Bibliografie van de literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland. De tijdschriften verschenen in 1982

[p. 275]

Molekuul

Letterlievend perspektief
Opgericht in 1982

Redaktie:

Nr. 1: Martin de Zoete, Rigtje Ferwerda, Wout Oosthoek

Nrs. 2-3: Dezelfden, met Germa Borst

Redaktie-adres: Postbus 19177, 3501 DD Utrecht

Jg. I, nrs. 1, 2, 3: lente, zomer, herfst 1982, 96 pp.

Artikel van de redactie

Verantwoording en oproep, 1, p. 3-4

I. Poëzie

BEKS, Herman [Gedichten], 3, pp. 85-88 Vanavond ben je weer gestorven: ‘Lam staat de lucht, stil achter de ruiten’ p. 85 Kusadasi (Turkije), 1968: ‘De zon trekt zijn hitte in’ p. 86 ‘Kom’ p. 86 Burengerucht: ‘De vrees tot samenzweren’ p. 87 Terug naar Groningen: ‘De kamers liggen nu op afstand’ p. 88

BESSELS, Gerard [Gedichten], 2, pp. 36-38 De zot (1975): ‘Ik ben de zot’ p. 36 ‘Opdat wij voorgoed gestopt zijn’ p. 37 ‘Als jullie nog eens wakker worden’ p. 38

BRAUW, Ariane de [Gedichten], 3, pp. 91-92 ‘Eens ontwaken door toedoen’ p. 91 ‘Kortom’ p. 92

FRIJLING, Willem [Gedichten] ‘De hemel strakblauw’ 2, p. 52 ‘Zijn snelheid’ 2, p. 53 ‘Rondom de volle maan’ 3, p. 76 ‘Lopen in het naaktgebied’ 3, p. 77

GERMA [Gedichten] Nach dir kein Bildnis: ‘De zeefdruk van het verleden’ 1, p. 16 Terugtrekken: ‘Stilletjes wegsluipen van hier’ 1, p. 18 Waar zaterdag in het niets verdween: ‘Zou het niet fijn zijn om altijd zo te leven’ pp. 19-20

[p. 276]

Haiku, p. 20 Depressie: ‘Zo levendig’ 2, p. 41 Roof: ‘Berekenend oog’ 2, p. 42 Voor de tweede keer: ‘Lig je onder de dekens van’ 2, p. 43 ‘Niemand wist’ 3, p. 84

HALSEMA, Frans ‘Van buiten kwamen zij’, 3, p. 78

JONGH, Edwin de [Gedichten], 2, pp. 60-62 Branding: ‘Dapper wierpen zij zich in de strijd’ p. 60 Naderend onheil: ‘Donkere wolkenvelden strekten zich uit’ p. 61 Als haat de waarheid is: ‘En liegen de leuze’ p. 62

K., Anna [Gedichten]^1 ‘Ik bied je weinig rumte aan, 1, p. 5 ‘Ik zag het blad’ 1, p. 10 ‘Dat ene moment’ 1, p. 15 ‘Als de ochtendzon’ 1, p. 26 ‘Ben jij mijn raam’ 1, p. 28 ‘In de omheining’ 1, p. 30 ‘De dagen door’ 2, p. 39 ‘Zal ik mijn aarzelende hand’ p. 51 ‘Verdriet loert als een morrend monster’ 3, p. 73 ‘De dag nam zijn aanloop’ 3, p. 74

KOOTEN NIEKERK, Magda van [Gedichten] Weemoed: ‘De rode schijn is terug op de gezichten’ 2, p. 48 Herfst: ‘Verstild is de zang en de roep van de vogels’ 2, p. 49 ‘Er is een kind woonachtig in mijn stad’ 2, p. 50 De meeuw: ‘De wereld ging vandaag weer onder in de zee’ 3, p. 69 Observatie: ‘Als je je hoofd buigt’ 3, p. 70 Achtertuin: ‘Dit is het paradijs waar ik als kind speelde 3, p. 71

KULSEN, Marlène [Gedichten] ‘In een nacht niet zwart genoeg’ 2, p. 40 Herfst: ‘Met zouten wangen, nat’ 3, p. 75

KWATRO, Soezi ‘Cambrinus is de God’, 3, p. 93

NEVELSPREY, D. [Gedichten] Als en misschien nooit: ‘Als de herfstwind appelbloesems waait’ 1, p. 11 Voor de spiegel: ‘De nacht staat op wacht’ 1, p. 27

1 ‘Changing’ of ‘Carte blanche’ (1, p. 17): een reeks tekeningen

[p. 277]

OOSTHOEK, Wout [Gedichten] De plas: ‘Lavend zijgt uit zatte luchten’ 1, p. 9 Drie haiku, 1, p. 29 1975: ‘Kom goede dood’ 2, p. 45 Leven^1: ‘Pastelgroen weefsel waaiert door de bomen’ 3, p. 89 Adieu: ‘Het asfalt glom’ 3, p. 90

ZOETE, Martin de [Gedichten] Traagheid: ‘Regen is langs’ 1, p. 12 Retorica: ‘Een spreker’ 1, p. 13 ‘Nauwelijks wakker’ 1, p. 14 Verduistering: ‘Zie het schudden, stampvoeten der bomen’ 2, p. 58 ‘Morgen ga ik’ 2, p. 59

1 Opdracht: Voor Betty Simons

II. Proza

GRACHT, Dirk van de Uit het leven van Basje. Eerste en tweede episode, 1, pp. 21-25; 2, pp. 54-57

K., Anna Verraad, 3, pp. 67-68

OOSTHOEK, Wout Heb je wel eens een mens doodgeschoten? 3, pp. 79-83

ZOETE, Martin de Herman, 1, pp. 6-8 De meeuwen, 2, p. 35 De ogen, 2, p. 44

IV. Kritische bijdragen

ZOETE, Martin de Van her en der Literaire nieuwtjes, 1, pp. 31-32 Gesprek met Arjan van Nimwegen over zijn boekhandel ‘De Utrechtse’, 2, pp. 63-64 De Carmiggeltkring, 3, pp. 93-96