Bibliografie van de literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland. De tijdschriften verschenen in 1976

[p. 209]

De literaire tijdschriften in Nederland
door Sjoerd van Faassen (Nederlands Letterkundig Museum)

[p. 210]

Bundel

Literair en cultureel tijdschrift¹
Opgericht in 1976

Redaktie: Lia van de Pas, Michiel van Kempen, Cees van der Pluijm, Wilbert Voets

Redaktie-adres: Postbus 19, Nijmegen

[Jrg. I], 4 nummers, 115 pp.

1 Ondertitel van het eerste nummer: Literair-cultureel blad

Artikels van de redaktie

Bundel, literair en cultureel blad, 1, pp. 1-3; 2, pp. 31-32 ‘Wij hopen dat Bundel in de eerste plaats zal uitgroeien tot een forum voor debuterende auteurs’

I. Poëzie

BANNING, Jan Studentendebat, 3, pp. 78-79 ‘Zij hingen achter hun glazen’

BRANDE, Leopold M. van den In memoriam Hugues C. Pernath, 4, p. 87 1. ‘dichter nu. en bij de waarheid’ 2. ‘na de kei naar de slaap geworpen’ Alchemie van de roos, 4, p. 88 ‘een vrouw een Rozenstruik’ Bij het onderhouden van graven, 4, p. 89 ‘om wie niet meer is. twijfel ik’ Klein makaber sprookje om kinderen eeuwig slapen te laten, 4, p. 90 ‘wagewijd staat de ruimte open’ De tederheid vreet de eenzaamheid aan, 4, p. 91 ‘tederheid. er hangt een schemer’

CORET, Peter Vijf gedichten, 2, pp. 42-46 Levenslang: ‘mijn oom is dood’ pp. 42-43 Want zo is het leven: ‘ik kan niet goed tegen die’ p. 44 Foto: ‘als meisje van zeven’ p. 45 Dank u: ‘een oude krant waait weg over het verlaten perron’ p. 46 Kontakt: ‘ik sta in een open deur’ p. 46

[p. 211]

ERP, Marianne van Twee gedichten, 3, pp. 82-83 Kerst-in: ‘verstrooid’ p. 82 Pierrette: ‘(franz kafka: auf der galerie)’ p. 83

GOOSSENS, Leonie Twee gedichten, 1, p. 23 ‘door de vensters’ ‘langs de lage wegkant’

GRAAF, Tom de Vier gedichten, 4, pp. 108-109 ‘in een huis waar nieuw mijn bed’ p. 108 ‘is er een schip’ p. 108 Hans Lodeizen: ‘hij zal geweest zijn als’ p. 109 ‘toen het feestenlicht op de warme avond dwarrelde’ p. 109

HENDRIKS, Jo Sprinten op zwemvliezen, 2, pp. 52-53 Proloog: ‘na gedane zaken’ p. 52 2e scene: op leven en dood: ‘we zetten door’ p. 52-53 Epiloog: ‘sonoor druist mijn licht’ p. 53

KALKAR, Erik-Jan van Zelf, 3, pp. 65-67 1. Een tijdverdrijf voor ‘fijne luiden’: ‘opnieuw’ p. 65 2. Het verweerde b[l]oten-billen gezicht: ‘ik smeek jullie niet langer meer’ p. 66 3. ‘Het gat dat jullie’ p. 67

KOES, J. Vakmanschap, 1, p. 5

MICHIELS, Elly Zittend op de stoep, 1, p. 24

OVEREEM, Jan-Willem Interview, 1, pp. 18-20 Dag oma: ‘dag oma denk ik weleens’ p. 18 Laatste journaal: ‘het roven is uit’ p. 19 Een frisse geest: ‘dat meisje van elf twee huizen verder’ p. 19 Wat voelt u nu?: ‘namens een dijk zou ik zeggen’ p. 20 Wie is er bang...: ‘ik zit al op de grote school’ p. 20

ROLAND HOLST, A. Einde, 2, p. 33 ‘Ik heb mijzelf onder woorden gebracht’

TAUTER Gedichten, 1, p. 4 ‘een getralied lied’ Meedeinen: ‘je vaal gele kleur’

[p. 212]

TRIPHON, Thomas Twee gedichten, 3, p. 60 Eeuwig: ‘onze liefde’ De luchten: ‘luchten’

VANSTREELS, Miel Twee gedichten, 3, p. 87 De dood. Ze zeggen: ‘onder 'n stralende zon’ Een vrouw. Een kind: ‘de dood op gang’

VOETS, Wilbert Vier gedichten, 1, pp. 25-28 Zwarte lol: ‘bij weigering doorsnijden’ p. 25 Chirurgie voor iedereen: ‘en de mannen zij’ p. 26 En supplement: ‘100 gedichten over’ p. 27 Mama!: ‘oproepen voor dienstplicht’ p. 28 Twee gedichten, 2, p. 59 Deelnemerskaart verlopen: ‘zeg nou zelf’ Voor hen die dit najaar gemist hebben: ‘ook dit jaar weer’ The blues, 4, p. 97 ‘“I've got the blues” kan alleen maar wanneer je je echt belazerd’

II. Proza

ARPOTS, Robert Verhaal, 1, pp. 21-22

B., Wessel Herinnering uit het dorp, 1, p. 29

BEEK, Geert van De cultuur van de vrouw, 3, pp. 75-78

BRINK, E. Proza, 4, pp. 110-111

ORDELMAN, Tom Un page pour Yves, 4, pp. 100-101

REVE, Gerard [Brief], 2, pp. 34-37

STEENMAN, Caspar Requiescat in pace, 4, pp. 102-103

TIMMERS, Luc Zomerdag, 3, p. 68 Allerdaags oud, 3, p. 69

[p. 213]

IV. Kritische bijdragen

BEKS, Marloes Textiele kunsten. Het is alles goud wat er blinkt, 3, pp. 73-74 Over de wandkleden van Frans van Eijck

BOSCH, Karel van de Brief aan de redaktie, 3, p. 59 Reactie op de verschenen nummers van Bundel

HENDRIKS, Tonneke Visioen van schoonheid of schoonheid als symbool in de mystiek, 4, pp. 104-106 ‘...er bestaat ook een heidense mystiek, nl. die van de kunstenaar’

KEMPEN, Michiel van Van alle ongemakken voorzien. De problematiek betreffende het waardeoordeel over de hedendaagse muziek, 1, pp. 5-7 Wat is de ‘inhoud’ van muziek?, 2, pp. 38-41 Muziek en engagement, 3, pp. 61-64 De staalkaart van Bert Brouwers, 3, pp. 85-87 Over diens In de hitte van de dooi en Het raderwerk Leontine Hesselman: ‘Ik hoop na dit leven toch zeker Poe en Baudelaire tegen te komen. [Interview], 4, pp. 98-99 Een democratisch en boeiend naslagwerk, 4, pp. 113-115 Theo Willemze, Muzieklexicon De dikke armen van de Duitse muziekgeschiedenis, 4, p. 115 Karl H. Worner, Geschiedenis van de muziek

PAS, Lia van de & KEMPEN, Michiel van De vriendelijke norsheid van Jan-Willem Overeem. Interview, 1, pp. 8-18 10 nummers Hollands Diep. Over luchtige literatuur en literaire luchtigheid, 2, pp. 56-58

PAS, Lia van der 't Meesterken, 3, pp. 80-81 Over de gelijknamige galerie in Oirschot Jozef Vandromme, Seizoenen van mijn hart, 4, pp. 112-113

PLUIJM, Cees van der & VOETS, W. Het cabaret en zijn plaats in het theater, 2, pp. 47-50 Het cabaret en het engagement, 3, pp. 70-73 Cabaret en poëzie, 4, pp. 92-95

PLUIJM, Cees van der Het anekdotisch palet van Jeroen Brouwers, 3, pp. 84-85 Over diens Zachtjes knetteren de letteren

[p. 214]

WEERTS, Frans L'histoire d'Oppervlakkigheid, of de opkomst van de Drie Sterren-sexfilm, 2, pp. 54-55

V. Illustratie

Beks, Maarten, 4, pp. 100-101

Kempen, Michiel van, 3, pp. 65-69

Mevius, Annemarie, 4, p. 107

Schifferling, Ans, 4, p. 96