| |
| |
| |
Kreatief
Driemaandelijks literair- en kunstkritisch tijdschrift
Opgericht in 1966
Hoofdredakteur: Lionel Deflo
Redaktie: Ludo Abicht, Lionel Deflo, Aline Dereere, Louis Dieltjens, Roland Jooris, Stefaan van den Bremt, Hedwig Verlinde
Redaktiesekretariaat, uitgave en beheer: Groeningestraat 23, 8610 Wevelgem
Jg. XV, |
nr. 1: |
april 1981, 128 pp. |
|
nr. 2-3: |
juni 1981, 134 pp. = Bulgarije |
|
nr. 4: |
oktober 1981, 128 pp. |
|
nr. 5: |
december 1981, 128 pp. = Gevangenisliteratuur |
| |
I. Poëzie
CAILLIAU, Phil
Uit de bundel: Wedersamenstelling, 4, pp. 86-90
Telex: ‘Ik heb legenden gehoord van Babel en van’ p. 86 |
Dodenfeest: ‘Het plechtig kleed en schaamte’ p. 87 |
Zo kies ik, p. 88
1. | ‘Zo kies ik de zwartheid om het wit,’ |
2. | ‘Zo kies ik. Het uitwerpen van aas:’ |
|
Schedel ben je: ‘Rond de zuurstof zal ik. U ontmaagden’ p. 89 Bijna te diep om naar te graven: ‘Slaap me nu de vlakte in.’ p. 90 |
|
|
|
CHRISTIAENS, A.G.
Zes gedichten uit het Engels vertaaldGa naar voetnoot1, 4, pp. 80-85
Tom Gunn, Over een slak gebogen, p. 80 |
Langston Hughes, Ook ik bezing Amerika, p. 85 |
George Oppen, Werkman, p. 83 |
Carl Sandburg, Gras, p. 81 |
A.S.J. Tessimond, Jan Modaal, p. 82 |
John Wain, Au jardin des plantes, p. 84 |
|
|
|
DESPRETZ, André
Brons(t)groen, 1, pp. 104-105
1. | Campina mea: ‘Dit is mijn revier waar ik rust najaag,’ p. 104 |
2. | Myrica gale: ‘In regenvlagen en slaande hagel’ p. 104 |
3. | Lyrurus tetrix: ‘Weldra koraalrood: de heide ingroen.’ p. 104 |
4. | Pteridium aquilinum: ‘Gesikkelde maan. Je bosbes; je braam...’ p. 104 |
5. | Picus virides: ‘Spechtensmidse: vastklemmende spleet;’ p. 105 |
6. | Pinus nigra: ‘Naast de kaalkap: mijn statige stammen’ p. 105 |
7. | Anas platyrhynchos: ‘Spiegelend op een nachtblauw ven’ p. 105 |
|
|
| |
| |
GERREWEY, Valère van & STEEGMANS, Richard
Benjamin Péret, [Gedichten]. Inl.Ga naar voetnoot1 & vert.: V. van Gerrewey & R. Steegmans, 1, pp. 83-85; 87-89
Het geheim van mijn geboorte; Sentimenteel dorp, p. 87; 89 |
Nette manieren; Vleugelgeklapper, p. 89; 90 |
De memoires van Benjamin Péret; Het ware leven, p. 91; 92 |
In twee tijden en drie bewegingen; Vliegepoten; Bron, p. 93; 94; 95 |
|
|
|
HAASTRECHT, Anke van & KUIPERS, Frans
Héberto Padilla, [Gedichten]. Vert.: A. van Haastrecht & Fr. Kuipers, 5, pp. 65-81
La voz - De stem, pp. 66-67 |
Homenaje - Ode, pp. 68-69 |
Cancion de aniversario - Verjaardagslied, pp. 70-71 |
Eso que vaflotando sobre las aguas - Wat daar over de wateren gedreven komt, pp. 72-73 |
Instrucciones para ingresar en una nueva sociedad - Richtlijnen om toegelaten te worden tot een nieuwe maatschappij, pp. 74-75 |
Fuera del juego - Buiten spel, pp. 76-77 |
Los que se alejan siempre son los ninos - Die altijd weggaan zijn de kinderen, pp. 78-79 |
Playa Giron - Varkensbaai, pp. 80-81 |
|
|
|
KUIPERS, Frans
[Gedichten], 4, pp. 91-95
Vers 71: | ‘Kulgetaander. Altijd gehuld’ p. 91 |
Vers 73: | ‘Jarenlang’ p. 92 |
Vers 75: | ‘Alles brandt.’ p. 93 |
Vers 77: | ‘Een boom in steeds’ p. 94 |
Vers 78: | ‘Ogenblik dat voortduurt -’ p. 95 |
|
|
|
KUITER, Willem
Vervreemding, 4, p. 101
‘sterven als een bermtourist’ |
|
|
|
LASOEN, Patricia
[Gedichten], 1, pp. 96-103
Ode to the twenties: ‘Op een rotan divan’ p. 96 |
Zomeruur: ‘De wind verandert vaak’ p. 97 |
The age of Aquarius: ‘Geen tijd voor zombies, pesticiden, zwarte gordels,’ p. 98 |
Impasse: ‘De warme droefheid lijkt veraf,’ p. 99 |
‘Armen gekruist over de borst,’ p. 100 |
‘Vlak voor ik dood ga’ p. 101 |
His master's voice, p. 102
1. | ‘De Sint-Ceciliafanfare’ |
2. | ‘Soms mocht ik in de zwarte Citroën vooraan’ |
|
De witte binnenkant: ‘Er ligt nog sneeuw’ p. 103 |
|
|
|
ROGGEMAN, Willem M.
Gesprek in een hotelkamer, 4, p. 100
|
|
| |
| |
STEEGMANS, Richard
[Gedichten], 4, pp. 98-99
Het bestond bij de prikklok: ‘carte blanche’ p. 98 |
De verwerking van het nietsdoen: ‘jongleren’ p. 99 |
|
|
|
VREIJLING, Reinout
[Gedichten], 4, pp. 96-97
Dorset: ‘Waar nu de onbehouwen tanksoldaten klossen’ p. 96 |
‘Opstaan ademhalen koffie drinken’ p. 97 |
|
|
| |
| |
BARBIER, Geert
De realismetheorie van Georg Lukacs, 1, pp. 3-28
‘de bedoeling één centraal koncept in Lukacs' werk onder de loupe te nemen, namelijk de betekenis die hij geeft aan het begrip “realisme”.’ |
Met biografische kanttekening, p. 2 |
|
|
|
BOUSSET, Hugo
Luisteren naar een boek. Gesprek met Bernard Kemp, 1, pp. 37-51 - Met prt.
Licht aangepaste versie van een BRT-interview op 22 jan. 1980 n.a.v. het verschijnen van Het weekdier |
|
|
De goede woorden. Gesprek met Ivo Michiels, 1, pp. 52-61 - Met prt.
Licht aangepaste versie van een BRT-interview op 26 febr. 1980 |
|
|
Subversief schrijven. Gesprek met Mark Insingel, 4, pp. 2-10 - Met prt.
Volledig herwerkte versie van een BRT-interview op 20 aug. 1979 |
|
|
Schrijven om stilte. Gesprek met Claude van de Berge, 4, pp. 15-28 - Met prt.
Volledig herwerkte versie van een BRT-interview op 3 sept. 1979 |
|
|
In de zon van Zen. Gesprek met Jaak Fontier, 4, pp. 29-35 - Met prt.
Licht aangepaste versie van een BRT-interview op 31 okt. 1978 |
|
|
Binnewaartse buitenstaander. Gesprek met Gust Gils, 5, pp. 82-92 - Met prt.
Licht aangepaste versie van een BRT-interview op 22 apr. 1980 |
|
|
Gestolde schoonheid. Gesprek met Astère Michel Dhondt, 5, pp. 93-104
Licht aangepaste versie van een BRT-interview op 25 mei 1981 |
|
|
|
CAILLIAU, Phil
‘Brieven aan Wimie’ [1959-1963] en ‘Moeder en zoon’ [1966] voor Gerard Reve de twee episodes van de beslissende periode 1960-1966*, 1, pp. 111-114 |
|
| |
| |
Parfait amour [door Lucienne Stassaert]: om stil bij te staan en meer te vragen*, 1, pp. 115-117 |
|
Het zingevend territorium van Mark Insingel, 4, pp. 11-14
Over diens Mijn territorium |
|
|
Het ontbreken van zekerheden. De grote desillusie. Over het debuut van Alex Rosseels en van Herwig Waterschoot*, 4, pp. 116-119
1. | Alex Rosseels, Het blije lijden, pp. 116-118 |
2. | Herwig Waterschoot, Pygmalion in de sneeuw, p. 118 |
|
|
Een beetje suspense bij Reve: de heks, de dood en ‘De vierde man’*, 5, pp. 118-120
Gerard Reve, De vierde man |
Gerard Reve & Simon Carmiggelt, In gesprek |
|
|
|
DEFLO, Lionel
De perzik van onsterfelijkheid [door Jan Wolkers]: terminale zoektocht naar de verloren vitaliteit*, 1, pp. 117-120 |
|
Piet van Akens [De] ‘blinde spiegel’: een tijdbom onder het SP-sanhedrin?, 4, pp. 50-57 |
|
De vlucht van de schrijver als minnaar*, 4, pp. 113-116
Alstein, Het vertrek naar Amerika; Een dag in de lente |
|
|
‘De Kornsteins’ van Carlos Callaert: amateuristische worstenvullerij*, 4, pp. 121-122 |
|
|
DENOO, Joris
Jeugdliteratuur (3). De alwetende Olympos-adelaar die met argusogen oorlogen en verre landen bestrijkt, is stekeblink voor het vuil onder de eigen nagels*, 1, pp. 120-124
Over de ‘betutteling en boodschapperigheid’ in de Vlaamse jeugdboeken (pp. 120-122) |
Over Mireille Cottenjé's Waarom niet de waarheid? (pp. 122-123) |
Over Christian-Adolphe Wauters' Alex. Jeugd op de tweespalt (p. 124) |
|
|
Jeugdliteratuur (IV)*, 4, pp. 122-124
Over een panelgesprek tussen Gie Laenen en Eric Hulsens over jeugdliteratuur in de Normaalschool te Torhout (p. 122) |
Over Dirk de Geest, Vertel het aan een kind en over de extra-uitgave van Poëziekrant (bij nr. 6, 12 pp.) met gelijknamige titel (pp. 122-123) |
Tin Martens, Net of hij me al jaren kent (pp. 123-124) |
Over het tijdschrift Leestekens (p. 124) |
Met een reactie van Eric Hulsens, een ingezonden brief: Waarde redaktie, Geachte lezer van Kreatief (5, pp. 121-122) en een antwoord van Joris Denoo (p. 122) |
|
|
|
GLAS, Frank de
Een boek voor iedereen. Zweedse kultuurpolitiek bindt de strijd aan met kommerciële massalektuur, 1, pp. 29-36 |
|
|
KUIPERS, Frans
Celans Dievenlied*, 1, pp. 124-125
Over de vertaling van het woord ‘aum’ in P. Celans Dievenlied door José de Poortere (Kreatief, XIV, 1980, 5, pp. 69-71) |
|
|
| |
| |
Paul Celan: Ademkristal, 4, pp. 68-74
Over diens Atemkristall in vertaling en met toelichting van A. Nypels |
|
|
Padilla, 5, pp. 62-64
Inleiding tot de vertaalde gedichten; zie: Poëzie, sub; Haastrecht, Anke van & Kuipers, Frans |
|
|
|
POPELIER, Bert
Karel Dierickx: wedden op het schilderij, 4, pp. 102-112 - Met ill.
Interview (pp. 104-112, voorafgegaan door een gedicht van B. Popelier: ‘Dat kan van strelen gezegd’ (p. 104) en door de Voorgeschiedenis van het interview - het werd geweigerd door de krant De Morgen |
|
|
Pjeroo Roobjee: ‘Het wandelen in het schilderij’, 5, pp. 103-114 - Met ill., prt. |
|
|
SCHEER, Lieve
Max Ernst, of de dans der lelijkheid, 4, pp. 58-67
Ontleding van Luceberts gedicht Max Ernst (tekst, p. 58) |
|
|
|
VERLOES, Eddy & LEUNENS, Stef
Roland Jooris: van het pikturale naar het meditatieve. Analyse en vergelijking van twee gedichten, 1, pp. 71-82
Uit: Laarne (1971): In het cornerpunt van Raoul de Keyser en uit: Vijf niet gebundelde gedichten (1978): Schrijven |
‘in de eerste plaats beide gedichten opzichzelf te analyseren en tevens aan (te) stippen op welk punt van Jooris' evolutielijn zij zich bevinden’ |
|
|
|
VERMEIREN, Koen
Roger van de Velde: veroordeelde en getuige, 1, pp. 62-70
N.a.v. Recht op antwoord en al het ander proza |
|
|
Een droevig porno-verhaal*, 1, pp. 106-111
Louis Paul Boon, Eros en de eenzame man. Een droefgeestig en schandelijk pornoverhaal |
|
|
Herinnering is als een hond die gaat liggen waar hij wil. Over het jongste proza van Cees Nooteboom [Rituelen], 4, pp. 36-49 |
|
Opgepast! Kapotte vloer!*, 4, pp. 119-121
Elisabeth Marain, Een mond van zand |
|
|
Inventaris opmaken, 5, pp. 115-118
Leo Pleysier, De weg naar Kralingen |
|
|
| |
Bijzonder nummer
Bulgarijenummer (nr. 2-3, 134 pp.)
Samenstelling en vertalingen: Mon Detrez
| |
| |
VertalingenGa naar voetnoot1 |
Maja P. Boejoekliëva, De poëzie, pp. 61-66 - Met bibliografie
Nikolaj Kântsjev, [Gedichten], pp. 82-86
Zolang het moet; Slagveld, p. 82; 83 |
‘Een vrouw, wanneer ze echt begint te huilen’, p. 84 |
‘Onder het fluisteren van bakerpraatjes’, p. 85 |
In het oog van de zon zit een vliegje, p. 86 |
|
|
Ljoebomir Levtsjev, [Gedichten], pp. 68-72
|
|
Maja Panajotova, [Gedichten], pp. 89-92
Pasen; De boze wereld; Archimedes; Krachteloosheid, p. 89; 90; 91; 92 |
|
|
Konstantin Pavlov, [Gedichten], pp. 75-79
De kracht van de mythologie; Het hondje Hektor, p. 75; 76 |
Oedipusklompex; De alchimisten, p. 77; 78-79 |
|
|
|
Simon Janev, Het proza, pp. 13-25 - Met bibliografie
Nikolaj Chajtov, Het zaad van Dervisjov, pp. 34-42 |
|
Jordan Raditsjkov, Twintigste eeuwGa naar voetnoot2, pp. 44-40
De bolhoed gaat de hoofdstraat op, pp. 52-60 |
|
|
Jordan Valtsjevn, Woede, pp. 27-32 |
|
|
Ivan Stojanovitsj, De film, pp. 124-134 - Met afbn. |
|
Dimitâr Arnaoedov, De plastische kunsten, pp. 94-123
Met illustraties van:
Dimitâr Boejoeklijski, p. 108 |
Zlatjo Bojadzjiëv, p. 102 |
Zlatka Dâbova, p. 118 |
Ljoeben Dimanov, p. 117 |
Ivan Dimov, p. 109 |
Petâr Ditsjev, p. 113 |
Genko Genkov, p. 100 |
Atamas Jaranov, p. 103 |
Dimitâr Kazakov, p. 105 |
Ivan Kirkov, p. 114 |
Dimitâr Kirov, p. 99 |
Nadezjda Koeteva, p. 51 |
Tsanko Lavrenov, p. 103 |
Nikolaj Majstorov, p. 112 |
Velitsjko Minekov, p. 97 |
Nikolaj Nikov, p. 87 |
Anastasija Panajotova, p. 116 |
Atanas Patsev, p. 111 |
Ivan Pramatarov, p. 93 |
Svetlin Roesev, p. 107 |
Roemen Skortsjev, p. 119 |
Teofan Sokerov, p 110 |
Angel Stanev, p. 73 |
Valentin Startsjev, p. 98 |
Nikola Terzijev, p. 121 |
Stojan Tsanev, p. 73 |
Georgi Tsjanknovâ, p. 122 |
|
|
| |
| |
| |
Gevangenisliteratuur
(nr. 5, pp. 2-16)
DIEL, Günter Hermann
Literatuur uit de Duitse gevangenis. Over de auteurs Klaus D. Mahn en Felix Kamphausen, p. 15
Inleiding tot de vertalingen: |
Felix Kamphausen, Transport. Vert.: J.A. Dolman & S. Dolman, pp. 25-61 |
Klaus D. Mahn, Stilte. Vert.: G.H. Diel & S. Dolman, pp. 17-22 |
Klaus D. Mahn, Amanda. Vert.: G.H. Diel, pp. 23-24 |
|
|
|
HATERD, Jos van de & HOEDT, Ruud ten
Literatuur uit de Amerikaanse gevangenis, pp. 2-14
Uiteenzetting op basis van H. Bruce Franklin, The victim as criminal and artist |
|
|
|
-
voetnoot1
- Benjamin PĂ©ret of de revolutie van de verbeelding
-
voetnoot1
- Met bio- en bibliografische noot, p. 79
-
voetnoot2
- De artikels met een * behoren tot de rubriek: Gewikt en gewogen
-
voetnoot1
- Met biografische noot over de vertaalde auteurs
|