Bibliografie van de literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland. De tijdschriften verschenen in 1981

[p. 90]

't Kofschip

Tweemaandelijks tijdschrift voor literatuur en beeldende kunsten
Opgericht in 1973

Redaktie:
Nrs. 1, 2:	Pieter Geert Buckinx, Willy Copmans, Frans Cornelis, Gerard Cornelis, Ton Luiting, Gie Luyten, André Polfliet, Raoul Maria de Puydt, Roger Vanbrabant, Alice van Meirvenne, met correspondent in Parijs: Maarten Mourik
Nr. 3:	Dezelfden, met Ignaas Veys, Rik Wouters, Jeroen Kuypers
Nrs. 4, 5:	Dezelfden, met Hervé Casier, Elfriede Hendrix, Jacques Samoy, behalve Gerard Cornelis
Nr. 6:	Dezelfden, behalve Gie Luyten

Algemeen sekretariaat: Kofschip-Kring v.z.w., t.n.v. André Polfliet, Vinkenlaan 11, 1730 Zillik

Sekretariaat en administratie voor Nederland: Kofschip-Kring v.z.w., Postbus 1313, 1200 BH Hilversum

Jg. IX,	nr. 1:	januari 1981, 40 pp.
	nr. 2:	maart 1981, 40 pp.
	nr. 3:	mei 1981, 48 pp.
	nr. 4:	juli 1981, 44 pp.
	nr. 5:	september 1981, 40 pp. = Hélène Riedel
	nr. 6:	november 1981, 48 pp.

Artikels van de redactie

Berichten, 2, p. 38; 3, p. 46; 4, pp. 22-23; 5, p. 40; 6, pp. 46-48

I. Poëzie

ACHTERLAND, Gerrit ‘Als ik mezelf’, 1, p. 8

AERTS, Pieter [Gedichten] Een vogel, zwak als hij^1: ‘Drie blauwe dansen’ 1, p. 4 Het woord dat ik de dichter wens: ‘Je bent de kleine tepel’ 3, p. 6

ASSCHE, Loeke van Machu picchu, 6, p. 12 ‘De zon alweer’

1 (voor Elfriede en Neer)

[p. 91]

AVERS, Joseph En steeds verder..., 3, p. 22 ‘Een beekje eerst’

BALYON, Willy [Gedichten] ‘u was er’ 1, p. 8 ‘zomaar te zijn’ 3, p. 21 Ik-zelf: ‘jij hebt ze niet gezien vannacht’ 6, p. 7

BARBIERS, Lia [Gedichten] Ik wil hem mijn hand reiken: ‘samen met velen ken ik’ 2, p. 3 ‘vergeving’ 5, p. 14

BERARDINO, Angelo di ‘Van het lichaam de moeder en later’, 4, p. 17

BERKHOFF, Arthur Mijmeringen, 4, p. 21 ‘Als spijkers bevroren baleinen’

BERNAUW, Patrick [Gedichten] Regen: ‘ach,’ 1, p. 8 Ontwaken: ‘je wekt dit huis van steen’ 6, p. 4

BOERS, Anthia C.M. Magnolia, 5, p. 16 ‘Ondanks de wind, nog veel te guur,’

BOKHORST, Tet Mijn tuin, 3, p. 26 ‘Over de autosnelweg dendert het verkeer’

BOLLAN, Jeël [Gedichten] Vuist (of zij die weer Greetje werd): ‘Nu zal zij het raam zien’ 1, p. 14 Lenteochtend, 3 april: ‘... geur van de boer’ 4, p. 17 Veertien: ‘Ik kan niets verzwijgen aan haar’ 5, p. 16

BOUCHARD, U. Herinnering, 3, p. 16 ‘Ik heb u bewoond’

BOVYN, Johan [Gedichten] Medeleven: ‘Zoals ik kan lijden om het lijden’ 2, p. 9 Zakenman: ‘Vergis u niet in de vrolijkheid’ 4, p. 18 Gevangene: ‘De mensenzee trekt weg’ 6, p. 15

BRODDELEZ, G. [Gedichten] Ik heb je naam geroepen, 1, p. 8 Om wat gisteren was, 3, p. 17 = 5, p. 14

[p. 92]

BUIJTERSE, Piet C. De zuster, 2, p. 10 ‘De lust is tot een wens verstild.’

BULCK, Alice van den De abdij van Postel, 3, p. 8 ‘Lag gedwee tussen beuk en eik,’

BUSSCHE, Marc van den De uitwerkende moeder, 2, p. 5 ‘Mooi zijn hun huizen, maar leeg.’

CASIER, Hervé J. Als het water stijgt, 2, p. 6 ‘als in de bedreigde lichamen’ Vier momenten, 3, p. 15 Buiten stijgt over het land: ‘kijk liefste nu de donkerte’ Als de kleuren stiller zijn: ‘kijk nu de donkerte invalt’ Het heelal heeft zich gesloten Het regent over mijn land

CELIE, Denies [Gedichten] Eenzaam was hij, 3, p. 16 Avondpoort: ‘Het water’ 5, p. 14

CHARITA, Leo Brood, 4, p. 20 ‘Een man verhaast zijn nachtelijk werk,’

CLAUS, Frans [Gedichten] Muziek-caroussel: ‘In galop draven de paarden hun eigen draf voorbij’ 3, p. 17 ‘In mijn sciencefictionbrein’ 5, p. 20

COOLE, Marcel [Gedichten] Onvrede: ‘Was het nu maar lente. Hij zou die loomte’ 5, p. 13 Etrusk: ‘En zo lig ik hier op dit laag rustbed’, 6, p. 12

COOMANS, René Kosmos, 4, p. 35 ‘achter je masker’

COPPENS, Jacqueline Vijf haiku's, 6, p. 16

CORNELIS, Frans Bij de uitbarsting, 4, p. 20

DAELERS, Frederik Martine, 4, p. 20 ‘De wekker slaat traag’

[p. 93]

DAENEN, Geert Gekuild leven, 2, p. 3 ‘Berg je hamer van geweld’

DECKX, Jos Paard, 5, p. 18 ‘Eenzaam’

DEGENAAR, Job Onweer op komst, 1, p. 8 ‘nergens blijven de bijen lang,’ 1, p. 8

DEKKER, Jacques Impressies, 6, p. 16 ‘Brengt iedere stap’

DHOEVE, Andries [Gedichten] De vreemdeling: ‘Ik werk en werk en moet opnieuw beginnen’ 4, p. 21 Georg Trakl: ‘Es ist die Seele ein Fremdes auf Erde: ‘Toen de stenen niet opensprongen’ 5, p. 19

DOCX, Magda [Gedichten] De zee: ‘Als een verre einder’ 1, p. 7 Parelgrijs en zilverwit: ‘Parelgrijs’ 6, p. 15

DOESBURG, Cor ‘Er zijn:’, 1, p. 9

DONGEN, C. van Birgit, 1, p. 13 ‘Gij tovert mij in’

DRENTHEN, Marianne ‘Haar lichaam’, 4, p. 18

EECKHOUDT, Luc van Eenzaamheid, 2, p. 11 ‘Mijn woorden waren waterringen’

EEDE, Dirk van den Down, 1, p. 4 ‘Dreigende wolkentorens’

ELDEGEE [Gedichten] ‘Volle handen vallen leeg’ 1, p. 7 ‘Je bent op reis gegaan’ 3, p. 20

ENGELS, Deen Begrepen, 5, p. 20 ‘de griekse goden begrepen mij’

[p. 94]

FLORIZOONE, Gery [Gedichten] Moeder: ‘nu gaat gij niet meer’ 1, p. 6 Sindsdien, 3, p. 15 Meiavond: ‘verrichterzake keert de avond weer’ 4, p. 18 Ik verzilver: ‘allerwegen’ 5, p. 21

FOESKE Doodstrijd van een armoedzaaier, 3, p. 20 ‘Woord voor woord’

GALLE, Gerard Het wederzien, 2, p. 11 ‘Ooievaars - een kleine schaar,’

GERREWEY, Valère van [Gedichten] ‘Ik voel je nog’ 1, p. 13 ‘Ieder woord’ 4, p. 4

GOETHALS, Dominique Uitzichtloos, 3, p. 19 ‘Mijn’

GOETHUYS, Jean-Paul [Gedichten] Teleute: ‘Kon ik je weer ontberen’ 3, p. 28 Dulcissima visione: ‘Zoeter aanblik die je bood’ 5, p. 21

GOMMERS, Wil Overkant, 1, p. 11 ‘harteklop’

GREVE, Hans de [Gedichten] Zijn^1: ‘mijn hand begraaft’ 1, p. 7 De boom van alleen: ‘Lucht drijft gekleurde zinnen’ 4, p. 19 Avondgedicht voor Mimi: ‘als mijn gedachten’ 5, p. 20

GROEVE, Paul de Salvo, 4, p. 19 ‘in het salvo’

GRÜSCHKE, Han Ontmoeting, 1, p. 6 ‘ik wil haar nog best vertellen’

GYSEL, Wouter van [Gedichten] ‘Fakkeltochten’^2, 3, p. 7 ‘Met spanning’ 6, p. 16

1 Voor Linda

2 Onder de naam V. v[an] Gysel

[p. 95]

HAKHOLT, Ubbo-Derk Weg weer een dag, 3, p. 28 = 5, p. 12 ‘weer is een dag voorbijgegaan’

HEBBERECHT, Erik L.J. [Gedichten] Damme: ‘Een bom’ 1, p. 6 ‘Rechtover’ 3, p. 19 ‘Het is het donkerrode bloed’ 5, p. 15

HELL, Johanna W.P. [Gedichten] Plaatsbespreken in een oud landschap: ‘Grijze heuvels voorzichtig benaderen’ 1, p. 12 Weerspiegeling: ‘Direkt licht toont voorzichtig’ 4, p. 19

HELLINGS, Annemie ‘Vogels zingen,’, 1, p. 6

HENDRIX, Elfriede ‘Binnen het raam van deze nacht’, 6, p. 5

HERCKENRODE, Willem van Tanka^1, 1, p. 10 Ruusbroec, 6, p. 48 ‘Diep in het hart van het Zoniënwoud,’

HERMANS, Edward [Gedichten] Hond: ‘mijn nijdig happen naar de horzels’ 1, p. 6 Onvermijdelijk: ‘godnogaantoe’ 5, p. 17

HEYNENS, Lou Ode aan de vrijheid, 4, p. 16 ‘gisteren was het of dit vers’

HONIG, Helle Vroeger, 4, p. 15 ‘Vroeger 's winters’

HUISMAN, Henk Laat portret^2. Uit: Bij neonlicht en het vouwen van de nacht, 1, p. 10 ‘Nu je gestorven bent zie ik je niet anders’

ISERNA, Erik Afscheid, 2, p. 7 ‘Ik wil je iets onsterfelijks meegeven’

JACOBS, Jack Bloesem plukken, 2, p. 5 ‘'t vruchtwater’

1 Aan André Polfliet

2 Voor Willy

[p. 96]

JANS, Wim Huis der stilte, 1, p. 11 ‘Gespuwde inktvlek midden wit satijn’

JANSSEN REINEN, Margreet Sonnet van de nacht, 1, p. 6 ‘Eenzaam in je dunne jas’

JANSSEN REINEN-WANNET, Miep [Gedichten] Sonnet van de dichter zonder idee: ‘Dichten ging zoals een kind leert lopen’ 3, p. 29 Verdwaald: ‘Ik ben verdwaald in 't land van mijn gedachten’ 4, p. 15

KEPPENS, Pieter Nocturne, 4, p. 15 ‘Dromen slaan als meteoren’

KERCKHOVE, Patrick vande Rust, 5, p. 26 ‘Vallen als een loden vogel’

KILLEGEM, Denis van ‘ik schrijf’, 6, p. 8

KINDT, Eddy ‘herfstrood kleurt hun ogen’, 5, p. 17

KINET, Mark [Gedichten] Sentiment: ‘ik hou van je’ 1, p. 5 Volle maan: ‘god,’ 3, p. 19

KLABBERS, Paul [Gedichten] Het slot ontbreekt: ‘vervaalt in geen jaar gezien’ 1, p. 10 Inzicht: ‘een zin geven’ 5, p. 22

KLEIN, Bert Petrarca-sonnet. Het roosje en het meisje, 3, p. 29 ‘Het roosje waaiert in de wind,’

KREBBEKS, Wilma [Gedichten] En toch: ‘En toch scheen de zon’ 1, p. 5 Haat: ‘Stil’ 3, p. 18

KROON, Dirk [Gedichten] Anti-antropomorf: ‘vreemde stootkracht van wind’ 1, p. 9 ABC: ‘vertel de letters van elk alfabet’ 6, p. 10

KRUIT, Johanna ‘de wereld is sterker dan dromen’, 1, p. 5

[p. 97]

KUITER, Willem ‘ik houd van de dag’, 1, p. 5

LAERE, Robert de [Gedichten] Diepdruk: ‘je praatte niet met mij’ 1, p. 7 De donkere achtergrond: ‘Die wonde’ 3, p. 21

LAUREYS, Ghislain [Gedichten] Beperktheid: ‘Gedwee moeten toezien’ 2, p. 6 Het bedrog: ‘Ik heb me aan 't leven bedrogen,’ 3, p. 26

LEENDERS, Herman Tussen de wereld, 3, p. 24 1. ‘Je wandelt weg, je wankelt even’ 2. ‘Ik denk niet meer, ik verdenk nog slechts 3. ‘Alleen met zichzelf in een druppel licht’ 4. ‘Is deze stilte pijn of bewustzijn, gemis’

LEGER, Gilberte de Vader^1, 6, p. 17 ‘Voel je ze nog’

LOOZEN, J. [Gedichten] Hoor in de stilte: ‘Laat de wereld’ 1, p. 5 Het antwoord: ‘Ik ben soms als een vogel’ 5, p. 15

LUCASSE, Hilligje ‘en als je nu mocht zeggen’, 1, p. 4

MAAS, Mya Vertrek, 4, p. 8 ‘Als ik’

MATEE, Dirk T. ‘Daar zijn geen tekens voor’, p. 22

MAYEUR, Marius Maria ‘Ik droom van eeuwig onvervulbare’, 3, p. 7

MELLEGERS, Pieterjan Geloof is geen religie, 5, p. 23 ‘Dit is er geen’

MERTENS, Cor [Gedichten] Levensmist: ‘Hoop kwijnt weg’ 2, p. 6 Vandaag (zon- en werkdag): ‘jij daar’ 5, p. 23

1 Juiste versie van het gedicht dat gepubliceerd werd in de verzamelbundel Verloren paradijs (1981)

[p. 98]

MISSIAEN, Diana Het jaar van de gehandicapte, 2, p. 5 ‘Eénentachtig omgedraaid’

MISSORTEN, Ann [Gedichten] Narcose-angst: ‘Onze zielen’ 1, p. 11 ‘Langsheen de schaduw’ 3, p. 10

MOL-VANDEKEYBUS, Sine van Wanhoop nabij, 6, p. 11 ‘haperend strek ik’

MORREEL, Ignace [Gedichten] ‘vreemd, hoe zelfs de weemoed’ 1, p. 12 Voor Josje. Uit: Verzen voor witte minnestrelen: ‘De morgen is een boomgaard van geurend brood’ 6, p. 11

MORREEL, Joos [Gedichten] Parenthese: ‘Het is tijd. Ik zal mezelf’ 4, p. 9 Poëzie: ‘Slechts met onbegrensde honger’ 6, p. 12

NEIRINCKX, Eddy Pieta voor de vrouw in Pashupatinath (Nepal), 4, p. 9 ‘Ze draagt haar kleed’

OOSTERLINCK, Carlos [Gedichten] Vriendschap: ‘we waren goede’ 4, p. 7 Zilver: ‘Wat ons ontbrak waren’ 6, p. 13

PAS, Maria [Gedichten] ‘daar’ 2, p. 7 Het huis: ‘Het huis is stil’ 6, p. 2

PAUWELS, Francis ‘Gedachten kwamen’, 6, p. 3

PELEMAN, Achiel Verlangen, 4, p. 8 ‘De adem van mijn woord’

PERRE, Willy van de Winter in sluimering, 5, p. 15 ‘de uren verstreken’

PIJPE, Geert Segovia, 6, p. 14 ‘In de schoot van de avond’

[p. 99]

POLDERMAN, Els Droomregen, 3, p. 10 ‘Jouw regendruppels’

PROOT, Leo [Gedichten] Onkruid: ‘Zolang de wortel niet werd weggenomen’ 1, p. 13 Ontgoocheling: ‘Als 't open oog een eerste straal laat dringen,’ 3, p. 27

PUT, Han [Gedichten] ‘Het water gilde het uit,’ 4, p. 5 De klokken van Blankenberge: ‘Zoals zij bimmebamden’ 6, p. 5

PUYDT, Raoul Maria de [Gedichten] Huwelijksverjaardag: ‘op het kruispunt’ 1, p. 10 Afscheidsgedicht^1: ‘De paardesprong’ 2, p. 1 - Met prt. Mijn minne is aardig^2, 2, p. 20 1. Man met ei: ‘Deze manskop verschijnt met’ 2. Vroeger: ‘Vroeger was je onbezoedeld,’ 3. Lokroep: ‘Luidkeels riep je’ 4. Bede voor een nieuw hart: ‘Dit is de smeekbede van elk mens’ Boottocht: ‘Door de lange sappige straat’ 4, p. 17

RAASVELD, Julien C. Visie, 5, p. 26 ‘Geen einde meer, geen begin,’

RADEMAKERS, Luc Vergeten, 4, p. 10 ‘Onze bruine, groene ogen’

REITSMA, Bauke Nacht, 4, p. 4 ‘In uw opake huid’

RIDDER, Etienne de Tussen Mariekerke en Sint-Amands, 3, p. 18 ‘De eeuwigheid van uw jonge bloesem’

RIJCK, Maryan de Solotrip, 1, p. 7 ‘ik ben een solozeiler maar’

ROETS, A. Dichtgedachten, 6, p. 14 ‘Mijn hoofd’

1 Aan Bernard Kemp Voorzitter van de VVL

2 Vier gedichten opgedragen aan Frans Minnaert

[p. 100]

ROMMENS, Dirk [Gedichten] Kijk, je dochter schrijft gedichten: ‘twijfelend trek je cirkels om je woorden’ 3, p. 9 Weten: ‘Ik draag verleden herinneringen naar de witte morgen -’ 5, p. 23

ROOIGEM, Rogier van Liggen in de zon, 1, p. 9 ‘vrouwen houden van licht’

RUMMENS, Staf [Gedichten] Klein testament: ‘ach, aan het strand’ 3, p. 9 Plantijn: ‘groeien er platanen bij plantijn’ 6, p. 4

SCHOUPPE, Geert [Gedichten] Winterleven: ‘ik hoor ze zeggen’ 3, p. 16 Oogstgedachten (biografisch gedicht): ‘ik sta op de vluchtheuvel’ 6, p. 13

SELSCHOTTER, Angele Randgeval, 4, p. 5 ‘Ik wil het leven vermoeden uit je hele wezen’

SENELLE, Charles-Louis [Gedichten] Je bent een vlinder: ‘Je bent een vlinder die beweegt en vliegt’ 1, p. 4 Gedichten die aan de bomen hangen: ‘Zie ik gedichten aan de bomen hangen’ 3, p. 27 Soms: ‘Soms willen de handen een poosje rusten’ 4, p. 5

SERVAES, Patricia [Gedichten] Jouw bloed: ‘Lijnen sterven’ 2, p. 9 Mensen: ‘Jij geeft me bloemen’ 5, p. 25

SESSELLE, Maria [Gedichten] Het nest voorbij: ‘Een niet te noemen heimwee uitgedragen,’ 2, p. 4 Vader: ‘De weg daarheen weer openleggen,’ 6, p. 3

SEYMUS, Alfons Zondag 17 augustus 1980, 1, p. 9 ‘Er liggen reeds peren’

SOENENS, Eric Muggedroom, 3, p. 8 ‘Een vervelende mug stoorde God’

STAES, Willy Dag... dromen, 4, p. 6 ‘Grijs, koud, buiten en in mijn gedachten,’

[p. 101]

STEEN, Maria van der [Gedichten] Rijping: ‘in je ogen valt’ 1, p. 13 Albert Donk: ‘Mijn smal karkas’ 4, p. 6

SUENAERT, Amedé [Gedichten] Lente: ‘Zuilen licht zal ik tellen’ 2, p. 4 Tot plots een vogel spreekt: ‘Heb ik het gevoeld in mijn mond’ 5, p. 25

TEREECKEN, Maria [Gedichten] Vuuranjers: ‘Hoe rood’ 1, p. 12 Leugens: ‘Verborg je blik’ 6, p. 16

THIJS, Henri [Gedichten] Pyromaan: ‘Als een vlam’ 1, p. 11 Zonsondergang: ‘Landschapsloos gaat zij’ 6, p. 7

THOME, J. ‘Een uitgerafeld verleden’, 5, p. 24

TONGELE, Mark van ‘Als je 's avonds laat’, 4, p. 3

TORFS, Rik [Gedichten] Mary Quant: ‘Het feest nu zonder Mary Quant cosmetics’ 1, p. 13 Nazareth: ‘Nu en dan’ 6, p. 17

UYTVANCK, Luc van [Gedichten] Luxor: ‘In serene sfeer gedreven’ 1, p. 12 ‘Dit was het leven niet, mijn lief, het leed’ 3, p. 8

VANASSCHE, Carl [Gedichten] Dromen: ‘Verdrinken in’ 2, p. 9 Danielle: ‘In de rode stad’ 6, p. 12

VANBRUSSEL, Joost [Gedichten] ‘ik noem je mijn voet aan wal’ 2, p. 10 Zangcrochet: ‘in dit reservaat’ 5, p. 17

VANDROMME, Jozef [Gedichten] Winter 1980: ‘De dag ademt nog slechts heel even’ 2, p. 11 Zomerherinnering^1: ‘De zotte kadans der muggen’ 6, p. 8

1 Opgedragen aan L. en C. Debacker

[p. 102]

VANDROMME, Mieke [Gedichten] ‘Jij ontdekte’ 3, p. 7 Largo van de avond: ‘Langzaam schuift de hemel langs de wereld’ 6, p. 3

VANHEERTUM, H. [Gedichten] ‘Tot aan de vloedlijn van de echo’ 1, p. 14 ‘Aan een mij koudlatende tijd’ 4, p. 4

VANROY, Ludo God op het strand, 1, p. 14 ‘Heet, Marika vanmiddag’

VANSLEMBROUCK, Marcel [Gedichten] ‘de dauw die suikerig klaarligt’ 1, p. 14 ‘in zenuwen zinkt de avond en kwetst’ 6, p. 6

VEEN, P. van de ‘eenzaamheid afzondering’, 6, p. 45

VEILDERS, Bert ‘wezenloos iedere dimensie peilend’, 5, p. 13

VELLEMAN, Julien Als ik alleen ben, 3, p. 6 ‘Enkel als ik alleen ben’

VERMEIREN, Leopold Maan van goud, 5, p. 15 ‘ik wou’

VERMEULEN, Peter [Gedichten] ‘Haar voeten’ 4, p. 10 De foto (bij MD): ‘Waarom schrijf ik niet meer’ 6, p. 6

VISSER, Jan Verdwaald in oktober^1, 6, p. 41 ‘Als een herfstblad gevallen op de weg’

VOS, Albert de [Gedichten] Gij weet hoelang aleer mijn hart begeeft, 3, p. 44 Ge zoekt over mijn aangezicht, 5, p. 19

VOS, Dirk [Gedichten] Wie weet waarheen...: ‘Wie weet waarheen de dagen drijven’ 2, p. 7 Drie bomen en een graf op de heuvel...^2, 5, p. 24

1 In memoriam Paul Snoek. Gedateerd: In de trein naar Brussel, okt. '81

2 Aan An

[p. 103]

VREIJLING, Reinout [Gedichten] Goden: ‘De Goden die de mensen eens kenden’ 1, p. 9 ‘Het kakelbonte leven glim-’ 4, p. 3

WALTER, Marius [Gedichten] Bedelaar: ‘In serene stilte der avondstegen’ 1, p. 10 In de lijnen van je hand: ‘Zou iemand het weten?’ 4, p. 7 Kind was ik: ‘Ik heb aan mama eens gevraagd’ 5, p. 22

WAUTERS, Christian-Adolphe Ars magna^1, 6, p. 2 ‘eens was ik kolk’

WOUTERS, Rik Gedicht voor mezelf, 4, p. 3 ‘al[s] de wind takken afkraakt’

WUYTS, Willy Gedicht, 5, p. 24 ‘stromen met de wind mee’

1 Voor S. Ponjaert

II. Proza

BERNAUW, Patrick De ongelovige Thomas, 5, pp. 11-12

DENOO, Joris Mamoe (Tekenende woorden), 3, pp. 3-5

DILLEN, Yvette Begrafenis, 6, pp. 9-10

HANSSEN, Leander Carrière, 1, pp. 15-16

PAUWELS, Werner De twaalfde maand, 2, p. 8

UYTDENHOUWEN, Gerard De kleine mannetjes, 2, pp. 2-3

WILLEM, Wim Laat^2, 1, p. 3

2 Eerste prijs Kursiefjes Kultuurraad stad Izegem

[p. 104]

IV. Kritische bijdragen

BLAUWE, Frans de In memoriam Gustaaf de Bruyne, 6, pp. 18-19 - Met ill.

BOKHORST, Tet Het sonnet, 3, pp. 25-26

CASIER, Hervé J. Euridice in de tuin van heden [door] Christina Guirlande, 3, pp. 45-46

CORNELIS, Frans Mediterende poëzie van Joannes Marijnen, 1, p. 28 Over diens Kosmisch geloof

DEKKER, Jacques Jaak Stervelynck, De dagen van Hondschoote, 6, p. 34 - Met prt.

DESMEDT, Paul Kofschipaktiviteiten, 6, p. 46 Over de 4de Poëziedag 't Kofschip te Blankenberge en over de Belgo-Hispanico poëzieavond te Brussel

DONGEN, Cees van Poëzie: muziek voor kenners, 6, p. 33 Over parallellen tussen poëzie en muziek

GOETHUYS, Jean-Paul Aforisme, 1, p. 4

GRÜSCHKE, Han Erik van de Loo, Achter de stilte, 6, p. 36

HOOF, Guy van Thomas Roman, 3, pp. 38-39 - Met ill. Gerard van Hove, 6, pp. 24-25 - Met ill. Valère Dekens, Warm en stil, 6, p. 40

JANSSEN REINEN, Margreet Sonnetterie, 2, pp. 24-25; 4, pp. 24-26 Over enkele soorten sonnetten en enkele beoefenaars uit deze eeuw, gevolgd (p. 26) door ‘persoonlijke standpunten’ van Valère van Gerrewey, Bert Klein, Alfons Seymus, Marius Walter; sonnettendichters in Vlaanderen

KLEIN, Bert Bert Iven, een kennismaking, 6, p. 39

KOOISTRA, Jan Kunstenaars uit het Westerkwartier: Ronald Medema uit Zevenhuizen, 1, pp. 24-27 - Met ill.

KOTTE, Wouter Emiel Hoorne. ‘Op de rand van beeld en middel’, 3, pp. 34-36 - Met ill.

[p. 105]

KUYPERS, Jeroen Interview met Wim Hazeu, 3, pp. 39-41 - Met prt. Interview met Adriaan Venema, 4, pp. 37-41 - Met prt. Met een gedicht De dood van Bakoenin: ‘Na een leven lang vechten’ (p. 41) Interview met Vincent van der Linden, 6, pp. 26-28 - Met prt.

LAFORCE, Fernand Omtrent Jef Snauwaert. Leven met de kunst van Jef Snauwaert is bewust worden in onze maatschappij, 6, p. 20 - Met zelfportret.

LEENDERS, Herman De bloemenman, 1, pp. 33-35 Bespreking van dit gedicht (tekst pp. 33-34) uit Mond- en clownzeer van Paul M. Rigolle Maken de rijmen het gedicht? Enkele relativeringen, 3, p. 23 Gewaagd sonnet, 6, pp. 37-38 Over het sonnet Water uit De dag van morgen van Michel van der Plas; tekst (p. 37)

LUITING, Ton Guy van Hoof: lachen van verdriet, 3, pp. 42-43 Gelukkig werd het weer een heel fijn weekend Vaarwel Gie Luyten, welkom Jacques Samoy^1, 4, p. 2 Over Gie Luytens rol in 't Kofschip De maanwolf is vermorzeld. Enige gedachten bij het werk en de persoon van de dichter Jan Kooistra, 5, pp. 28-30 - Met prt. + correctie 6, p. 40 Paul Snoek, de dichter van mijn jeugd [In memoriam]^2, 6, p. 41

LUYTEN, Gie Onder de loupe: Marc Andries. Van Canto Flamenco tot Berichten van het thuisfront, 1, pp. 29-32 - Met bibliografie

PAUWELS, Werner & COPMANS, Willy Open brieven, 1, pp. 17-19; 3, pp. 11-14; 4, pp. 11-14 Over de literaire wereld en over eigen werk

POLFLIET, André Aan onze lezers; Redaktioneel, 1, p. 2; 3, p. 2 Aarts' letterkundige almanak 1981 [gesignaleerd], 1, p. 19 Van boeken en bundels, 1, pp. 36-38 Gaston van Camp, Reizen is schrijven in cire-perdue, p. 37 Anton Coolen, De vrouw met de zes slapers, p. 37 Johan Fabricius, Dipanegara; Het beest uit de zee, p. 36 Jean-Paul Goethuys, Roccocoïtus, p. 38 Dorette van Kalmthout, Orang oetang in ballingschap, p. 37

1 Namens de Raad van Beheer

2 Hilversum, 27 oktober 1981

[p. 106]

Joos, Ienjas & Erik Morreel, Drie en het woord, p. 38 Ton Veugen, Veel nu noteren (keuze uit het werk door M. Boot), pp. 37-38 Rik Wouters, Ik zeg tot je, p. 37 Woord en beeld. Drie strekkingen in de Nederlandse poëzie en de schilderkunst na 1945 o.r.v. Piet Thomas, p. 36 Tijdschriftenrubriek, 1, pp. 39-40; 2, pp. 36-38; 5, p. 39 Summiere bespreking van nummers van Aktietribune, Argus, Bugatti, Creare, Dietsche Warande en Belfort, Haikoe-centrum, Kreatief, Kruispunt, Noodrem, Het Prieeltje, TMuzet, Trap, Vers, V.K.H.-Courant, Yang De dichter en de klassieke dichtvormen. Beleven we een heropbloei van het sonnet en het rijm? 2, pp. 21-23 Met als voorbeeld: A. Verwey, Noach's duif Van boeken en bundels, 2, pp. 27-29 Luc Suys, Tussen droom en dageraad, pp. 28-29 Marius Walter, Niet treuren assepoes, pp. 27-28 Van boeken en bundels. Poëziebespreking, 4, pp. 33-34 Dirk Ampoorter, Zwart en krullen Cees van Dongen, Knallen Henk Huisman, Bij neonlicht en het vouwen van de nacht Jaak Jacobs, Ars longa, vita brevis Willem Kuiter, Onder je huid trilt de wind Annie Pansier, Bomen om het paviljoen Maria Sesselle, Het nest voorbij Theo van Stichel, Een kringloop Henri Thijs, Gestalten van de tijd Dirk Verbruggen, Afwezig; Spiegels in het zand Els Verhoeven, Anders is hetzelfde Georges van Acker - 20 jaar Kruispunt, 4, p. 44 Van boeken en bundels, 5, pp. 32-33 Wilfried van Craen, Gedichten uit no man's land André Despretz, Een zomers lint in een veld vol distels Car Flanders, De laatste hoeksteen Erik Heyman, Neergeschreven André van Holen, Het schuwe ritselen der bomen Frank Pollet, Waterland Boris Rousseeuw, Blinde hoek Verzamelbundels: Sprokkelingen; Solden

PUYDT, Raoul Maria de Beeldende kunsten, 2, pp. 12-19 Jan de Smedt (1905-1954), pp. 12-13 - Met ill. Maurice Gilliams/Paul Citroen, p. 14 - Met prt. Wouter Kotte, Muziek op toonhoogte, p. 15 - Met ill. Piet Gilles Kunstmonografie Jan Hoogsteyns. Inl.: Guy van Hoof, p. 16 Kunstmonografie Frans Minnaert door Paul Huys, pp. 17-19 - Met ill. Een Jeanne van de Putte-portret, 2, pp. 30-32 Beeldende kunsten, 3 Felix de Boeck. Van punt tot cirkel, pp. 30-31 - Met ill. Jan-Jaak de Grave, pp. 32-33 - Met ill. Klimt-Schiele-Kokoschka tentoonstelling, p. 38 Wim Maria Kell's aerografieën, 4, p. 30 - Met ill.

[p. 107]

Hoe brak is de grond in Amsterdam? 5, p. 35 - Met afb. Over de opening van het Vlaams Cultureel Centrum ‘De Brakke Grond’ te Amsterdam Beeldende kunsten, 6, pp. 21-24 Victor Suy, Eén schilder, dertig schrijvers, pp. 21-23 - Met prtn. van P.G. Buckinx, A. van Wilderode Gustave van de Woestijne (1881-1947) [tentoonstelling], p. 24

SESSELLE, Maria Albert de Vos, 60 jaar, 3, pp. 43-44 - Met prt.

SINNINGHE DAMSTÉ, Willem De ontmantelde agressie van Ton Luiting, 2, pp. 33-34 Over diens bundel Tedere wreedheden waaruit hij o.a. het gedicht Credo citeert, waarop Garmt Stuiveling reageert met een gedicht Voor Ton Luiting: ‘Soms vrijage, soms ravage’ (3, p. 29)

SMET, Marc de Een ‘vent’ met zelfrespect, 6, pp. 35-36 - Met prt. C.J. Kelk, Wie ik tegenkwam

TURKRY, René Hugo Bongers, schilder van de konstanten, 4, pp. 27-29 - Met ill.

VERMEULEN, Peter ‘De taal is het huis van het zijn’, 6, pp. 29-32 Over taal als element van het denkproces, als communicatiemiddel, als literaire activiteit in de poëzie

VROEDE, Paul de Roger Raveel rond fonkelende juwelen, 1, pp. 20-23 - Met ill. Toespraak n.a.v. de tentoonstelling ‘Uit de schatkamer der natuur’ te Oostkamp, waar niet alleen juwelen getoond worden maar ook grafisch werk van Raveel

WOUTERS, Rik Tijdschriftenrubriek, 2, p. 35; 3, pp. 47-48; 4, pp. 42-43; 5, pp. 36-37; 6^1, pp. 42-45 Summiere bespreking van nummers van Anderland, Appel, Argus, Bugatti, Creare, Deus ex Machina, Gemeente 2000, Janus, Koebel, Koriander, Kreatief, Kruispunt, Ons Erfdeel, Het oude Land van Edingen, Tafelronde, Tijdschrift van de Nederlandstalige Kring in het Duitstalig gebied van België, V.K.H.-Courant, Vers, Vlaanderen, Yang [Recensies] Albert Middendorp, Uit het leven van een gehandikapte jongen, 5, p. 27 Nescio: De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje, Mene tekel, 4, p. 36

1 Anoniem verschenen

V. Illustratie

Bongers, Hugo, 4, p. 28

Bruyne, Gustaaf de, 4, p. 19

Gilles, Piet, 2, p. 15

[p. 108]

Grave, Jan-Jaak, 3, p. 33

Hoorne, Emile, 3, p. 35

Hove, Gerard van, 6, p. 25

Kell, Wim Maria, 4, p. 31

Medema, Ronald, 1, p. 26

Minnaert, Frans, 2, p. 19

Missiaen, Diana, 2, p. 32

Raveel, Roger, 1, p. 22

Smedt, Jan de, 2, p. 13

Snauwaert, Jef, 6, p. 20

Suy, Victor, 6, p. 21, 23

Roman, Thomas, 3, p. 37

Bijzonder gedeelte

Hélène Riedel
(nr. 5, pp. 2 - 10) - Met prt., ill.

BOEL, Rik [Openingstoespraak - tentoonstelling H. Riedel op het stadhuis te Blankenberge van 5.9. tot 20.9.81], p. 2 Over kunst en leven

BUCKINX, Pieter G. De kathedraal: ‘Langs het vlambloemengoud’ 5 p. 4 Met vertaling door Jeanne Buytaert

CORNELIS, Frans Sonore stilte: ‘In het licht van blauwe zonnen’ p. 5

DUMARAIS, Freek ‘Het woud is rood’, p. 5

POLFLIET, A. Ruimte: ‘Vlokken wolken en stolpen van huizen’ p. 7

PUYDT, Raoul Maria de Kathedraalvuur: ‘Veelkleurig pronkt je tulband’ p. 7

VLASKOP, Anton Hélène Riedel: ‘Hoog en wijd’ p. 5

Getuigenissen

CORNELIS, Frans Hélène Riedel, de fijngevoelige kunstenares, p. 8

PUYDT, Raoul Maria de Een dame van satijn, pp. 8-9

TULKENS, Julia [Getuigenis], p. 10 - facs.