Bibliografie van de literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland. De tijdschriften verschenen in 1980

[p. 294]

Ramp

Kwartaalschrift voor taal noch teken
Opgericht in 1975

Redactie: Wim Brands, Ruud Hisgen, Cees van Hoore, Paul F. Leive, Esther Peze

Secretariaat: 2^e Schuytstraat 73, 2517 XC Den Haag

Nr. 9:	36 pp. - onder de titel: Even tussendoor
Nr. 10:	63 pp.: ‘Haagsche dames’

I. Poëzie

BERG, Johan van den Jij/en mijn stad voorbij, 10, p. 49 ‘Ben ik hier ben ik daar’

BERGER, Peter Twee versjes, 10, p. 13 1. ‘Ik zag ze, op weg zijnde naar Wassenaar’ 2. ‘IJzergeur hing om de bloemen’

BERGMAN [Gedichten], 10, p. 18 Weg wijs: ‘Elke morgen wachten de wolken’ Post-code: ‘Toen ik de post van nummer 60 uit 58 haalde’ Lokatie: ‘Ik woon in Leyenburg’

DAM, Geraldine Marshmellow submarine, 10, p. 48 ‘Langzaam maar heel zeker’

ENGELBRECHT, Corina De gezusters Karamasof, 10, p. 49 ‘In hun huis in 't Haagse bezuidenhout’

EIJCKMANS, Jozef Variaties zonder thema. Uit: Werkwijze, 10, p. 19 ‘Hier zou zeker iets anders kunnen staan’

FIERET, Gerard [Gedichten], 10, p. 30 Keukens: ‘Er is geen finish, het moet nog even’ Galanterieën: ‘Galanterieën van de asbak’ Zeilen: ‘Daar heb je een wens’

GIJSEN, Wim Bij een beeld van een beeld, 10, pp. 60-61 ‘Je staat zo roekeloos en bloot’

[p. 295]

HARTEN, Jaap [Gedichten], 10, pp. 50-51 Toch. Uit: Wat kan een manser betalen: ‘Laten we er geen doekjes om winden’ p. 50 Snackbar ‘De Gouden Parapluie’: ‘Daar zit ik met een roestig kroketje’ p. 51

HOORE, Cornelis van [Gedichten], 9, pp. 12-13 Applaus: ‘Klappen, klappen, klappen’ p. 12 De Verloren Vader: ‘'k Beschimp eenieder, her en der’ p. 12 Alice: ‘Hemels kijkend ligt de vijver aan haar voetjes’ p. 12 De Profundis: ‘Op 't laatst onder een spanlaken in Endegeest’ p. 12 Playmate: ‘Flarden van psalmen wieken binnen’ p. 13 Verliefden: ‘sZomers, als ze zo stijf gearmd oversteken’ p. 13

LEEUWEN, Hendrik van [Gedichten], 9, pp. 34-35 Binnenstebuiten: ‘De leuning hangt over een broek’ p. 34 Muur: ‘Op het oog van een muur’ p. 34 Oeverloos: ‘Hoeveel dagen al trek ik de boot een oever voorbij’ p. 34 Voorwaar zeg ik: ‘wees gegroet, gij, eerste en enige van mij’ p. 35 Zo is het: ‘Zo groen verliefd dat’ p. 35 Antwoord in land: ‘Als ik ga door het land’ p. 35

LEIVE, Paul F. [Gedichten], 9, p. 32 Geboren te Braunau: ‘Achter de schuifdeuren lachen de groten’ Een Berlijnse april: ‘De storm speelt piano op het puin’ De jaren 50: ‘Doris Day had geen zweetklieren’ Bouwdozen: ‘Te lijmen stuka's’ Imperiums: ‘Je had er waar de zon nooit onder ging’ Waar even mijn bed staat: ‘Ik speel dat ik je afhaal op Centraal’

OOSTENBROEK, Lucette [Haiku], 10, p. 59

PEZE, Esther [Gedichten], 9, p. 22 De man die vrijheid wilde: ‘De man die vrijheid wilde vocht uit alle macht’ Donker water: ‘Golvend spiegelbeeld in donker water’ Remover: ‘Bij de drogist kocht ik predictor’ Ach Roodkapje: ‘Was het dan verkeerd’ De koning en de nar: ‘Laag in mijn nederigheid’

POT, B.J. Biecht. Uit: Het gevleugelde hobbelpaard, 10, p. 12 - Met ill. ‘de dikke dames eten taarten’

REVE, Carla van 't Uwentwille, 9, p. 33 ‘De gesel Gods slaat op het grijze zink’

SCHROO, Mary Louise ‘Boom eenmaal geplant in het Paradijs’^1, 10, p. 26

1 Met open brief aan de redactie, p. 26

[p. 296]

STRENG, Henk [Gedichten], 9, p. 26 ‘Zelfs met geheugen was het moeilijk thuisbrengen’ ‘Achter een kruiwagen speculaas en taai-taai’ ‘Ze gaat kleiner, haar huis komt onder de hamer’

VOS, Ida [Gedichten], 10, p. 58 Koffievisite: ‘verdronken in de driezitsbank’ Tegenover mij in de trein: ‘Ik durf haast niet te kijken’ Aardrijkskunde: ‘Zij had een onvoldoende’ Uitverkoop: ‘Duizend brillen’ Haiku's

VROEMEN, Jac [Gedichten], 9, p. 36 Afrikaanse student: ‘Dezelfde taal geleerd’ Markt: ‘De meester kan niet zo erg zijn’ Déjà vue: ‘De vriend die mijn auto leende’ Moment voor jezelf: ‘Je zag een klein dier sterven’

II. Proza

BAKKER, Jan H. Dit gemis. I never heard the melody till I needed the song, 9, pp. 5-10 - Met ill.

BIESHEUVEL, J.M.A. Het eiland More, 9, pp. 23-25 - Met ill.

BUDDINGH', C. ‘Mijn broer’. Korte tekst in briefvorm, 9, p. 27

HISGEN, Ruud Zwavelmeisje. Fragmenten uit het dagboek van A., 10, pp. 42-48 - Met ill.

HOORE, Cornelis van ‘Feind hört mit!’, 9, pp. 28-31

LEEUWEN, Hendrik van ‘Gedachtenisje’, 10, pp. 52-57 - Met ill.

LEIVE, Paul F. ‘Halverwege’, 9, pp. 14-17 - Met ill. ‘Het tussenschepselige’, 9, p. 31 - Met ill. ‘Haagse vlieg’, 9, pp. 36-41 ‘Honden’, 10, p. 29 - Met ill.

PEZE, Esther ‘Heer Halewijn zong een liedekijn’, 9, pp. 32-35 - Met ill.

[p. 297]

Bijzonder gedeelte

‘Haagsche dames’
(nr. 10, passim) - Met ill.

COUPERUS, Louis Het verschil tussen een dame en een vrouw, pp. 24-25 Uit: Proza. Deel III (1923), pp. 174-176

HISGEN, Ruud Van Haagsche Dames en Dingen die Voorbijgaan. In gesprek met Albert Vogel, pp. 20-23

HOORE, Cees van Soort zoekt soort. In gesprek met de Haagse couturier Ernst-Jan Beeuwkes, pp. 14-17

LEEUWEN, Hendrik van & PEZE, Esther ‘De mythe van de Haagsche dame’. Samengesteld uit interviews, pp. 4-11