| |
| |
| |
Deus ex Machina
Bezield artistiek kreatief tijdschriftGa naar voetnoot1
Opgericht in 1977
Redaktie: Marc Bruylants, Marc Bruynseraede, Francis de Preter, Jean-Marie Legrand, Michel Thienpondt
Redaktie en Verantwoordelijke uitgever: Marc Bruynseraede, Groenelaan, 52, 2230 Schilde
Jrg. IV, nrs. 13, 14, 15, 16, 403 pp.
| |
Artikels van de redaktie
Het innerlijk behang, 13, p. 81
Ironische beschouwingen bij het cultureel leven |
|
|
Deus ex Machina manifest, 14, pp. 131-142
Ondertekend door Marc Bruylants, Marc Bruynseraede, Jean-Marie Legrand; met fotokopie van de statuten van de Vereniging Deus ex Machina verschenen in het Staatsblad van 8 mei 1980 |
|
|
Plastisch *, 14, p. 199
Fragment uit een lezersbrief in De Standaard n.a.v. een bespreking van het werk van Dan van Severen door Florent Minne |
|
|
Deus ex Machina sprak met Joris MinneGa naar voetnoot2, 15, pp. 201-221 - Met prtn. |
|
Pentti Saarikoski te gast bij Deus ex Machina *, 15, pp. 285-288 - Met foto's |
|
Vrienden-artiestenavond van Deus ex Machina *, 16, pp. 391-393 - Met foto's |
| |
I. Poëzie
ALSTEIN
[Gedichten], 13, pp. 27-29
Heide in de zomer: ‘Zo, het huis’ p. 27 |
Zelfportret 1: ‘Wie is hij dat hij leeft en ademt?’ p. 29 |
|
|
|
BERARDINO, Angelo di
[Gedichten], 13, pp. 33-35
Dinsdagmorgen. Mei, 2: ‘de ruiters zijn gevlucht’ p. 33 |
Beelden/Grenzen: ‘de zon, de vroege moederschoot’ p. 35 |
|
|
|
D'HAESE, Roeland Pietersz
|
| |
| |
DIERICK, Aleidis
[Gedichten]
GemeenschapGa naar voetnoot1: ‘In de binnentuin paren de merels’ 13, p. 29 |
Femina: ‘Eeuwigheid dat is dochters hebben’ 14, p. 161 |
Zomer: ‘Zomer. Zie, ons decadent verdriet’ 16, p. 335 - Calligrafie van Eric Huber |
|
|
|
FRATEUR, Ludo
Lieve, 14, pp. 163-167
6. | ‘handgemeen’ p. 163 |
7. | ‘geruisloos’ p. 165 |
8. | ‘geeft ze zich nevenschikkend’ p. 167 |
|
|
[Gedichten], 16, pp. 329-330
Climacterium: ‘sterft in haar de vruchtbare ster’ p. 329 |
Silentium: ‘in verschrompeling een bewaarappel’ p. 329 |
Geriatrie: ‘aardvast bloeien ze na’ p. 330 |
|
|
|
GEERTS, Kris
‘een stad biedt geen plaats om te vluchten’, 15, p. 257 |
|
Equus caballus. Elegie voor een twintigjarig Brabants trekpaard, 16, p. 341
‘slechts één last was voor jou te zwaar: 't gewicht’ |
|
|
Columba. Elegie voor de grote witpen, 16, p. 341
‘jij wist waar de navel van de wereld ligt’ |
|
|
|
HEISSERER, Dirk
[Gedichten], 14, pp. 177-179
An Dylan Thomas' Grab: ‘Eine welke Blume lag’ p. 177 |
Wintertee: ‘Im Geschmack der das Wasser’ p. 179 |
Der Seifenblase Traum: ‘Spiegel der Farben und Formen’ p. 179 |
|
|
|
LEIJNSE, Gaby
[Gedichten]
Stil zijn alle dingen, 14, p. 175 |
Een huis met geheugen: ‘Het is prettig’ 14, p. 176 |
Het wachten: ‘Steeds intenser’ 14, p. 176 |
Bomen zijn evenbeelden, 15, p. 225 |
Paard in de mist: ‘Voorbij de bocht’ 15, p. 227 |
|
|
|
OWENS, Pete
Night lady, 15, p. 283
‘Shadows pierce the encircling gloom’ |
|
|
|
PIHLAJAMAA, Heimo & PIHLAJAMAA-GLIMMERVEEN, Loes
[Vertalingen uit het Fins]
Vuur en waterGa naar voetnoot2: ‘Zou dat gedicht mij nu kunnen troosten’ 13, pp. 15-16 |
Veikko Polameri, Tien gedichten, 15, pp. 265-268 |
Heimo Pihlajamaa, VogelvrijGa naar voetnoot3, 15, pp. 259-264 |
|
|
| |
| |
POLLET, Frank
[Gedichten], 14, p. 185
Grootspraak: ‘Alleen de mantel van de grootspraak’ |
Foolish fancies: ‘Onder het hart, de teistering, leeft’ |
|
|
|
PRETER, Francis de
[Gedichten]
Avond: ‘De avond eindigt in mineur’ 13, p. 19 |
De bossen: ‘De bossen liggen in hun oerbegin’ 13, p. 19 |
Avondpurper: ‘Zij zaten samen op het terras’ 15, p. 233 |
Telefoongesprek: ‘Ik neem de telefoon op en draai haar nummer’ 15, p. 255 |
|
|
|
RIJCK, Marjan de
[Gedichten], 14
Verscheuring: ‘Neergestreken op het zand van mijn verbeelding’ p. 181 |
Zijpad: ‘Ideeën begraven in het zand’ p. 181 |
De eeuwenoude Om: ‘En op een dag stond de wereld stil’ p. 183 |
De dagloner: ‘weer een avond valt rond zijn drempel’ p. 183 |
|
|
|
SEYMUS, Alfons
[Gedichten]
Fantazie: ‘Indien ik niet bestond’ 13, p. 43 |
Keuze: ‘Wie uit het trage niet opstaat’ 13, p. 45 |
Nog even stilstaan: ‘Dit heeft de minnaar zelf verteld’ 13, p. 46 |
Atoomkern: ‘O koning, middendoor gekloven’ 16, p. 359 |
Naakttentoonstelling: ‘Om dit te geloven’ 16, p. 361 |
|
|
|
UYTVANCK, Luc van
[Gedichten]
In hoeverre ik hier lig: ‘in hoeverre ik hier lig: m'n lijf’ 13, p. 63 |
Avondland: ‘Wanneer het Avondrood de laatste hand legt’ 16, p. 347 |
|
|
|
VERBRUGGEN, Dirk
[Gedichten], 15, pp. 235-237
De jongen en het ijs: ‘op een avond’ p. 236 |
De kasteeldroom: ‘hoe ik in een kasteel ging wonen’ p. 237 |
|
|
|
WULMS, Guido
‘wij moeten vluchten’, 15, p. 239 |
|
| |
II. Proza
BRUYNSERAEDE, Marc
J'ai baisé ta bouche Jokanaan, 13, pp. 67-68 |
|
Het internaat, 16, pp. 363-369 |
|
|
PRETER, Francis de
De kracht van de stil..te... Brief aan een stadsmus, 13, pp. 37-39 |
|
Reisbeschrijving vanuit het w.c.raam, 14, pp. 171-175 |
|
Najaarsdroom, 15, pp. 231-232 |
|
De ziekenzaal, 15, pp. 269-271 |
|
Het kerstfeest, 16, pp. 351-357 - Met ill. van J.M. Legrand. |
|
| |
| |
| |
IV. Kritische bijdragen
BRUYNSERAEDE, Marc
A.A. Bruynseraede gloeilampenfabrikant Brussel, 13, pp. 57-61 - Met titelblad door Paul de Rijck
Over zijn grootvader, diens lampenfabriek en eerste lichtreclame voor W.O.I. |
|
|
Dietsche Warande en Belfort wijdt weekeinde aan de literaire tijdschriften *, 15, pp. 289-295
Verslag over het paneelgesprek Daniël Robberechts, Roger Rennenberg, Lionel Deflo; tekst van zijn eigen toespraak (opgesteld door J.M. Legrand) |
|
|
Postzakken vol, voor D.e.M. *, 15, pp. 297-299
Satirische commentaar bij culturele en literaire aankondigingen |
|
|
Ik ben genoemd meisje en vrouw [Samenst.: Christine D'Haen] *, 16, pp. 398-399 |
|
|
CLAES, Victor
Met Guido Gezelle terug naar de bron van het leven, 14, pp. 89-107
‘Een eerste element ... die rijke Vlaamse natuur ... Een tweede aspekt ... de menselijke omgeving’ |
|
|
Het Gezelleschilderij van J.M. Legrand, 14, pp. 123-124 - Met ill. |
|
Gezelle als kroniekschrijver en satirische dichter [Voorbeelden] *, 14, pp. 187-188 |
|
|
HEURCK, Maurice van
Poëzie: strijd en (leed)vermaak *, 14, pp. 194-196
Commentaar bij het verslag van de ‘Derde nacht van de poëzie’ door Wilfried Hendrickx in Humo, en bij reacties van lezers hierop |
|
|
|
LEGRAND, J.M.
150 jaar Belgische kunst. Bedenkingen bij een bezoek aan de tentoonstelling te Brussel, 16, pp. 371-390 |
|
|
LEGRAND, J.M. & THIENPONDT, Michel
Lang leve de belangen van Gezelle en van Limburg *, 13, p. 86 - Met ill.
Reactie op Gaston Claes' kritiek op D.e.M. (Gazet van Antwerpen, 26-27 jan. '80) |
|
|
|
PALMER, John E.
De Tate Gallery en het beleid inzake ‘art now’ *, 14, pp. 188-192 - Met ill.
Over de nieuwe directeur Alan Bowness en zijn beleid |
|
|
|
PRETER, Francis de
Gorters Mei lezen en herlezen. Een mei-mering, 13, pp. 23-25 |
|
P. Vanosmael, vergeten dichter. (Goede dichters worden soms levend begraven door de kritiek), 13, pp. 71-78
Over diens bundels Ontbinding van de veelterm; Windharp |
|
|
Muziek in de twintigste eeuw. 5 profielen, 16, pp. 301-315 - Met facs., prtn. door J.M. Legrand
Leoš Janaček (pp. 302-304); Frederic Delius (pp. 305-307); Carl Nielsen (pp. 307-309); Zoltán Kodály (pp. 309-311); Boluslav Martinu (pp. 311-315); Grafrede van Chabrier voor Caesar Franck (11 nov. 1890) (p. 315) |
|
|
| |
| |
THIENPONDT, Michel
‘Jarretelles des arts’ *, 13, pp. 81-82; 14, p. 196
Over het ts. Jalons des Arts, gefinancierd door de encadreursfamilie Schleiper et Fils |
|
|
Popo de schildpad (II) *, 13, pp. 82-83, 86; 14, p. 196
Reacties van lezers (pp. 82-83) op zijn artikel Popo, de schildpad en René Verbeeck (1979, 12, pp. 429-430) en zijn antwoord |
|
|
Poëtisch *, 14, p. 199
Beschouwing bij Kinderverdriet uit Dirk Verbruggens bundel Spiegels in het zand |
|
|
Scheepjes verwelken, bloemen vergaan... *, 15, pp. 295-296
Over o.a. de poëziewinkel van Willy Tibergien te Gent |
|
|
Ruilhandel in de dienst kunstzaken of de literaire speleologie van de BRT *, 15, pp. 296-297
Kritiek op sommige literatuuruitzendingen |
|
|
Varia over ‘het rijke literaire leven in Vlaanderen’ *, 16, pp. 394-396 |
|
| |
V. Illustratie
Bruylants, Marc, 13, p. 65; 14, p. 143, 169, 193; 16, p. 349 |
Bruynseraede, Ruben, 16, p. 403 |
Cleeren, Colette, 14Ga naar voetnoot1, p. 151, 153, 155, 157, 159 |
Decoster, Henri, 13Ga naar voetnoot2, p. 49, 51, 53 |
D'Haese, Roeland Pieterrz, 13Ga naar voetnoot3, p. 5, 7, 9, 11, 13; 16, p. 345, 347 |
Hubèr, Eric, 13, p. 79; 16, p. 335 [ealligrafie] |
Legrand, J.M., 13, p. 17Ga naar voetnoot4, 31, 41, 57, 60, 69, 84-85, 87; 14, p. 91Ga naar voetnoot4, 104-105Ga naar voetnoot5, 111Ga naar voetnoot5, 113Ga naar voetnoot5. 119Ga naar voetnoot5, 121Ga naar voetnoot5, 127Ga naar voetnoot5, 197; 16, p. 302, 305, 307, 309, 311, 321Ga naar voetnoot4, 335, 337, 339, 351, 369, 371, 401 |
Muys, Herman, 16Ga naar voetnoot3, p. 321, 323, 325 |
Palmer, John E., 14, p. 189; 15, p. 273, 275, 277, 279, 281 |
Pijl, Hilde, 13, p. 1 |
Rijck, Paul de, 13, p. 55; 15, p. 229 |
Weghe, Marino van de, 15, p. 223Ga naar voetnoot4, 241, 245, 247, 249, 251, 253; 16, p. 355 |
|
-
voetnoot1
- De artikels met een * behoren tot de rubriek: Het innerlijk belang
-
voetnoot2
- Tekst geredigeerd door Marc Bruynseraede
-
voetnoot3
- Inskriptie in het schild op zijn tekening ‘Conversatie’
-
voetnoot1
- Juiste weergave van het gedicht dat verscheen in nr. 12 (1979), p. 405
-
voetnoot3
- Vertaling door Loes Pihlajamaa-Glimmerveen
-
voetnoot1
- Met biografische noot, p. 145; prt., p. 147; facs., pp. 148-149
-
voetnoot2
- Met inleiding: Henri Decoster ruilt oud voor nieuw tegen de beste prijs! door M.B.[ruynseraede]
-
voetnoot3
- Met biografische noot, resp. p. 3, 319, 243
-
voetnoot3
- Met biografische noot, resp. p. 3, 319, 243
|