Bibliografie van de literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland. De tijdschriften verschenen in 1981

[p. 282]

Naar Morgen

Opgericht in 1969

Redaktie: Bob Bartels, Martin Boot, Dorette van Kalmthout

Redaktiesecretariaat: Postbus 6254, 5600 HG Eindhoven

Uitgever: Opwenteling. Coöperatieve vereniging van auteurs voor presentatie van literatuur u.a., Eindhoven

Nrs. 41, 42-43, 44¹

1 De nummers maken tevens deel uit van de boekserie Onze Dichters; in deze serie zijn het respectievelijk de nrs. 163, 164-165, 168.
Elk nr. telt 40 pp., behalve nr. 42-43 (83 pp.). Met gegevens over de auteurs achterin elk nummer

Artikel van de redactie

Voorwoord, 42-43, p. 3

I. Poëzie

ADELAAR, Willem [Gedichten], 42-43, pp. 4-11 Univers, pp. 4-7 1. ‘Onder dit vergrootglas’ p. 4 2. ‘Met de tong die ik uitstak’ p. 5 3. ‘Ik heb gebloed’ p. 6 4. ‘Ik maak de spiegel in de lijst’ p. 7 Relativi-tijd: ‘Ik ben al hier’ p. 8 1980: ‘de een amputeert’ p. 9 Bal masqué: ‘achter het masker’ p. 10 Drijfveer: ‘Het is een vrouw’ p. 11

BEVERS, Bert De nadering, 42-43, pp. 12-14 1. ‘het is haar voor te blijven’ p. 12 2. ‘de tijd glijdt’ p. 13 3. ‘er kiemt een strijd’ p. 14

BOSCHMAN, Hedy [Gedichten], 41, pp. 30-31 ‘in harmonie liggen daar de velden’ p. 30 ‘rimpelloos verloopt het water’ p. 31

CORNUIT, Tom [Gedichten], 42-43, pp. 21-22 Een eeuwige eenheid (John Lennon): ‘de ontvanger’ p. 21 Standvastig: ‘ik staar’ p. 22

[p. 283]

COUMOU, Wil [Gedichten], 42-43, pp. 23-27 Wens: ‘Tomeloos drinken’ p. 23 Naaktstrand: ‘Geen zomerfruitborsten’ p. 24 Laatste wil: ‘Als ik dood ben’ p. 25 Verliefdheid: ‘Je tekende sterretjes’ p. 26 Vrouwenleed: ‘Twee uitdagende jonge borsten’ p. 27

DAM, Géraldine [Gedichten], 44, pp. 3-6 ‘Dan slaat zij de donkerblauwe’ p. 3 ‘Het kraaiend bewind’ p. 3 Dezelfde taal: ‘We hebben ons eilandje’ p. 4 ‘Ze gaan nog slechts’ p. 4 Paper-tiger: ‘Souplesse en tandenblikker’ p. 5 Stress: ‘Gerieflijk woont het in 't welvaartsvlees’ p. 5 Place du Tertre: ‘is zichzelf weer’ p. 6 ‘Zie niet’ p. 6

ESCH, Han van [Gedichten], 42-43, pp. 28-29 1. ‘een grijze sneeuwlucht’ p. 28 2. ‘ik zeefde het landschap’ p. 28 3. ‘ze leunde’ p. 29 4. ‘het wachten was op’ p. 29

GERAEDTS, Peter [Gedichten], 41, pp. 25-27 ‘Vormen omspelen zacht’ p. 25 ‘Ik zie velden’ p. 25 Tegenstelling: ‘Dansende grashalmen’ p. 26 Afwachtend: ‘In het brandpunt’ p. 27 Tussen Maas & mergel, 44, pp. 7-11 1. ‘Een hand zaait in de wind’ p. 7 2. ‘Zon rafelt bomen uiteen’ p. 8 3. ‘Zelfs de lucht die je hier’ p. 9 4. ‘Je warme adem de föhn’ p. 10 5. ‘Blauwazuur het laken’ p. 10 6. ‘Een stenen brug tussen stad’ p. 11

HAESLAND, Amanda [Gedichten], 44, pp. 13-18 ‘roerloze kat’ p. 12 ‘bestemd tot stof te keren’ p. 13 ‘toen was het licht verblindend’ p. 14 ‘de maan is uitgedoofd’ p. 15 ‘je adem is de wind’ p. 16 ‘de ploeg zwoegt’ p. 17 ‘hark kluiten’ p. 18

HAGENAARS, Albert [Gedichten], 42-43, pp. 30-31 Bergen op Zoom: ‘Een zaliglate wandeling’ p. 30 Antwerpen: ‘Naar wie haar stadbronstig binnenrijdt’ p. 31

[p. 284]

HAUTMANS, Paul [Gedichten], 42-43, pp. 32-39 Deuren: ‘De deur’ p. 32 Een lichaam in de geschiedenis: ‘Mijn oog, oog van winter’ p. 33 Vrije liefde: ‘Ik kus je oor’ p. 34 Als ik aan de oorlog denk waar ik achter sta: ‘Ik schrijf in crisistijd. Wat op me afkomt en wat aan me knaagt’ p. 35 De dichter, de zwaargewicht: ‘Een steen van inkt’ p. 36 Blikvoer: ‘Negen september negentienhonderdtachtig’ p. 37 Geen naam: ‘Elke dag verdwijnt en sterft iemand’ p. 38 Eindafrekening: ‘Na maanden van afwezigheid’ p. 39

KLOK, Kees [Gedichten], 41, pp. 32-33 Aan de rand van de stad: ‘Achter de dijk’ p. 32 Hof Dordrecht, 3 februari 1978: ‘Onder de balken van een benauwd’ p. 33

LAERHOVEN, Baptista van [Gedichten], 42-43, pp. 40-48 Moeder, November: ‘Even nog de gloed’ p. 40 Wat ik zag: ‘In het najaar’ p. 41 Late zomeravond: ‘de avond valt’ p. 42 Stilte om de zon: ‘zichtbaar staan je voetstappen’ p. 43 Ziekenhuis (Léon): ‘drie turven hoog’ p. 44 ‘Late roos’ p. 45 Mijn vriend: ‘je adem nog aan’ p. 46 Goed nieuws: ‘Want!’ p. 47 Winteravond: ‘vandaag kwam ik de omslag tegen’ p. 47 Afscheid: ‘vol woede laden’ p. 48

LEY, Silva Drie verzen van een ander weten, 42-43, pp. 49-51 1. Vergaderzaal: ‘Zij zaten en aten vepletterend’ p. 49 2. Examenzaal: ‘Zij zaten en aten verbeten’ p. 50 3. Bioscoopzaal: ‘Zij zaten en aten bronstig’ p. 51

LINDENBERG, Abraham A. [Gedichten], 41, pp. 28-29 Tijd en ruimte: ‘Grootmoeders klok tikt rusteloos de tijd af’ p. 28 Slachtoffer van de tijd: ‘Als verkeerstekens vliegen de tijden voorbij’ p. 28 Psychedeliek: ‘Liefde is toch jullie?’ p. 29

LUYKX, Pieter [Gedichten], 42-43, pp. 52-53 ‘ik weet’ p. 52 ‘hij heeft geleefd’ p. 53

NOF, Bep [Gedichten], 44, pp. 19-25 ‘Stil is het zwijgen’ p. 19 Een paar kleine gedachten: ‘Lang voordat ik je kende’ p. 20 ‘Eens zocht mijn ziel’ p. 20 De eerste schooldag: ‘Als vlinders’ p. 21 ‘De dagen die ik tel’ p. 22 ‘Mijn stem is leeg’ p. 22

[p. 285]

‘Ik verloor mijn eenzaamheid’ p. 23 Israël: ‘Mijn lied van het land’, p. 24 Tijd geven: ‘Ik had mijn lichaam’ p. 25

OERS, Amie van [Gedichten], 42-43, pp. 54-55 ‘kom niet dichter bij me’ p. 54 ‘dit wordt een afscheid’ p. 55

PEETERS, Marijke [Gedichten], 42-43, pp. 56-57 Reizen in mijn hoofd: ‘ik heb vogels in mijn hoofd’ p. 56 De levensboot: ‘iemand zei me’ p. 57

PENNARTZ, Cyriel [Gedichten], 41, pp. 38-39 Eendagsvlieg op sterven: ‘Spartelend wegwerpleven in de vensterbank’ p. 38 Station: ‘Iedereen wacht’ p. 39

PERPEILLE [Gedichten], 42-43, pp. 58-61 1. Voor els en geert: ‘van het meerdere geweld’ p. 58 2. ‘gedachtenkracht te weinig uitgedreven’ p. 59 3. ‘altijd maar naast staan altijd ver buiten de moeder’ p. 59 4. ‘overal heerst angst’ p. 60 ‘angst om macht te verliezen’ p. 61

POT, Trudi [Gedichten], 41, pp. 3-9 Serie, p. 3 1. ‘Voor de dag hapert’ 2. ‘Wie programmeerde’ 3. ‘Ben je het weer?’ ‘Moeder die voedt met’ p. 4 ‘Zingende maan tussen’ p. 5 ‘Jij die niet bent dan’ p. 6 ‘Ik ben de kraakheldere geest’ p. 7 ‘Feest, nooit dan in droom’ p. 8 ‘Dienstbare geest’ p. 9

RIJSEWIJK, Ad van Omdat er nog iets menselijks in me is, 42-43, pp. 65-72 1. ‘het zijn de lege tijden’ p. 65 2. ‘het zijn de mensen’ p. 66 3. ‘het is enkel de wereld’ p. 67 4. ‘je doet 't ook’ p. 68 5. ‘maar we gaan niet akkoord’ p. 69 6. ‘in de straten ontmoeting’ p. 70 ‘we doen de gebeurtenissen over’ p. 71 7. ‘we sjouwen de gebeurtenissen mee’ p. 72

RUITEN, Thomas [Gedichten], 41, pp. 10-11 (teken): ‘De lucht is zwaar en grijs’ p. 10 (rite): ‘Rechtop staande bepiste hij de plek’ p. 11

[p. 286]

SCHOORL, Peter [Gedichten], 41, pp. 12-16 ‘Schuchter kom ik naar je toe’ p. 12 ‘Langzaam trekt mij iets voorbij’ p. 13 ‘Helle roomse kamer’ p. 14 ‘Weke geur van lichaam’ p. 15 ‘Langzaam rol ik van je af’ p. 16

SCHRAUWEN, Rik Voor een gestoorde vriend, 44, pp. 26-31 1. ‘Men kent je niet’ p. 26 2. ‘De zoekende ogen’ p. 27 3. ‘De wijze waarop’ p. 28 4. ‘Als we straks weer slapen’ p. 29 5. ‘In het uur van dagen’ p. 30 6. ‘Aan de nerven’ p. 31

SCHUDDEBOOM, Peter [Gedichten], 42-43, pp. 73-74 Onzeker langs: ‘Op weg zie ik hun voorbeelden’ p. 73 Gedichtenschrijver: ‘Ik wil alleen een muur hebben’ p. 74

STROUCKEN, Jacques [Gedichten], 42-43, pp. 75-76 Liggend op Leenderheide: ‘Alle gedachten komen je aangewaaid’ p. 75 ‘het tandbederf van de tijd’ p. 76

THIJS, Henri [Gedichten], 44, pp. 36-38 ‘Ik heb maling aan de tijd’ p. 36 Sneeuw in de ochtend: ‘Met de daken in de winterochtend’ p. 37 Dag en nacht: ‘Dagen’ p. 38

VALK, Liesbeth [Gedichten], 42-43, p. 77 ‘soms ben ik’ ‘een kamer’ Vriendschap: ‘zonder me aan te raken’

VEEN, Debbie van der [Gedichten], 41, pp. 19-24 Waken: ‘de dag’ p. 19 ‘Het huis’ p. 20 ‘mijn hele leven’ p. 21 ‘vervloekte pijn’ p. 22 Oud: ‘ogen’ p. 23 Kinderlijk optimisme: ‘geen ijsjes vandaag’ p. 24

WAGTMANS, Kees [Gedichten], 42-43, pp. 78-80 Ochtend: ‘met de hoedanigheid van het witte licht’ p. 78 ‘zorgenrood en een gestrikte schoenveter’ p. 79 Een molens ideaal^1: ‘met onthoofde woorden stamel ik over pas’ p. 80

1 Voor Caroline, Liliane & Henk

[p. 287]

II. Proza

BERG, Adri van den [Verhalen], 42-43, pp. 15-20 Een absurd klein bootje, pp. 15-17 Bij de bron, pp. 18-20

ORIENTI, Daniel d' [Verhalen], 41, pp. 34-37 Oud bruin, pp. 34-36 Marie, pp. 36-37

ROOIJAKKERS, Vivian [Verhaal], 41, pp. 17-18

RUIJTER, Martin de Het gezicht op het water, 42-43, pp. 62-64

STROET, Henri Enzio zocht het geluk, 44, pp. 32-35