| |
| |
| |
Van
Hollands voorzetsel
Opgericht in 1976
Redaktie: |
Jrg. I, |
nr. 7-8: |
René Bijman, Kester Freriks, J.M.M. Jansen, T.B. Jansen |
Jrg. II, |
nrs. 9-10: |
Dezelfden, behalve René Bijman |
Redaktie-adres: Postbus 114, Uithoorn |
|
Jrg. I, |
nr. 7-8Ga naar voetnoot1: |
januari 1978, 120 pp. = Experimenteel dubbelnummer |
Jrg. II, |
nr. 9: |
juni 1978, 64 pp. |
|
nr. 10Ga naar voetnoot2: |
november 1978, 88 pp. |
| |
I. Poëzie
HELSLOOT, Kees
Jazz, 9, pp. 12-13
‘hoed scheef op het hoofd’ p. 12 |
‘rechterhand wint dwingend ritme’ p. 12 |
‘sticks afwisselend op de rand’ p. 12 |
‘wangen bollend boven’ p. 12 |
‘kop van koper brutaal’ p. 12 |
‘de trombonist schuift’ p. 13 |
‘tenor alt of sopraan’ p. 13 |
‘een tuba torsen’ p. 13 |
‘de banjo klinkt zo’ p. 13 |
‘twee houten hamertjes’ p. 13 |
|
|
|
INSINGEL, Mark
Beter goed dan beter, 10, pp. 70-73
‘Mooie liedjes duren niet lang’ p. 70 |
‘Ik wil niet’ p. 71 |
‘wat in frage blijft’ p. 72 |
‘Een man / een vrouw’ p. 73 |
|
|
|
SNELLENBERG, Han
Bertold Brecht, Gedichten. Vert.: H. Snellenberg, 10, pp. 31-38
De diensttrein; Gods avondlied; pp. 31-32; p. 33 |
De arme schoolkameraden uit de voorsteden, pp. 34-35 |
Gaat u zitten, pp. 36-38 |
|
|
|
TROLSKY, Tymen
Indonesische gedichten, 10, pp. 2-16
Het offer: ‘Ik draag een pisangblad met rijst en vis’ p. 2 |
|
|
| |
| |
Vraag: ‘In een dorp bijna onbereikbaar’ p. 3 |
Het venstertje: ‘Dwalend langs de straat van Bali’ p. 4 |
Heimwee: ‘Jagend achter de vervulling van mijn witte wensen’ p. 5 |
Ontmoeting: ‘Zij is naar mij gekomen’ pp. 6-7 |
Heimwee: ‘De blauwe uil der nacht zit op zijn tak’ p. 8 |
Momentopname: ‘Zittend in een afvalkuil’ p. 9 |
De kakkerlak: ‘Plat en glanzend bruin’ p. 10 |
De vijver: ‘Roerloos staan de vissen in de vijver’ p. 11 |
Afscheid: ‘Hij was al oud’ p. 12 |
Ontmoeting met mijn makker: ‘Cirebon voorbij ontdek ik Kafka in de trein’ p. 13 |
Reis naar het einde: ‘In de nachttrein dwars door Java hokken’ p. 14 |
Terugkeer: ‘Van het vliegtuig holde ik naar de trein’ pp. 15-16 |
|
|
|
VERLOREN VAN THEMAAT, W.A.
Gedichten uit het Esperanto. Vert.: W.A. Verlooren van Themaat, 9, pp. 42-47
Kalman Kalocsay, Congres-Rune (Helsinki), pp. 44-46 |
Baldur Ragnarsson, Zondvloed, p. 47 |
|
|
| |
II. Proza
BERGE, Claude van de
De koude wind die over het zand waait (fragment), 9, pp. 49-59 |
|
|
JANSEN, T.B.
Aankomst in Arcadië, 10, pp. 40-69 |
|
|
POLET, Sybren
Xpertise of De experts en het rode lampje (fragmenten), 10, pp. 17-24 |
|
|
WILLEMS, Bob
Percussie (fragmenten), 9, pp. 4-11 |
|
| |
IV. Kritische bijdragen
BAAN, G.J.
Willy Roggeman: paradox van de focus, 9, pp. 15-41
Een thematische beschouwing van diens werk |
|
|
|
BOEF, A.-H. den
Driemaal Breekwater, 10, pp. 25-30
Over Sybren Polets roman Breekwater (1961) en de herziene versies: de derde druk (1973) en Een sterfgeval of De dood van Pandoero, in: De droom van de oplichter: werkelijkheid (1978) |
|
|
|
JANSEN, T.B. & FRERIKS, Kester
Op weg naar '80. 20 stellingen, 9, pp. 62-64
Stellingen en citaten over literatuur |
|
|
| |
| |
ROGGEMAN, Willy
Enkele linguïstisch getinte notities over muziek, 10, pp. 75-86
Over de verwantschap van jazzimprovisatie met linguïstische fenomenen |
|
|
| |
Bijzonder nummer
Experimenteel dubbelnummer
(7-8, 120 pp.)
Redaktie
Pleidooi voor de meta-literatuur. Op weg naar '80, pp. 3-10
‘De meta-auteur weigert uitsluitend traditionele vertelsituatie omdat deze belangrijke tekorten vertoont wanneer het gaat om de manifestatie van talige en literaire problemen binnen de tekst... De meta-literatuur kreëert betekenislagen over de tekst als vertelling heen. Zij is de meest volledige synthese van het schrijven en lezen’ |
|
|
|
Poëzie |
|
FRERIKS, Kester
Taalschrift, pp. 70-81
1. | Demiurgamie
‘Vandaag schrijf ik een zwart woord voor een gedicht’ p. 70
‘Ik denk gevonden het woord en beladen reeds met zoet’ p. 71 |
2. | Leefleegte
‘Telkens de ochtenden overhoop gehaald’ p. 72
‘Heimelijk, huwen wij de seizoenen’ p. 73 |
3. | Het jaar van Babylon
‘Niet naderen of toegeven’ p. 74
‘Een taal die afbrokkelt en verkleurt’ p. 75 |
4. | De verlokking van de lente
‘En langs de stegen’ p. 86
‘Waar warmte de gangbare weg is’ p. 77 |
5. | Aankomst
‘Bladstil’ p. 78
‘En jouw doodzijn hier’ pp. 79-80
‘Voor haar zijn’ p. 81 |
|
|
|
INSINGEL, Mark
Vijf teksten, pp. 23-29
‘Ik is niet het juiste woord’ p. 23 |
‘Het begin is welkom’ p. 24 |
‘Heb ik jou?’ p. 25 |
‘Wat ik niet kon voelen rook ik’ pp. 26-27 |
Hoe berooid is de hertogin, eer ze haar juwelen verkoopt?: ‘Een liftster stapt de berm op en de vaders krijgen een’ p. 29 |
|
|
|
Proza |
|
DEVELING, Enno
Project 3. Het kantoor (fragmenten), pp. 41-49 |
|
| |
| |
JANSEN, T.B.
|
|
MARISSING, Lidy van
Een denkbeeldig onderzoek, pp. 14-19 |
Over de methode, pp. 20-22 |
|
|
POLET, Sybren
Xpertise of De experts en het rode lampje, pp. 11-13 |
|
|
ROBBERECHTS, Daniël
Vier teksten, pp. 65-69
Reeds verschenen in zijn tijdSCHRIFT (1977, nr. 29-30) |
|
|
|
Kritische bijdragen |
|
BEEKMAN, K.D.
Experimentele teksten in het onderwijs, pp. 30-34
Pleidooi voor het gebruik ervan in het literatuuronderwijs |
|
|
|
DEVELING, Enno
Inleiding ‘Project 1, 2 en 3’ en ‘Het einde van de roman’ pp. 35-40 |
|
|
SPANINKS, Pierre
Ontmaagding als kamertjeszonde of Enno Develing en de kritiek, pp. 50-63 |
|
Licht uit, spot aan. Vijf avant-gardisten over experimentele literatuur, pp. 99-118
Antwoord van Enno Develing, Mark Insingel, Lidy van Marissing, Sybren Polet en Daniël Robberechts op een aantal vragen van P. Spaninks |
|
|
|
-
voetnoot1
- Met gegevens over de auteurs achterin elk nummer
-
voetnoot2
- Met illustraties door John Jansen, p. 39, 74
|