| |
| |
| |
New Found Land
Opgericht in 1981
Redactie: Hans Faverey, Louis Ferron, Hans Keller, Barber van de Pol
Redactieraad (nr. 2): Peter Bulthuis, Remco Campert, Kees van Kooten
Redactiesecretaris: Marijke Borgart
Redactie en administratie: Van Miereveldstraat 1, 1071 DW Amsterdam
Uitgeverij: De Bezige Bij, Amsterdam
| |
Artikels van de redactie
Mainzer BeobachterGa naar voetnoot2, 1, pp. 87-88
Mededeling van een passage uit Cd Busken Huet, Litterarische fantasien en kritieken, over Multatuli en de zg. Mainzer Beobachter waaruit hij nieuwtjes mededeelde in de Haarlemsche Courant |
De rubriek opent telkens met een citaat uit een bijdrage van Multatuli |
|
|
Kraken in De Krakeling. Het Hermans-Goedegebuuredebat van 7 juni 1981 in ‘De Krakeling’. Zo volledig mogelijk! Met de discussie na de pauze, 2, pp. 80-90; 90-99
Mededeling van de door W.F. Hermans en Jaap Goedegebuure geautoriseerde versie, op basis van de geluidsbanden van de VARA. ‘Waar de auteur dat nodig achtte, heeft hij hier en daar de ambiance in de zaal gekarakteriseerd’. Aan de discussie werd deelgenomen door o.m. Frieda Balk, Frans Janssen, Carel Peeters, Anneke Reitsma, Gerrie Stout |
|
| |
I. Poëzie
BALKT, H.H. ter
Drie gedichten, 1, pp. 61-63
Tv en kinderen: ‘Kinderen lopen onder een hemel van vijf cent’ p. 61 |
Valse slotenmaker: ‘Zie de slotenmaker wandelen.’ p. 62 |
Nonnen: ‘Nonnen van zwart linnen’ p. 63 |
|
|
|
BERNLEF, J.
Gedichten, 2, pp. 43-48
Evenwicht: ‘Deze vissershutten lijken het’ p. 43 |
Getsjielp rond een bloem: ‘Hij schreef mij voor: de weg’ p. 44 |
Geluk: ‘Het paard haast in de kamer’ p. 45 |
|
|
| |
| |
Midwinter: ‘Midden in de winter valt het stil’ p. 46 |
Landschap met regenwolk: ‘Een handvol as in een plas’ p. 47 |
Kat in vreemd pakhuis: ‘Hier grenst bekende huiselijkheid’ p. 48 |
|
|
|
BLOEM, Rein
Leven op aarde (een drieluik), 2, pp. 68-71
Het aanbreken (fons vitae): ‘zo moe vaak’ p. 68 |
Het klimmen: ‘stilstaan zich’ p. 69 |
Het sluitstuk (fibula): ‘vandaag’ pp. 70-71 |
|
|
|
DOOREN, Frans van
Giacomo Leopardi, [Gedichten] uit: CantiGa naar voetnoot1. Inl. & vert.: Fr. van Dooren, 2, pp. 49-51; 52-65
XII L'infinito - De oneindigheid, pp. 52-53 |
XIII La sera del di' di festa - De avond van de feestdag, pp. 54-57 |
XIV Alla luna - Tot de maan, pp. 58-59 |
XV Il sabato del villaggio - 's Zaterdags in het dorp, pp. 60-63 |
XXVIII A se stesso - Tot zichzelf, pp. 64-65 |
|
|
|
EIJKELBOOM, Jan
John Donne, To his mistris going to bed - Tot zijn geliefde bij het naar bed gaan, 1, p. 93
Uit: John Donne, Tien liefdesgedichten en drie preken. Vert.: J. Eijkelboom, 1958 |
|
|
|
KROL, Gerrit
Vier gedichten, 1, pp. 71-74
Het dagelijks leven: ‘Kijk hoe het op de oceaan toegaat;’ p. 71 |
Canada 's zomers: ‘Zo'n rivier die naar het Noorden gaat’ p. 72 |
Nevada: ‘Het benzine- of pompstation’ p. 73 |
Afsluitdijk: ‘Als je aan zee staat, en je ziet de kim niet’ p. 74 |
|
|
|
TOORN, Willem van
Engelse suite, 1, pp. 32-35
Jacht: ‘Doolhoven staan tot aan de horizon.’ p. 32 |
Verlaten landgoed, pp. 33-34
1. | ‘De vijver in het park. Hier heeft een kind’ p. 33 |
2. | ‘De lady van de manor is getikt.’ p. 34 |
|
Ordnance survey: ‘De kaart geeft houvast over waar wij zijn’ p. 35 |
|
|
| |
Vertaallaboratorium
Jorge Luis Borges, El Angel. Uit: La Nacion (1979), 1, pp. 37-50 |
Vertalingen:
Giovanni, Norman Thomas di, ‘Let no man be unworthy of the Angel’, p. 40 |
Lemm, Robert, ‘Dat de mens niet de Engel beschame’, p. 46 |
Nooteboom, Cees, ‘Laat niemand de Engel onwaardig zijn’, p. 49 |
Pol, Barber van de, ‘Laat niemand de Engel onwaardig zijn’, p. 39 |
| |
| |
Commentaar:
Fens, Kees, Gebed om een goed einde, pp. 44-45 |
Lemm, Robert, Hoe ik ‘El Angel’ lees, p. 47 |
Matsier, Nicolaas, Heer, Engel, Borges, p. 41 |
Meijsing, Doeschka, [Commentaar n.a.v. de Engelse vertaling], pp. 42-43 |
Nooteboom, Cees, [Commentaar in een brief aan B. van de Pol], p. 50 - facs. |
Pol, Barber van de, [Commentaar], p. 39 |
| |
II. Proza
JOYCE & CO
Venetiaanse brieven V, 1, pp. 81-86 |
|
|
KELLER, Hans
Juliette, 1945 *, 1, pp. 90-91 |
|
|
LEMM, Robert
J. Rentes de Carvalho [Verhaal] *. Vert.: R. Lemm, 2, pp. 77-78 |
|
|
RAMOS, Wilma
J. Rentes de Carvalho, [Verhaal] *. Vert.: W. Ramos, 1, pp. 89-90 |
|
|
RITZERFELD, J.
|
|
STOUTE, Henrik
Koan in Cairo, 1, pp. 64-70 |
|
|
WINTER, Leon de
De herinnering aan haar zoon, 2, pp. 72-75 |
|
| |
IV. Kritische bijdragen
BRILL, Paul
Sans famille, 1, pp. 1-2
Over Ronald Reagan, Jimmy Carter, Dries van Agt, Joop den Uyl, François Mitterand |
|
|
Sans famille, 2, pp. 1-2
Over het ‘koppen maken’ voor artikels door journalisten |
|
|
|
DOOREN, Frans van
Borges' El Angel en Dante *, 2, pp. 78-79
Commentaar bij Vertaallaboratorium Jorge Louis Borges, El Angel (nr. 1, pp. 35-50) |
|
|
| |
| |
FERRON, Louis
[Beschouwing] *, 1, pp. 88-89
‘... de situatie waarin menige weldenkende burger zich heden ten dage bevindt op het moment dat hij zijn tribuut moet betalen aan de opvattingen die hij er nopens onze staats- en maatschappijinrichting op nahoudt’ |
|
|
|
FUCHS, Rudi
Het verlangen, de nomaden, 1, pp. 51-56 - Met ill.
Herinneringen aan ontmoetingen met kunstenaars |
|
|
|
KELLER, Hans
[Beschouwing over de kabinetsvorming in Nederland] *, 1, p. 92 |
|
|
LAMMERS, Geertje
Noel Byron, [Een brief d.d. Genoa, 29.5.1823]. Uit: Byron's letters and journals. X (1980) *. Vert.: G. Lammers, 2, pp. 76-77
|
|
|
POL, Barber van de
[Beschouwing] *, 1, pp. 91-92
Bij de piraten TV-uitzendingen na twaalven, met ‘gein, sex en spanning’ |
|
|
|
WEEBER, C.
Toelichting op de Peperklip, 2, pp. 66-67 - Met afbn.
Een woningcomplex te Rotterdam |
|
|
|
WINTER, Leon de
Beelden! Beelden! Beelden!, 1, pp. 57-60
Over het ontstaan van zijn roman De verwondering van de jongere Dürer en van zijn scenario en film De verwondering van Herman Dürer |
|
|
| |
Bijzondere gedeelten
De lichting van de Titanic
(nr. 1, pp. 3-31) - Met afbn., prtn.
HAAKMAN, Anton
De Titanen of De ondergang van een superieur geslacht, pp. 19-24
Waarheid en legende over de ondergang van de Titanic |
|
|
|
KELLER, Hans
Leeft de Titanic?, pp. 15-18
Over de Olympic en de Titanic die er een replica van was, het plan om drie nieuwe Titanics te bouwen, en de poging de gezonken Titanic op te sporen |
|
|
|
NIJMEIJER, Peter
In gesprek met Hans Magnus Enzensberger over De ondergang van de Titanic. De catastrofe als angstsyndroom en handelsobject, pp. 3-10
Over de constructie van Enzensbergers comedie De ondergang van de Titanic. Drieëndertig zangen en zestien andere gedichten |
|
|
| |
| |
WALRECHT, Aldert
Niks geen ‘Ondergang van de Titanic’, pp. 11-14
Over Hans Magnus Enzensberger, De ondergang van de Titanic |
Met bibliografie van boeken over de Titanic en zijn ondergang |
|
|
|
ZWIER, GERRIT Jan
I no savvy - God he savvy, pp. 25-31
Over Archibald Bottomore, die de ramp overleefde, en uit dankbaarheid zendeling van de London Missionary Society werd in Nieuw-Guinea, waar hij tijdens de Vailala-Razernij onder de papoea's in 1919 werd vermoord; met fragmenten uit zijn Titanic-boek Quo Vadis en uit zijn Nieuwguinese dagboek; dit alles op basis van een artikel in de Sydney Tribune van 12 dec. 1919 |
|
|
| |
Stendhal, een liefdesverklaring
(nr. 2, pp. 3-42) - Met afbn., facs., ill., prtn.
FERRON, Louis
Tijdtafel, pp. 4-7
Mededeling van een brief van Julien Sorel aan Stendhal, pp. 25-27 |
De brief is gedateerd Besançon, de citadel, 1827, en Sorel schrijft over Le rouge et le noir dat zijn levensgeschiedenis zou zijn |
|
|
|
JOYCE & CO
De brieven van Stendhal, pp. 15-20
‘Het meest complete beeld van de schrijver, zijn leven, zijn werk en zijn tijd wordt opgeroepen door de lectuur van zijn brieven, waarvan hier een korte beschrijving volgt’ |
|
|
|
LANGE, Daniël de
Het hoofdstuk als bouwsteen (?) in ‘Le Rouge et le Noir’, pp. 21-24
Over de vreemde hoofdstukafbrekingen en -aanvangen in Stendhals werk |
|
|
|
LEPPERS, Ger
Stendhal en het begin van de romantiek, pp. 28-37
Over Stendhals literaire, politieke en filozofische ideeën |
|
|
|
LIJSEN, N.
Stendhal, Dagboek. Vert.: N. Lijsen, pp. 8-14
Met een catalogus van zijn boekenbezit |
|
|
|
MOERKERKEN, E. van
Fotojacht naar Stendhal, pp. 38-39 |
|
|
POEL, Ieme van der
De schitterende leugenaar, pp. 40-42
‘De romans van Stendhal gaan eigenlijk maar over twee dingen: de liefde en de politiek... en tussen deze twee begrippen bestaat een vrijwel doorlopende wisselwerking’ (p. 40) |
|
|
|
-
voetnoot1
- Biobibliografische gegevens achterin elk nummer
-
voetnoot2
- De titels met een * behoren tot de rubriek: Mainzer Beobachter
-
voetnoot1
- In de rubriek: Vertaallaboratorium. Inleiding: Giacomo Leopardi in het Nederlands
|