway, Ig Henneman, Guus Janssen, Jan Kuiper, Victorine Varekamp, Wolter Wierbos |
|
|
| |
| |
VOGELAAR, J.F.
J.M.G. Le Clézio, spoorzoeker, pp. 54-56
‘De personen die bij Le Clézio door de stad lopen zijn geen flaneurs, maar mensen die voortdurend op zoek zijn, zonder precies te weten waarnaar’ (p. 55) |
Met fragmenten uit L'inconnu sur la terre (1978) in de vert. van Jeanne Holierhoek: Het ongekende op aarde, pp. 57-71 |
|
|
Gesloten gezichten. Bij figuren van Ossip [Elf schetsen], pp. 105-116 - Met ill.: omslag, p. 1, pp. 94-104
Hij zingt omdat hij niet kan huilen, p. 105 |
Wat doe jij in zijn hoofd?, pp. 106-107 |
Heeft de kleurenblinde niet een paar woorden over?, pp. 107-108 |
Verplaatsing - sta je in zijn schoenen, pp. 108-109 |
Hoe kun je slapen terwijl er overal zoveel gebeurt?, p. 109 |
De gezichteneter is langsgeweest, p. 110 |
Als ze je niet lusten is dat nog geen reden om jezelf op te vreten, pp. 110-112 |
Afwezig; Zinsbegoocheling in hoger sferen, pp. 112-113 |
Uilebal en een oud verhaal; Marche éroique, pp. 115-116 |
IJlhoofdig: ik ben je stem kwijt, p. 116 |
|
|
‘Je zit niet alleen in je vel’. Plume - familieportret met bijschriften, pp. 148-173
Over het werk van Henri Michaux en de figuur Plume; met tal van fragmenten in vertaling |
|
|
|
WEELDEN, Dirk van
Onrechtmatige zintuigen. Over Jacques Rigaut, pp. 174-180
Met fragmenten in de vert. van Everdien van Loo o.d.t. De spiegel, pp. 181-185: |
1-7; Recapitulatie (Niet gepubliceerd), pp. 181-182; 182 |
‘Ik zal ernstig zijn...’, pp. 182-185 |
Algemeen bureau voor zelfmoord, pp. 186-187 |
Losse gedachten, pp. 187-195 |
|
|
| |
De toekomst van het lezen
(nr. 40, pp. 12-193) - Met prtn.Ga naar voetnoot1
Eindredactie: J. Bernlef
Aanleiding: Een artikel van George Steiner ‘De luxe van het lezen’ in De Volkskrant van 22 juni 1985, een ‘enigszins bekorte versie van een lezing in New York’ in mei 1985, over een toenemende kloof ‘tussen het semi- of subalfabetisme van de moderne massamedia en de idealen van het geletterde denken in de oude betekenis van het woord’ (p. 11)
ANKER, Robert
Pollock versus broertje, pp. 54-70
Beschouwingen over het literatuuronderwijs op de middelbare scholen |
|
|
|
BALKT, H.H. ter
Van den Lande van Oversee, pp. 97-102
Losse aantekeningen over het toenemend gebruik van video en van tekens i.p.v. woorden |
|
|
| |
| |
BAKX, Hans W.
Enkele kleine gedachten over een groot onderwerp, pp. 166-171
‘Het verval van het woord’ is niet zozeer te wijten aan de beeldcultuur, maar aan ‘het uithollen van dat woord van binnenuit: de overproductie van drukwerk’ (p. 171) |
|
|
|
BERNLEF, J.
Heel het raderwerk. Een brief, pp. 186-190
Over het cultureel klimaat in Nederland: er is ‘een groep quasi-geletterden ontstaan voor wie het lezen en praten over literatuur belangrijker is geworden dan de literatuur zelf’ (p. 189) |
|
|
|
BOXSEL, Matthijs van
Methodische domheid. Proeve van een nihilistische hermeneutiek, pp. 84-88
Over de verschillende stadia van ‘verlichte domheid’ |
|
|
|
BUUREN, Maarten van
Het boek als fetisj, pp. 103-110
Tegen Steiners ‘conservatieve cultuurideaal’, met een uitweiding over architect Adolf Loos' ambivalente houding tegenover traditie (pp. 104-106, met ill.) |
|
|
|
FONTIJN, Jan
Kunst als religie. Enige notities, pp. 75-83
‘Nu het geloof (van veel kunstenaars) weg is, moet de kunst alles goed maken’ (p. 78) |
|
|
|
HAVERKAMP, Friso
George Steiner, Na het boek? (1972). Vert.: F. Haverkamp, pp. 18-31 |
|
|
KRUITHOF, Jacques
De eenzame in de herfst, pp. 32-44
Tegen Steiners' pessimistische visie wat de huidige tijd betreft: ‘de literatuur is al meer dan een eeuw het domein van de vrijdenker, de intellectueel, de elite’ (p. 36) |
|
|
|
LESMAN, Karol
Stanislav Lemm, ‘Do yourself a book’. Vert.: K. Lesman, pp. 12-17
Een verhaal uit een bundel met analyses en kritische besprekingen van nietbestaande boeken |
|
|
|
OFFERMANS, Cyrille
Een blik naar de sterren. George Steiner en de georganiseerde onverschilligheid, pp. 138-148
De kloof tussen echte lezers en onverschillige cultuurconsumenten ontstond zelfs vroeger dan 1914, Steiners catastrofejaar, en wel ca. 1848 met de groei van de roddelkrant; verdediging van Steiners nostalgie en van zijn hekel aan literatuurwetenschap |
|
|
|
ROBBERECHTS, Daniël
Polytechnisch [Notities], pp. 111-120 |
|
|
TENTIJE, Hans
Verdwijnende tekens, pp. 149-165 - Met tekeningen van Rob Verkerk
Over Günter Grass' Hundejahre en de ‘vogelverschrikkersbedenkende geest’ van de romanfiguur Eddi Amsel en Georg Steiners Een opmerking over Günter Grass opge- |
|
|
| |
| |
nomen in Verval van het woord, 1974); over het in 1944 door de Duitsers uitgemoorde en uitgebrande dorpje Oradour-sur-Glane; de eerste Holocaust-strip van Art Spiegelman: Mauschwitz |
|
|
|
VOGELAAR, J.F.
Een charmante machine, pp. 172-185
Tegen Steiners ‘weinig kritische, bijna hulpeloze manier waarop een bepaalde, gedateerde leescultuur verdedigd wordt’ (p. 177); over ‘het actieve lezen’ |
|
|
|
-
voetnoot1
- Eindredactie: H.W. Bakx & J.F. Vogelaar
-
voetnoot1
- Portretten van lezende schrijvers uit de collectie van het Letterkundig Museum Den Haag, pp. 1-3
|