Bibliografie van de literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland. De tijdschriften verschenen in 1978

[p. 150]

Mandragora

Tijdschrift voor literatuur en beeldende kunsten
Opgericht in 1972

Redaktie: Car Flanders, Walter Giraldo, Johanna Kruit, Guy van Hoof

Redaktieadres Vlaanderen: Car Flanders, p.a. Oscar de Wandel, Geraardsbergse steenweg 310, 9510 Oosterzele

Redaktieadres Nederland: Johanna Kruit, Koudekerkse weg 17, Biggekerke-Zeeland

Jrg. VI,	nr. 1:	april 1978, 64 pp.
	nr. 2:	augustus 1978, 72 pp.
	nr. 3:	oktober 1978, 54 pp.
	nr. 4:	december 1978, 48 pp.

Artikel van de redactie

Mededelingen, 4, pp. 45-46 Johanna Kruit zal op eigen verzoek in de redactie vervangen worden door Han Grüschke; Romain John van de Maele zal tot de redactie toetreden

I. Poëzie

BERARDINO, Angelo di Andante, als toen, 3, p. 9 ‘de dood legt zijn galg’

BERKUM, Ann van Al sprekende, 2, p. 4

BLAUWVELD, Ruud [Gedichten], 1, pp. 15-16 Ardense melodie: ‘jaren geleden liep hier een wolf voorbij’ p. 15 Aan Isa Bella: ‘Nu ik je masker ontruk weet ik’ p. 16

DAELMAN, J. Dit gedicht is een vlies, 1, p. 17

DELEU, Thierry [Gedichten], 1, pp. 5-7 Bergmeer: ‘Je lichaam een argeloos bergmeer’ p. 5 De zwarte vogel: ‘De zwarte vogel strijkt weer vaker neer’ p. 6 Na de dageraad: ‘Verwekt uit zoveel handen zachtheid’ p. 7

[p. 151]

FLANDERS, Car Uit: De laatste hoeksteen Weerloos is de tijd, ongenadig de aarde (Hugo Claus), p. 5 ‘ingebed tussen de stenen’ De ingewijde heeft geen lippen, de kraamvrouw zwijgt (Hugo Claus), p. 6 ‘alles wat ik zeggen kan’ Zo hard, zo bloeiend is de rand der dingen (Hugo Claus), p. 7 ‘de trage tang der dagen’ De avond sijpelt in mijn herfstig land (Erik van Ruysbeek), p. 8 ‘als op een foto zie ik je’ Doorheen de dood, de dageraad (Erik van Ruysbeek), p. 9 ‘aan mij voorbij’ En groeien langzaam tot doorgronding van dit vuur (E. van Ruysbeek), p. 10 ‘ik ben de glibberige kinkhoorn’

GIRALDO, Walter [Gedichten], 2, pp. 11-13 Arena: ‘Hoog boven de moordkuil’ p. 11 Ademloos: ‘De kobold heeft zijn werk volbracht’ p. 12 Vragen: ‘Wie zal mij komen troosten’ p. 13

GRüSCHKE, Han [Gedichten], 1, pp. 12-14 Wadden: ‘misschien markeer je de avond’ p. 12 Vriendin: ‘je zei het’ p. 13 Vrienden: ‘weet je nog het pad’ p. 14

HOOF, Guy van [Gedichten], 4, pp. 4-7 ‘Helden zei hij (Tom Verlaine), woorden’ p. 4 ‘Een dorst naar rode regen die zacht’ p. 5 ‘Gedachten overeind gezet, gelijnd’ p. 6 ‘Na de gebaren die hij maakte’ p. 7

KOTTE, Wouter [Gedichten], 1, pp. 8-9 M(omen)t, p. 8 1. ‘Door een nabijheid besprongen’ 2. ‘Je aan water branden’ Transformatie: ‘Samenvallen met de nacht’ p. 9

KROON, Dirk [Gedichten], 1, pp. 10-11 Na ons de zondvloed: ‘er komt langzaam verweer’ p. 10 Windvlaag: ‘ik ga breekbaar over rivieren’ p. 11

KRUIT, Johanna Ik zag mijn moeder door de avond gaan, 1, p. 4

RUYSBEEK, Erik van [Gedichten], 3, pp. 4-7 Kruimels: ‘Met open venster lig ik wakker in de nacht’ pp. 4-5 Shiva: ‘Vernieling, die het leven grondt’ pp. 6-7

[p. 152]

WULMS, Guido November, 3, p. 8 ‘de stem van de revolte’

II. Proza

FLANDERS, Car Een hol in de bossen, 4, pp. 8-17

GIRALDO, Walter Dagboek van een gek^1, 3, pp. 43-48 Zachter ruist de regen in september, 4, pp. 18-23

KRUIT, Johanna Verhaal, 1, pp. 18-22

MAELE, Romain John van de H.C. Branner, Jongens in het voorjaar (o.t.: Drenge om foråret). Vert.: Romain John van de Maele^2, 4, pp. 14-31

1 In de rubriek: Hier smiten si...

2 Met bibliografische noot, p. 32

IV. Kritische bijdragen³

FLANDERS, Car Dichter zijn is een beetje dood zijn*, 2, pp. 59-62 Thierry Deleu, Ik, een naaktloper Een schijn van weemoed*, 2, pp. 62-67 Norbert de Winne, de Roemeense ring De vlag dekt de lading niet (meer)*, 2, pp. 67-71 Over de haikoe-poëzie en de westerling n.a.v. Bert Willems, Bloesemwolkjes en muggebeten. Voorwoord: L.M. Oostenbroek Mijn hand schrijft slechts wat flarden neer in oude woorden*, 3, pp. 29-32 Johanna Kruit, Verdronken water Onderhuids kreunt wellustig het wentelend het willoze woord*, 3, pp. 32-37 Jean-Marie de Smet, Vluchtig als de jaren Waarom kruipt 's morgens mijn angst zoals jij 's nachts zo in mijn kleren*, pp. 37-42 Daniël Billiet, Het is hopeloos, maar voor de rest gaat alles goed Schiet je zorgen met een lachkanon tot achter de horizon*, 4, pp. 38-41 Johan Bovyn, Uit een tuin van verwondering

3 De titels met * behoren tot de rubriek: De klappermolen

[p. 153]

Sekonde na sekonde trekt het leven voorbij*, 4, pp. 41-42 Raoul M. de Puydt, Liefdesvuur Wanneer je jezelf hebt gevonden, wordt elke gedachte overbodig*, 4, pp. 42-44 Jack Feenstra, Een hoogst serieuze suicidepoging

HANDTPOORTER, Fernand Toespraak n.a.v. de uitreiking van de literaire prijs van de stad Brussel op 2 maart 1978, 1, pp. 23-26 Toegekend voor het toneelstuk ‘Vlaamse gaai’

HOOF, Guy van De grote stilte [door Dirk Ayelt Kooiman]*, 1, pp. 54-59 Ook over de andere Revisorschrijvers of Academische schrijvers: Frans Kellendonk, Nicolaas Matsier, Doeschka Meijsing Vladimir Holan: Twee meren*, 1, pp. 59-60

KRUIT, Johanna De satirische muggebeten van Bas Almekinders*, 1, pp. 48-50 Muggebeten op sap ‘Ontbolstering’ van Silva Ley*, 1, pp. 50-54 Wel-uitgaven*, 2, pp. 56-58 Henk Huisman, Elke tijd een eigen geluid Bert Bevers, Prachtig beheersen Nicoline Hooymans, Madeliefjes Pieter Luykx, Een meervoudige wereld

MAELE, Romain John van de Sociale poëzie..., 1, pp. 27-41 Met voorbeelden uit verschillende tijden en landen Okot p'Bitek - Acoli achterna, 1, pp. 42-47 Over diens Song of Lawino (eerst in het Acoli geschreven) en Song of Ocol Ditte Menneskebarn [door Martin Andersen Nexo], 3, pp. 10-24; 4, pp. 24-37

VIJVER, Luk van de MG: leuk en ingekaderd? 2, pp. 33-55 - Met ill. MG = de groep Miskende genieën bestaande uit Pieter Celie (pp. 34-36), Frank Maieu (pp. 37-46), William Sweetlove (pp. 46-51), Paul van Rafelghem (pp. 51-55)

WIELE, Luk van de Het landschap verbeteren: een uiting van conceptuele kunst, 3, pp. 25-28 Over een groepje jonge kunstenaars ‘geïnitieerd’ door Dirk van Opdenbosch

[p. 154]

V. Illustratie

Celie, Peter, 2, p. 35

Maieu, Frank, 2, p. 40, 42, 44

Rafelghem, Paul van, 2, p. 52

Sweetlove, William, 2, p. 48

Vijver, Luk van de, omslag