Bibliografie van de literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland. De tijdschriften verschenen in 1985

[p. 136]

Muzisch Meerdaal

Driemaandelijks Tijdschrift
Opgericht in 1983

Bestuur: Cecile Coeckelbergh, Paul Coeckelbergh, Hilde de Corte, Rik de Corte, Hugo Keuppens, Wim van den Abeele, Jef van den Brandt, Reine Willems

Redaktie: Albert Daniëls, Rik de Corte, Hugo Keuppens, Jos Stroobants, Werner Abeele, Mark van den Hoof, Lieve van Hoestenberghe, Reine Wellens

Redaktiesekretariaat: Cecile Coeckelbergh, Heuvelstraat, 3045 Blanden

Jg. III^1,	nr. 1:	februari 1985, 27 pp.
	nr. 2:	juni 1985, 28 pp.
	nr. 3:	[september 1985], 27 pp.
	nr. 4:	december 1985, 23 pp.

1 Illustratie: Albert Daniëls, omslag: 1, p. 4, 5, 7, 9, 15, 20, 27; 2, p. 5, 7, 13, 17, 25; 3, p. 2, 15, 21, 25; 4, p. 1, 6, 14, 23

I. Poëzie

ABEELE, Werner [Gedichten] Einstein: ‘Voor slechts vijftig Belgische’ 2, p. 16 ‘Spoorslags de hoeven, geen hinder’ 4, p. 13

ABE LARD [Gedichten] Luxembourg - on the road, 2, p. 4 1. ‘Wij hebben de blauwe reiger gezien’ 2. ‘Loipen bedriegen niet. Zij zijn’ 3. ‘Zo dringt één enkele langlaufer’ 4. ‘Als hij zijdelings poseert,’ 5. ‘Twee zwarte merels geven’ 6. ‘Langs verroeste wegen. Sneeuw’ Foto's Herman Selleslags, 2, p. 5 1. ‘Hij slaapt languit. Zij leunt’ 2. ‘Hoewel egaal roept het interieur’ Treurzang, 2, p. 18 a. ‘Water zoekt de diepste gleuven’ b. ‘Intens en evenzogoed aan liefde onderhevig.’ Kapittel, 2, p. 19 a. ‘Een vader. Langsgaan en liefhebben.’ b. ‘Kleurrijk en wankel.’ Pompei, 3, p. 24 a. ‘Aarzelende spanen nog nat van zee,’ b. ‘zeven krijgers in kadans’

[p. 137]

ANTHONIS, Johan [Gedichten], 1, pp. 10-11 ‘Marie-Line je avond’ p. 10 Dame-gambiet: ‘Ik wil je schaken’ p. 11

BLOCK, Lut de [Gedichten], 1 ‘Vredig als een whisky of een Ierse vlakte^1, p. 4 De slacht: ‘Toen ik konijn fileerde, sneed ik’, p. 13

BRANDE, Leopold M. van den Fatum^2, 1, p. 6 ‘Misschien, heeft men mij zo wel bedoeld.’

BUNGENEERS, Marc Ginds draagt de nacht je laatste koude, 1, p. 12 ‘Toen je traagste adem’

COPPERS, Toni Mandragora, 3, p. 26 1. ‘de dag deint langzaam weg’ 2. ‘zij slaat de avond’

DEVEL, Ginette Mijn kind, 3, p. 4 ‘Ik had je gedroomd’

FLORIZOONE, Gery Gestalte, 1, p. 16 ‘Hoe klein ik was,’

GUILINI-VERMOORTEL, Chris ‘Geen spiegel waar ik je afwezigheid voorbij kan gaan’^3, 1, p. 7

GLADINEZ, Cyriel In de koele nissen van de nacht, 1, p. 17 ‘als ze komt vannacht’

HOESTENBERGHE, Lieve van [Gedichten], 3 Zonen: ‘Ik lees en vouw de diepte van de hemel’ p. 3 Het woord: ‘Hoe wij elkander vinden’ p. 11 Visser: ‘Hij kan zijn oren niet geloven’ p. 12 Tegenspraak: ‘Aan deze wereld blijf ik trouw’ p. 13 Avond: ‘Rust ligt toegeplooid heel even,’ p. 14 ‘Deze tijd van droogte, van weelde’ p. 16 ‘Misschien is er iemand’ p. 17 Betrekkelijkheid: ‘Vandaag zo leeggelopen als een blik.’ p. 18

1 1e prijs Poëziewedstrijd Muzisch Meerdaal 1984

2 2de prijs Poëziewedstrijd Muzisch Meerdaal 1984

3 3de prijs Poëziewedstrijd Muzisch Meerdaal 1984

[p. 138]

KARAN DASJ Tingel tangel, 4, p. 20 ‘Het zijn kleine muziekjes’

KEUPPENS, Hugo [Gedichten], 2, pp. 6-7 Mijn dochter: ‘Je bent gekomen in het vermoeden, niet van weten’ p. 6 Wintervelden: ‘De velden zijn’ p. 7

KILLEGEM, Denijs van Tehuis, 1, p. 22 ‘dragen’

MAELE, Romain John van de [Gedichten] ‘de kalkstenen illusie van hazen’, 1, p. 21 In onze bolderwagen, 2, p. 10 Avraches^1: het is merkwaardig stil in de jardin des plantes' 2, p. 11 Egotrip: ‘Geweckt en vrolijk’ 3, p. 20 Blauwvoet?: ‘Toen wij het bos verlieten,’ 3, p. 22 De Koog: ‘Een late broedvogel trekt langzaam’ 4, p. 19

MAYA La condition humaine, 3, p. 19 ‘ik ben een doodgeboren kind’

MEEKERS, Mark ‘Tussen ons staat een Venetiaans paard geblazen, dat langs’, 1, pp. 18-17

POORTERE, José de ‘Als ik zo met je lig’ 1, p. 14

RIGOLLE, Paul Een dorp (K., ca 2800 zielen), 1, p. 19 ‘Een stip nog steeds. Amper een voetnoot groot’

STABERGH, Ina ‘Met mij naast’, 2, p. 17

WELLENS, Reine [Gedichten] Geografie: ‘Dit heimwee blijft wellicht voorgoed:’ 2, p. 12 Voor Sebastian: ‘uit de zee kom je’ 2, p. 14 Droomgebied: ‘Waziger zijn de bergen aan de horizon’ 2, p. 15 Spleen: ‘Eind augustus’ 4, p. 3 Panta rhei: ‘Wekelijks wisselend’ 4, p. 4 Hiërogliefe van het eeuwig leven, 4, p. 5 1. ‘de maanbark’ 2. ‘lentedauw over het nachtelijk gras’

1 Opdracht: Voor mijn ongeboren kind

[p. 139]

WIEGEL, Felix [Gedichten], 3 Kahlil Gibran: ‘Hij draait nu naar links. Richting’, p. 5 In the churchyard of Lord Byron: ‘Als achterhaalde gedachten steken zij’ p. 23

II. Proza

COPPERS, Toni Over Dostojevski, 3, pp. 6-10

HOOF, Mark van den De ontmoediging, 4, pp. 7-12

MAELE, Romain John van de Het landschap, 4, pp. 15-18

IV. Kritische bijdragen

ABEELE, Werner Albert Daniëls: Pell-mell, 1, pp. 23-27 - Met ill.

ABEELE, W. van den Een nieuwe lente en een bekend geluid, 2, p. 3 Dit jaar nog eenmaal de Pegasus op, 4, p. 2

STROOBANTS, Jos. Een tuin van troost. Over Verkleurde tuin van Bea de Longie, 2, pp. 8-9

WATERSCHOOT, Dries Bij de Derde Poëziewedstrijd van Muzisch Meerdaal, 1, pp. 1-3