Bibliografie van de literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland. De tijdschriften verschenen in 1980

[p. 61]

Dimensie

Driemaandelijks literair tijdschrift¹
Opgericht in 1976

Redactie:
Jrg. IV,	nrs. 2, 3:	Armand van Assche, Jan Biezen, Kees Helsloot, Guy van Hoof, Lucette M. Oostenbroek, Willie Verhegghe
Jrg. IV,	nr. 4:	Dezelfden, met Dirk Kroon
Jrg. V,	nr. 1:	Dezelfden, behalve Armand van Assche

Hoofdredacteur en verantwoordelijke uitgever: Jan Biezen, Rotterdamstraat 82, 2000 Antwerpen

Redaktiesecretariaat België: Postbus 163, 2000 Antwerpen 6

Redactiesecretariaat Nederland: Poëziecentrum ‘Die Clinghe’, Hoge Duin en Daalseweg 31, 2061 AE Bloemendaal

Jrg. IV,	nr. 2:	januari 1980, 88 pp. = Rutger Kopland-nummer
	nr. 3^2:	april 1980, 72 pp.
	nr. 4:	juli 1980, 40 pp.
Jrg. V,	nr. 1:	oktober 1980, 79 pp. = Jozef Eijckmans-nummer
	nr. 1bis:	oktober 1980, 16 pp. = Bibliografie 1976-1980

1 Literair tijdschrift van Stichting Dichtersgroep Dimensie

2 Omslag: Ben Aalbers

Artikels van de redactie

De Constantijn Huygensprijs 1979 voor Hugo Claus, IV, 3, pp. 64-65 Mededeling van het juryrapport van de Jan Campertstichting. De prijs werd toegekend voor het gehele oeuvre

De Jan Campertprijs 1979, IV, 4, p. 14 Toegekend aan Roland Jooris voor zijn Gedichten 1958-78

I. Poëzie

BASTET, F.L. III. Rome als ziekte, IV, 3, pp. 11-12 1. Sint-Pietersplein: ‘Weer luidt de bronzen klok, luid over zuilengangen’ p. 11 2. Grand Tour: ‘Op weg naar de ruïnes van een dode keizer’ p. 11 3. Licht: ‘Het Forum in de zon, de zuilen en de rozen’ p. 12

BERG, Johan van den [Gedichten], IV, 3, p. 22 Voorbijganger: ‘in het oog’ Toen de dag nog mooi was

[p. 62]

BOENDERS, Frans Vier oproepen tot de ondergeschikten, IV, 3, p. 3 ‘Bewaar niet voor later: brand en verteer’ ‘Wees vrij, vandaag. Verlaat de posten’ ‘Wie schokt het vertrouwen?’ ‘Men verlate huizen, lokalen en zaken’

BRUGGEN, Nic van Oktober, autoroute du soleil, IV, 3, p. 1 ‘In oktober als de zomer dood is’

BRUYNSERAEDE, Marc [Gedichten], IV, 3, p. 34 Gedrapeerd verdriet: ‘Van het landschap in de regen’ Diepzee: ‘Hoog grijpt aan de reling soms’

DANGIN, Mark Late aftocht, IV, 3, pp. 4-5 ‘Komt voor eenmaal de stoomboot’

DECORTE, Bert Haikoe's, IV, 3, p. 5

FABER, Hille Haiku^1, IV, 3, p. 51

FEBRUARY, Vernie [Gedichte], IV, 3, p. 58 Marionet: ‘My vreugde o Antonius’ Kruisiging: ‘Hy het my ledemate beetgepak’

HARTEN, Jaap Uit: Wat kan een manser betalen?, IV, 3, p. 6 Valentijnsdag^2: ‘Zulke regels kan je laten staan als ready-made’ De dameskapel van Frau Roll: ‘speelde in de jaren '14-'18 met’

HELSLOOT, Kees [Gedichten], IV, 3 Spotted flycatcher (Heerde): ‘hij lijkt op een mus’ p. 21 College: ‘Een zeer geleerde heer’ p. 21 Kwatrijn voor Karel [Soudijn]: ‘Het kaboutertje heet Karel’ p. 72

HELSLOOT, W. Sonnet voor Soudijn, IV, 3, p. 72 ‘Hé, Karel, heb je 'n nieuwe column, jongen?’

HOORE, Cornelis van Leuk voor later, IV, 3, p. 36 ‘Hij sabelt om zich heen’

1 Friese en Nederlandse tekst

2 Opdracht: Voor Oskar

[p. 63]

JOORIS, Roland [Gedichten], IV, 4, pp. 1-5 Sénanque, pp. 1-2 1. ‘gom het donker’ p. 1 2. ‘aarde’ p. 1 3. ‘blootvoets’ p. 2 Afgelegen, p. 3 1. ‘rotsen’ 2. ‘wie zondert’ 3. ‘het wrakhout’ Enkelvoud: ‘ik laat’ p. 4 Hommage: ‘het kantelt niet’ p. 5

KINET, Mark [Gedichten], IV, 3, p. 23 Rudolf Nureyev of the scene: ‘als een boog voor het schot of een’ Barbara: ‘antwerpen gilt’

KROON, Dirk [Gedichten], IV, 3, p. 53 Tweestrijd: ‘je verliest het voor niets’ Invitation: ‘om mee te gaan weet je’

MAELE, Romain John van de Alle soldatenkerkhoven zijn gelijk^1, IV, 3, p. 35 ‘misschien zijn alle soldatenkerkhoven’

MAGERMAN, Adriaan [Gedichten], IV, 3, p. 2 Hoop: ‘Schrijf mij niet na ik ben oktober’ De kinderen van Cambodja: ‘Spreek niet van water waar maar water is’

MESSING, Marcel Cirkelgang, IV, 3, p. 37 ‘begin en einde’

MOK, Maurits [Gedichten], IV, 3, pp. 15-16 Schaduwen voor de zon: ‘Lang geleden, in de avondschemer’ p. 15 Planetair: ‘Staande voor het landschap’ p. 15 Als het winter wordt: ‘Als het winter wordt, er stuift sneeuw’ p. 16 Wraak: ‘Dieper dan ooit verdwaald’ p. 16

OOSTENBROEK, Lucette M. Haiku, IV, 3, p. 48 - Met ill. van José Stibbe

SCHAGEN, J.C. van Veertje, IV, 3, p. 52 ‘Op het tuinpad ligt een duiveveer’

STRAATEN, Arie van Status quo, IV, 3, p. 36 ‘samen drinken we’

1 Opdracht: Voor Wim Hazeu

[p. 64]

TOOREN, J. van Breughel's Jagers, IV, 3, p. 47 ‘Met hun eigen wild’ 4 haiku, IV, 3, p. 47

VLEK, Hans Freakmuziek, IV, 3, pp. 13-14 ‘Ik dicht verlicht’

III. Toneel

HAZEU, Wim Bewaar mij voor de waanzin van het recht, IV, 4, pp. 19-26 ‘Het hoorspel is gebaseerd op een nog niet eerder aan de openbaarheid prijsgegeven briefwisseling tussen Willem de Mérode en pater Jos van Wély, ten tijde van het verblijf van eerstgenoemde in de gevangenis in 1924. Het werd vorig jaar door de N.C.R.V. uitgezonden’

IV. Kritische bijdragen

BIEZEN, Jan Redaktionele telex, IV, 2, pp. 79-86; 3, pp. 66-71; 4, pp. 37-40; V, 1, pp. 73-77 Mededeling van reacties van lezers, fragmenten uit persartikels, nieuwe uitgaven, culturele en literaire activiteiten, met commentaar

BRINK, André P. Vernie February, O snotverdriet, IV, 3, p. 59

CHAMULEAU, Rody Adwaita in de belangstelling, IV, 4, pp. 34-36 Over J.A. Dèr Mouw (ps.: Adwaita) n.a.v. het verschijnen van o.a. Schandaal in Doetinchem I & II, met Dèr Mouws Verweerschrift n.a.v. het conflict met zijn rector aan het Stedelijk Gymnasium van Doetinchem in 1904

HELSLOOT, Kees Frans Kuipers, Van a tot en met z, IV, 3, pp. 63-64 Het speelveld van Herman de Coninck, IV, 4, pp. 15-18

HOOF, Guy van Jaap Harten of de getatoeëerde melancholie, IV, 3, pp. 7-10 Dirk Kroon,: zoeken naar identiteit, IV, 3, pp. 54-57

KROON, Dirk Maurits Mok ingeleid, IV, 3, pp. 17-20 Inleiding tot Moks voorlezing uit eigen werk voor de Haagse Kunstkring op 19.1.1979 Eldert Willems of het raadsel der duidelijkheid, IV, 3, pp. 24-33

MESSING, Marcel Poëzie: wonen in stilte, IV, 3, pp. 38-48 Voorpublicatie van hoofdstuk 3 uit De stilte die tot ons spreekt. Balanceren tussen tijd en tijdloosheid

[p. 65]

OOSTENBROEK, Lucette M. Haiku: de weg van het woord, IV, 3, pp. 49-50 Over haar persoonlijke houding tgo. de haiku Bob Verstraete, Haiku, IV, 3, pp. 61-62

PERRE, Rudolf van de De Coninck en Jooris (her)lezend. Enkele beschouwingen, IV, 4, pp. 6-9 Herman de Coninck, De lenige liefde (1969); Roland Jooris, Laarne (1971)

POS, Hugo Maria de Groot: Vrijgeleide. Kwatrijnen, IV, 3, pp. 62-63

SPILLEBEEN, Willy Over Roland Jooris, [Het museum van de zomer], IV, 4, pp. 10-12

VERHEGGHE, Willie En ondertussen gaat alles voorbij: denkend aan Jan-Willem Overeem, IV, 3, p. 60 Over diens dichtbundel Knaagdier Roland Jooris: een dichter helder als het klaarste water, IV, 4, p. 13 ‘Wat men een beetje smalend “dichterlijk” noemt, is de essentie van het theater’, IV, 4, pp. 27-33 - Met prt. Interview met Hugo Claus n.a.v. diens vierde bekroning met de Staatsprijs voor toneel, voor Jessica. Overgenomen uit Open Deur (XII, 1980, 4, pp. 114-119)

Bijzondere nummers
Rutger Kopland-nummer¹ (IV, nr. 2, pp. 1-77)
Redactie: Jan Biezen²

KOPLAND, Rutger Want waar verdwijnt is hopeloos verdwenen, pp. 31-35 Tom van Deels poëzie is ‘ondanks zijn geringe omvang, een monument’; poging om ‘de structuur van het monument te làten zien aan de hand van één gedicht ‘Bos’ uit Wat van binnen in zichzelf verward zit, pp. 56-60 De stelling ‘Kouwenaars poëzie houdt zich op tussen volstrekte onbegrijpelijkheid en volstrekte zeggingskracht’ wordt hier getoetst aan diens bundel ‘100 gedichten’ Dagboek van een dagdromer, pp. 64-67 ‘over mijn ervaringen bij het lezen van “Nagelaten werk” van Hans Lodeizen’

ASSCHE, Armand van Het retorisch stamelen van Kopland, pp. 61-63 Over het klankaspect van Koplands poëzie

BIEZEN, Jan Voor Rutger Kopland: ‘Zie, /de zwervende stenen’ p. 38

1 Met prt. op omslag; Omtrent de dichter Ruger Kopland [= bio- en bibliografische gegevens], p. 1

2 Nawoord, p. 77

[p. 66]

DEEL, Tom van Al die mooie beloften. In gesprek met Rutger Kopland, pp. 27-30

DEFLO, Lionel Afscheid en verlangen. Enkele beschouwingen bij Rutger Koplands bundel Een lege plek om te blijven, pp. 74-76

HAAR, Bert de Kopland en Kouwenaar. Planimetrie van twee dichterlijke ontwikkelingen, pp. 44-56

HAZEU, Wim Rutger Koplands brief aan G., pp. 24-26 Over de achtergrond van diens poëzie, gevolgd door een bespreking van Al die mooie beloften

HELSLOOT, Kees Koplandschap, pp. 49-43 Over het gedicht ‘Winter van Breughel...’ uit Al die mooie beloften, vergeleken met William Carlos Williams, The hunters in the snow en met John Berryman, Winter landscape. Teksten, pp. 41-42

HOEFNAGELS, Peter Dichter en dokter, pp. 68-73 Over de relatie leven/poëzie bij Rutger Kopland = R. van den Hoofdakker, dokter-psychiater

KORTEWEG, Anton ‘De dromen houden het niet’. In gesprek met Rutger Kopland, pp. 11-23

OOSTENBROEK, Lucette M. Het bestaansrecht van een taal, pp. 36-37 Over de ironie in Koplands poëzie

ZUIDERENT, Ad Koplands afscheid van een land van bergen en dalen, pp. 3-10 Over de betekenis van het berglandschap in Koplands poëzie als kanttekeningen bij gedicht XVI ‘Want langs de bergen zakken gerafelde’ uit Een lege plek om te blijven

Jozef Eijckmans¹
(V, nr. 1, pp. 1-72)

EIJCKMANS, Jozef Drie nieuwe gedichten, pp. 1-15 In stormvlaag A: ‘om te beginnen’ pp. 1-3 Hymne: ‘aardse vrouw’ p. 4 Uit het dagboek van de angst^2: ‘Zoals er gewerkt wordt in de doden’ p. 5

BERGER, Peter [Gedichten]. Uit: Deze voorlopige naam (1962); Op tegenspraak (1968) Arcadisch: ‘Hoe zou Jozef de wereld willen’ p. 17 Jozef E.: ‘Zoals hij ten laatste’ p. 18

1 Met prt. op omslag; [Bibliografische gegevens]: Dichtbundels van Jozef Eijckmans, p. 72

2 Opdracht: Voor Dirk Kroon

[p. 67]

Oefening in afstand (Jozef Eijckmans), pp. 54-71 Een portret, gevolgd door ‘meer gedetailleerde opmerkingen’ n.a.v. de cyclus Van de verantwoording ontheven, in De omtrek van een woord (1979)

BIEZEN, Jan Voor Jozef Eijckmans: ‘Het is me bijgebleven’ p. 24

DUBOIS, Pierre H. De poëzie van Jozef Eijckmans of de paradox van de ascese, pp. 6-8

ENGELBRECHT, Corina Een motto: het vullende niets. Een tweede interview met Jozef Eijckmans, pp. 11-16

IJZER, Meta van Nieuwjaarsgedicht voor Jozef Eijckmans, p. 36 1. ‘jozef -sylvester nieuw leven inblazend’ 2. ‘waar verkeer langsraast’ 3. ‘eijckmans - dansmeester bij uitstek’

JELTEMA, Ulrich Associaties bij het werk en de persoon van Jozef Eijckmans, pp. 28-35

KROON, Dirk Brief met spaties. Aan Jozef Eijckmans, in aetatem LXXII: ‘een grote man’ pp. 9-10 In afwachting van J.E. of: hij heeft altijd gelijk: ‘daar komt de dichter’ p. 10 De poëzie van Jozef Eijckmans, krachtmeting tussen taal en tijd. Een verkenning van het gepubliceerde werk, pp. 37-53

MOK, Maurits Expliciet, p. 27 Over het gedicht Salland uit: Onmenselijke reiziger

OOSTENBROEK, Lucette M. Het verstilde weten. Jozef Eijckmans' Achtendertig componisten. Met een nawoord van Maarten 't Hart, pp. 25-26

VEGT, Jan van der Een leegte vol emoties. Enkele aspecten van de poëzie van Jozef Eijckmans, pp. 19-23

Bibliografie oktober 1976 - oktober 1980
(1 bis, 16 pp.)

De Stichting Dichtersgroep Dimensie, p. 1 (door Lucette M. Oostenbroek)

Organisatie Stichting Dichtersgroep Dimensie, pp. 2-3

Uitgaven van Dimensie, pp. 4-6

Wat verscheen in het literair tijdschrift Dimensie, pp. 7-12 Summiere opgave van de inhoud van elk nummer, zonder enige paginering

Het projekt Honderd Nieuwe dichters, pp. 13-15 Vermelding van de medewerkers aan elk van de 6 delen