| |
| |
| |
Hoofdstuk 7......
geeft Hector Algamemnon een en ander ter overdenking en verhaalt hoe Mr. Darr het wonder der electriciteit herontdekt......
I
Door de holle gangen van het oude huis galmde het gedaver der schoten met onverminderde heftigheid. Maar thans kwam het Prinses Ferinah voor, dat dit alles iets van zijn loden dreiging begon te verliezen. De arm van de tengere man naast haar lag vast om haar schouders, en in zijn grijze ogen flikkerden spotlichtjes, terwijl hij naar Julius Decan keek, die indrukwekkend voor de telefoon bevelen stond uit te delen. Iedereen in het grote vertrek voelde, dat er iets in de atmosfeer veranderde. De toestand was niet meer zo reddeloos als zij kort geleden leek. De enige, die geen deel had aan de algemene opluchting, was de Rachuri zelf. Hij deed onweerstaanbaar aan een doorgeprikte kinderballon denken, toen hij eindelijk de hoorn op de haak legde en zich tot Darr wendde.
‘Hij wordt vrijgelaten! Onmiddellijk!’
‘Geef het bericht door aan het hoofdkwartier, Koscha!’ zei de man in de kakie regenjas kort. ‘Zorg dat ze Serge oppikken zodra hij de gevangenis ver- | |
| |
laat, en laten ze ons berichten wanneer alles in orde is.’
Er viel even een stilte, waarin het driftige getik van de seinsleutel onnatuurlijk scheen te klinken. Buiten werd het schieten iets minder, om dan met vernieuwde kracht los te barsten. Mr. Darr staarde peinzend naar de Rachuri, terwijl hij gedachtenloos z'n leren koker te voorschijn haalde en een van z'n lange, zware sigaretten opstak. De rook diep in z'n longen zuigend, worstelde hij een ogenblik met de wild opschietende gedachte, die hem plotseling overmeesterd had, toen hij Decan's telefonade gadesloeg. Natuurlijk was het losgeslagen krankzinnigheid om het te proberen! Maar de volkomen absurdheid van het idee vervulde hem met een kietelende spanning en straalde een ongekende warmte af, een verrukkelijke gloed, waarin ieder goed, redelijk bezwaar smolt. En, tenslotte, waarom niet...!!!’
‘Loop nu niet dadelijk bij die telefoon weg, Julius,’ zei hij liefkozend. ‘Je begint juist aardig in vorm te komen. Waarom zouden we dan niet even doorgaan?’
‘Maar u beloofde... u zei, dat indien Stankovitch in vrijheid gesteld was... Nu dat gebeurd is...’ De Rachuri was niet meer bij machte een goed geproportionneerde volzin ter wereld te brengen. De afgelopen gebeurtenissen, de doodsangst, alles droeg er toe bij om de weinige zelfbeheersing, die hij bezat, te verpulveren. Hij staarde Darr glazig aan, met een hand steun zoekend aan de muur.
‘Je hebt me een oude aanhanger terug bezorgd, en daar ben ik je erkentelijk voor.’ Darr liet de rook langzaam uit z'n neusgaten kringelen. ‘Maar waarom zouden we daar bij blijven? Waarom niet honderden
| |
| |
nieuwe aanhangers?’ vroeg Mr. Darr, liefkozend z'n Smith & Wesson te voorschijn halend en het grote wapen aan de trekkerbeugel om z'n vinger zwaaiend. De Rijkskanselier staarde als gehypnotiseerd naar de baan van het pistool. ‘Waarom niet duizenden? Millioenen? Waarom niet, Decan?’ Hij sprak op zachte toon verder en zij staarden in opperste verbijstering naar hem, toen het tot hen doordrong wat hij bedoelde. Een gedeelte van die verbijstering beving Algamemnon, toen deze enkele ogenblikken later binnentrad en Julius Decan doodsbleek aan het telefoontoestel vond hangen, verwilderd starend naar de tengere man, die glimlachend met z'n pistool speelde.
‘Er moet meer ammunitie voor de mitrailleur zijn, en de mannen boven vragen om handgranaten. Paul is iets van plan, vermoedelijk een stormloop op de deur. Het duurt hem te lang blijkbaar.’ De dikke man trok vragend de wenkbrauwen op. ‘Waarom telefoneert Zijne Excellenntie?’
‘We hebben helaas geen handgranaten. En Zijne Excellentie is tot de ontdekking gekomen dat hij, als Revolutionnair Secretaris, een plicht jegens de Revolutie heeft,’ verklaarde Mr. Darr minzaam. ‘Vandaar dat hij thans in zijn kwaliteit van Rijkskanselier, verschillende commandanten en hoge functionnarissen staat op te bellen om hen te bevelen zich onverwijld aan de opstandelingen over te geven. En als we in Bogharia klaar zijn, beginnen we met de andere kuststeden, nietwaar Julius?’
Algamemnon wenkte enkele zijner mannen nader te komen en uit de wapenbergplaats datgene te nemen wat zij nodig hadden, alvorens te antwoorden.
| |
| |
‘Mijn complimenten, Mr. Darr,’ sprak hij eindelijk. ‘Hoewel ik betwijfel of velen daar in zullen vliegen.’
‘Op z'n minst geeft het onnoemelijke verwarring, en dat is ook iets waard,’ grinnikte de tengere man zonnig. ‘Vergeet niet dat Paul zich zó uitslooft om ons hier uit te roken, dat hij kennelijk nergens anders aandacht voor heeft. Dat is het enige wat ik niet begrijp,’ zei Mr. Darr fronsend. ‘Waarom is de Prins-Regent Paul zo door het dolle heen? Het was logisch dat hij, nu de toestand zich zo ontwikkelt, ons aan ons lot overliet en al z'n aandacht op Ciras' volgelingen concentreerde, nietwaar? En zit iets geks in de hele geschiedenis.’
‘Hij wil het meisje in handen hebben, dat is duidelijk.’
‘Maar waarom? Waarom? Waarom? Ik ben gek op Anne-Claire, maar om nu een heel koninkrijk voor haar op het spel te zetten...?’ Hij drukte haar schouder liefkozend. ‘Nee, Hector, er moet méér zijn. Weet jij er iets van?’
‘Ik heb mijn kaarten voor u op tafel gelegd, U weet, wat mij in deze geschiedenis voornamelijk bezig houdt, is het niet?’
‘De Naghaltan-affaire,’ zei Mr. Darr nadenkend. ‘Inderdaad, Hector, dat weet ik. En Prins Paul zit ook achter Naghaltan aan. Maar wat, om der lieven vrede wille, heeft Anne-Claire daar mee uit te staan...?’
Toen was het hem plotseling te moede, of een onzichtbare bom vlak onder z'n voeten ontplofte, en hem kilometers ver omhoog slingerde. Want terwijl hij, verdwaasd en naar adem snakkend, omlaag dwarrelde, klonk als van heel ver Ferinah's stem
| |
| |
nog na in z'n oren. En die stem zei, argeloos verbaasd: ‘Wat is er met Naghaltan, Gwynn? Kan ik je ergens over inlichten? Ik ken het vrij goed, weet je. Het is een buitengoed van mijn familie...!’
| |
II
Mr. Darr hief duizelig het hoofd op en staarde het slanke meisje aan. De bodem golfde nog onder z'n geestelijke voeten, maar dwars door al dat geweld heen steeg een stralende zon pijlsnel omhoog aan z'n spiritueel firmament, en overscheen een landschap, zo klaar, zo overzichtelijk, dat hij niet begreep hoe alles hem eens zo verward en duister was voorgekomen.
‘Naghaltan van jou...’ herhaalde hij, eerbiedig Ferinah aanstarend. ‘Hector! Vriend van m'n jeugd! Hoor je dat?’
‘Ik zie niet in welke ingrijpende wijziging...’
‘Gedraag je niet als een imbeciel!’ Darr onderbrak zichzelf een ogenblik om Decan een bestraffende blik toe te werpen. ‘Sta daar niet in ledigheid, Julius. Als je met de stad klaar bent, bel je de hoogwaardigheidsbekleders in Leghardia en Soetran maar uit hun respectievelijke bedden! Denk even na, Algamemnon! Als Naghaltan familiebezit van Ferinah is, is dat het enige stuk grond in heel Bogharia, dat Paul onmogelijk kan onteigenen! Toen hij aan de macht kwam, heeft hij alle eigendommen van het Koninklijk Huis uitdrukkelijk gegarandeerd, zoals je je misschien herinnert. Hij kan het misschien tot staatseigendom laten verklaren, hoewel dat ook al eindeloos geduvel geeft, maar daar komt hij niet
| |
| |
verder mee! Want dan heeft hij alleen maar iets over dat uranium te zeggen in z'n functie van staatshoofd en die positie is allemachtig wankel. Je mag zelfs rustig aannemen dat iedere partij, die hem als staatshoofd probeert te wippen, aan alle kanten hulp kan krijgen, zodra zekere machten de lucht van het uranium ruiken; zie het voorbeeld Algamemnon en de Revolutionnairen! O Jefta! Het is groots als je je even voorstelt hoe Paul krijzeltandend met dit probleem geworsteld moet hebben! Daar ligt een oud, verwaarloosd landgoed waar niemand naar taalt, tot de nok volgeladen met uraanpekerts, dat de eigenaar tot de machtigste man in de staat kan maken - en hij kan er niet aankomen! Hij moet etter en bloed gezweet hebben...’
Hij wendde ineens met een ruk het hoofd. Het pistool in z'n hand knalde, scherp en venijnig. Julius Decan tuimelde met een gil achteruit en staarde met uitpuilende ogen naar de ster, welke eensklaps vlak boven de telefoon in de muur verscheen.
‘En als je nog eenmaal probeert een bedekte waarschuwing aan de autoriteiten aan de andere kant van de lijn door te geven, word ik echt boos op je, Julius,’ zei Mr. Darr vriendelijk. ‘Denk niet dat je ook maar een ogenblik uit m'n gedachten bent, lieveling; ook al mag dat er soms iets van weg hebben. Ga nu maar door met telefonisch je lesje op te zeggen. Hou even een oogje op hem als je wilt, Anne-Claire. Hij wordt zo roekeloos de laatste tijd.’ Hij wendde zich weer tot Algamemnon. ‘Voel je de maat van Paul's lied, Hector?’
De dikke man knikte.
‘Een beschamende kortzichtigheid, moet ik toe- | |
| |
geven. Passons. Het verklaart inderdaad alles. Ook dit huwelijk...’
‘In de eerste plaats dat huwelijk! Dat was Paul's geniale vondst. Trouw met de enige erfgenaam van Naghaltan in gemeenschap van goederen, en alle zorgen zijn van de baan! Dat was het grote idee! En de rest liep prachtig mee. Prinses Ferinah wordt teruggeroepen, de versmelting der partijen geproclameerd, Ciras in de watten gelegd! Hiep hiep hoera voor Paul de Zachtaardige, de Redder der Natie. Toch kunnen die Revolutionnairen later nog lastig worden, denkt men. Geen nood! Is daar niet een zekere meneer Algamemnon, die op z'n eentje een aanslag op 's Volks Lieveling, Prinses Ferinah, voorbereidt, om de Revolutionnairen nu eindelijk eens zover op te jutten, dat ze een opstand ontketenen en Hector's papieren concessie door een staatsgreep in tastbare radio-actieve Naghaltanse aardklonten omtoveren? Laat die jongen z'n gang gaan! Paul is de beroerdste niet! Alles wordt gedaan om hem te helpen Ferinah in die bruidsstoet te krijgen, waar ze door bekrompen vooroordeel omtrent eeuwige liefde en huwelijksgeluk niet in wil Al dat gedoe met aanslagen en moordpogingen kan toch geen kwaad. Op het laatste moment zal die hele koningsmoord immers opgerold worden en als dat geen excuus is om op die bloeddorstige Revolutionnairen volgens alle regelen der heilige verontwaardiging in te hakken, lieve hemel, wat is het dan wel? Het sloot als de spreekwoordelijke bus, geliefde toehoorders. Er kwam alleen een onherstelbare deuk in dat hele fraaie plan, toen eerst ik, en later jij, Algamemnon, de koningin uit het spel stalen. Ja, wat is er, Koscha!’
‘Ik heb bericht van het hoofdkwartier!’ Er gloei- | |
| |
den twee rode plekken op de wangen van de bleke man. Hij deed z'n uiterste best om zich te beheersen, maar slaagde er niet in de trilling van opwinding en vreugde geheel uit z'n stem te bannen. ‘Er zijn hulptroepen onderweg, en... Gwynn...! Het bericht is ondertekend door... verdomd, door Serge zelf, Gwynn!’
Zij staarden elkander sprakeloos aan. Maar Anne-Claire zag een ogenblik het wonder gebeuren, dat het strakke, verdrietig-spottende masker op Darr's gezicht versmolt onder de stralende warmte van een jongensachtige opgetogenheid, die zij nooit meer vergat. Want in dat ondeelbaar moment herkende ze plotseling het vreemde, hyper-sensitieve, grijze kind, dat zich achter de pose van een spottende, tegen hel en duivel opbluffende avonturier verborg; zag ze de wrange spot van het noodlot, dat deze wanhopige, tengere man, die de stompzinnigheid van het politieke spel meer moest haten dan iets anders ter wereld, er toe dwong de rol van ‘de man, die in revoluties handelde’, te spelen, omdat dit de enige manier voor hem was, om iets van die stompzinnigheid ongedaan te maken. Levend in de verpeste atmosfeer van intrigues en handel in mensenlevens, opgejaagd en alleen, altijd verliezend en altijd bereid een nieuwe aanval op de windmolens te wagen, omdat hij alleen in die strijd z'n gevoel voor eigenwaarde kon behouden, en zijn geloof in de simpelste en belangrijkste dingen, welke het leven onder het oppervlak van iedere machtsmisbruik in petto houdt: wat vriendschap, wat liefde en wat dood-ordinaire menselijkheid. En plotseling begreep ze hem volkomen, met al z'n donquichotterie en dwaze moed; even volkomen als zij besefte dat zij deze losgeslagen, twintigste-eeuwse-paladijn-van-de-droeve-figuur liefhad!
| |
| |
Het moment versplinterde even snel onder het grimmige aspect der gebeurtenissen als het er zich van had losgemaakt. Het bestond reeds niet meer, toen de hijgende man met de bloedende schram over z'n gezicht, die als een bom het vertrek binnen viel, in het midden van de kamer tot stilstand was gekomen.
‘Morton vraagt meer ammunitie! Er broeit iets, daarbuiten! En hebben jullie werkelijk geen handgranaten? Het zou zo'n macht verschil uitmaken!’
Die paar woorden rukten hen naar de werkelijkheid terug, gaven hen het besef, dat zij desgewenst schoonklinkende theorieën konden opstellen, doch dat deze theorieën de betrekkelijke waarde dreigden te krijgen van het geestelijke galgenmaal voor een aantal ter dood veroordeelden.
‘Het spijt me!’ zei Mr. Darr en haastte zich naar de wapenbergplaats. ‘Er zijn geen handgranaten! Ammunitie genoeg. Pak aan!’ Hij begon de armen van de boodschapper vol te stapelen. Er is wel dynamiet, zie ik. Misschien kunnen we daar een paar bommen uit fabriceren. Maar ik ben bang dat het effect daarvan nogal sterk is in een straatgevecht. Ik zal zien wat ik kan doen. Zeg tegen Philip dat we ons direct naast hem in de strijd storten!’ Terwijl de man zich weghaasttte, wendde hij zich snel tot de anderen. ‘Dit is het einde van ons vraaguurtje, jongens en meisjes. Help me met dat dynamiet, Koscha! Algamemnon! We kunnen Philip niet al het vuile werk laten opknappen.’ Hij lachte bemoedigend tegen het meisje, dat trouw achter de transpirerende Julius Decan stond, wiens telefoonstem van een geslagen volgzaamheid was geworden. ‘We houden Paul wel buiten de deur tot Serge met de
| |
| |
hulptroepen is gearriveerd, Anne-Claire. Kijk alsjeblieft niet of je in levensgevaar verkeert, wil je.’
‘Dat is het enige wat mij niet duidelijk is,’ zei Algamemnon, een der zware pakken openscheurend. ‘Waarom zet Paul alles en alles op het spel om nu het meisje nog in handen te krijgen. Hij moest toch ook beseffen dat het spel verloren is!’
‘Juist omdat het spel verloren is, Hector, mijn vriend,’ mompelde Mr. Darr afwezig, een staaf dynamiet keurend bekijkend. ‘Deze dingen zijn in ieder geval te groot, Koscha. Als we zoiets brandend uit het raam slingeren blazen we de hele straat op, inclusief onszelf. Trek dat andere pak eens open, misschien zijn die patronen kleiner... juist... Eh, zie je, Algamemnon, Paul heeft geen schijn van kans om die revolutie te keren, nu ze eenmaal uitgebroken is. Daarvoor is de algemene ontevredenheid veel te groot. Hij is practisch dood en begraven - tenzij hij op het laatste moment Anne-Claire nog in handen krijgt en haar tot een huwelijk weet te dwingen, al is het dan ook op de twaalfde klokkeslag. Dan heeft hij Naghaltan. En vermoedelijk is Ferinah lijfsbehoud en bezit van goederen door de Revolutie gegarandeerd, nietwaar Koscha?’
‘Vanaf het eerste begin. Het gaat zelfs nog verder! Niet alleen Ferinah, maar haar gehele familie is bij voorbaat door het Revolutionnair Comité leven en vrijheid toegezegd. Als hij met haar trouwt, is het ons onmogelijk hem een haarbreed in de weg te leggen.’
De bleke man haalde onwillig de schouders op. ‘Praat het later maar eens uit. We hebben al genoeg aan ons hoofd. Deze dynamietpatronen zijn geen gram lichter, Gwynn!’
| |
| |
‘Dat is beroerd! Hoe staat het met die nitriet, daar achter? Als het helemaal niet anders gaat, moeten we deze staven doormidden zien te krijgen. Maar ik ben er wat huiverig voor...’
‘Ogenblik!’ zei Algamemnon eensklaps scherp. ‘Nog één vraag! Wanneer werd die belofte inzake behoud van leven en goederen aan Prinses Ferinah gedaan?’
‘Omstreeks drie maanden geleden,’ antwoordde Ioch korzelig. ‘Werkelijk, er zijn nu andere dingen dan...’
‘Ik heb er nooit van gehoord.’
‘Het was een geheim besluit van het Comité. Zelfs Ciras was er niet bij tegenwoordig. Hij liet zich plotseling verontschuldigen. Wij vonden het toch van het hoogste belang, dat dit besluit vorm kreeg en namen het met meerderheid van stemmen aan. Wat hebben jullie ineens?’ Hij keek Darr en Algamemnon, die beide waren opgerezen, verrast aan. ‘Vinden jullie dit de tijd om...’
‘Koscha!’ De uitdrukking op Darr's gezicht sloot ieder verder vragen uit. ‘Wanneer werd dat besluit door het Comité bekrachtigd?’
‘Drie maanden geleden ongeveer. Het was de achttiende Augustus. Ik herinner me het nog zo precies omdat ik me ongerust over Serge maakte en niemand iets van hem gehoord had!’
‘Dat klopt. De hemel beware je, Hector. Julius!’
De Rijkskanselier sprong omhoog uit een gemummeld telefoongesprek of hij een schot hagel in z'n broek gekregen had. ‘Ik... ... ik trachtte werkelijk niet...!’
‘Vergeet het! Wanneer werd Ciras gearresteerd?’
‘Ik weet... ik geloof... eh... negentien Augustus...
| |
| |
of... nee, nee. Pardon... het was op de namiddag van de achttiende Augustus... Absoluut zeker...’
‘En jouw concessie is ook op de achttiende gedateerd, Hector,’ zei Mr. Darr zacht. ‘Ik neem aan dat je Ciras handtekening er in de namiddag onder kreeg wat?’
‘In de namiddag. Inderdaad. Passons, Mr. Darr, Houdt dit werkelijk in dat...’
‘Ik vrees,’ zei de tengere man, ‘dat het een zware slag moet zijn, maar inderdaad lijkt het me duidelijk dat Ciras jouw papieren getekend heeft zonder ruggespraak met het Comité. Ik neem aan dat je hem wijselijk maar niet gezegd hebt, dat het om uraanpekblende ging. Het zal wel iets schuldelozers geweest zijn, als olie of bauxiet. Hij zal gedacht hebben, dat hij er het wel bij het Comité door kon drukken, gretig als hij was op de wapens en andere kleinigheden die jij hem in ruil voor Naghaltan beloofde. Serge was altijd een groothandelaar in nog niet ontvangen berenhuiden - al neem ik ditmaal grif aan, dat het Revolutionnair Comité z'n besluit van harte had toegejuicht, indien ze er mee op de hoogte was geweest. Maar daar ligt nu juist de clou van de hele zaak: Ze wérden nooit op de hoogte gesteld, omdat het stomme toeval wilde, dat Kolonel Ciras door Decan verkocht, verraden en gevangen gezet werd, vóór hij het kon mededelen. In al hun onschuld garandeerden zij Prinses Ferinah dus de onvervreemdbaarheid van al haar eigendommen, en hieven daarmee, ongewild en ongeweten, Ciras' besluit inzake Naghaltan op. Het spijt me verschrikkelijk, maar ik vrees, dat je nooit met emmertjes uraanpekerts zult venten, Hector. Die concessie, waar je zo bloedig voor geïntrigeerd hebt, is waardeloos; tenzij je op
| |
| |
de onbeschreven achterzijde van het papier een onsterfelijke treurmars componeert. Het moet een zware slag voor je zijn,’ zei Mr. Darr op een toon, die aanzienlijk meewariger was dan z'n nauw bedwongen glimlach. ‘Een heel zware slag...’
Doch hoe zwaar de slag voor Algamemnon ook mocht zijn, zij werd in hevigheid nog vele malen overtroffen door de donderende explosie, welke plotseling op de voorzijde van het oude huis aanrolde als een vloedgolf van alles vernietigend geweld, dat het gebouw deed sidderen, alsof het door een kolossale stormram gerammeid werd...!
| |
III
‘De buitendeur!’
Mr. Darr herstelde zich vele eeuwigheden eerder dan de anderen, en terwijl hij met twee kolossale sprongen de gang bereikte, vervloekte hij z'n zorgeloosheid met gruwzame bitterheid. Er was herhaaldelijk gewaarschuwd dat Paul's mannen een stormloop voorbereidden. Desalniettemin had hij zich niet van de gesprekken los kunnen rukken om al z'n aandacht aan dit nieuwe probleem te geven, gefascineerd als hij was door de vonkenschietende snelheid, waarmee de raadselachtige geschiedenis die zich gedurende de laatste minuten naar z'n oplossing spoedde. Thans kwamen Noodlot en Dood, broederlijk tezamen, de rekening presenteren voor die laatste - verloren - minuten...
In de gang woei een golf van gerucht hem tegen. Uit de lichte stofwolken, welke de gehele hall doorwolkten, doch waardoorheen hij vaag een groot,
| |
| |
hoekig gat onderscheidde op de plaats, waar de deur geweest was, knetterden schoten. Donkere gestalten, verdoemde zielen in een inferno van stof, vuur en puin, woelden daar vaag dooreen. Tot z'n mateloze opluchting raasde het koortsige gehamer van een automatisch wapen plotseling scherp uit die chaotische warreling van geluiden. Morton was blijkbaar ongedeerd door de ontploffing waarmee Paul's mannen de deur opbliezen, te voorschijn gekomen, en verdedigde de bres verbeten. Maar hoe lang hij dat nog vol kon houden...
‘Uiteindelijk schijnt het van weinig belang te zijn wie nu precies recht heeft op de Naghaltan-concessie.’ De zware gestalte van Algamemnon schoof naast hem. ‘Dit lijkt op het einde, Mr. Darr...’
‘Ik vrees het,’ zei een zeer sombere Mr. Darr!
Tevergeefs spande hij z'n hersens in tot het uiterste om een uitweg te vinden. De weerstand, die de aanvallers thans nog belette het huis verder binnen te dringen, was te onbetekenend om hen lang tegen te houden. Hij durfde er een eed op te doen dat zij thans reeds koortsachtig bezig waren hun mitrailleur zo te verplaatsen dat het wapen de hall bestreek. En dan...
Een hand raakte zijn arm aan. Meteen klonk Koscha's nerveuze stem dicht aan zijn oor, schreeuwend om zich boven het geweld verstaanbaar te maken: ‘Gwynn! Vlug! Kunnen we hen nog een paar minuten tegenhouden...?’
‘Hoezo!’ Mr. Darr wendde zich opgewonden om. ‘Zie je nog ergens een gaatje?’
De stem van de revolutionnair werd verbrokkeld door het helse rumoer. ‘... geen tijd... uitleggen...! Algamemnon... tegenhouden... kom mee!’ Hij trok
| |
| |
Darr de kamer weer in, tegelijkertijd de dikke man met een driftig handgebaar bevelend zich bij Philip Morton te voegen, en het fort mede te verdedigen. Algamemnon gehoorzaamde met zeldzame gedweeheid, maar Darr had geen tijd om zich daarover te verbijsteren, want reeds had Koscha de deur dichtgetrapt, zodat alle geluiden daarbuiten vervaagden, en sleurde hem jachtig mee naar de wapenbergplaats. Het meisje, dat nog steeds naast Julius Decan stond, maakte een beweging of zij angstig op de tengere man toe wilde komen, maar Koscha's gejaagd optreden weerhield haar daarvan.
‘Weet je iets van electriciteit af, Gwynn?’
‘Ik kan electrisch brood roosteren. Alles wat verder gaat is een wonder voor me. Wat ben je van plan?’
‘Er ligt hier genoeg dynamiet om het gehele gebouw de lucht in te blazen. De kelder is daarbij zo stevig, dat we er tijdens de ontploffing nagenoeg veilig in zijn. Als we...’
‘... Ik begrijp je. Wij allemaal in de kelder en als Paul's heirscharen triomfantelijk binnen stormen: ... Boem! Maar hoe wil je dat klaarspelen.’
Ioch begon opgewonden de pakken springstof in de bergplaats te duwen. ‘De Beweging heeft indertijd maatregelen genomen om dit huis desgewenst op te blazen. Vroeger bewaarden we hier een archief, dat nooit in verkeerde handen mocht vallen, begrijp je. De installatie daarvoor is er nog. De electrisch te ontsteken springpatronen eveneens. Het is in een paar seconden aan te sluiten op het electrisch net.’
Mr. Darr zei koel. ‘En zodra je die springpatroon aansluit vlieg je zelf aan het hoofd van de hele lading door het plafond. Misschien ben ik een sentimentele
| |
| |
oude man, maar het trekt me weinig om in de kelder op jouw zelfmoord te wachten.’
‘Dat hoeft niet. Ik kan de stroom uitschakelen terwijl ik aansluit en pas op het laatste ogenblik, als alles klaar is en ik de bergplaats reeds gesloten heb, het contact herstellen. Als jij in die tijd naar de hoofdschakelaar van dit huis rent, en alle stroom uitschakelt, gebeurt mij niets! Met de hoofdschakelaar kunnen we dan later de lading laten ontbranden! Allemachtig, Gwynn, ik weet ook wel dat het gevaarlijk is, maar anders gaan we er in ieder geval aan! Als jij nu maar zorgt dat die hoofdschakelaar uitgeschakeld is, komt het wel in orde. Laat de rest aan mij over.’
Mr. Darr aarzelde een ondeelbaar ogenblik. De intense opluchting, die hij voelde, vermengde zich met een sterke afschuw. Maar hij realiseerde zich met angstaanjagende zekerheid dat dit wanhopige risico hun enige kans was - een kans die op splinters van seconden rustte...!
‘Waar zit die hoofdschakelaar?’ vroeg hij haastig.
‘In de zijgang vlak naast de keldertrap. Schiet op, Gwynn!’
‘Ogenblik.’ Darr wenkte het meisje, dat met wijd opengesperde ogen had toegeluisterd. ‘Heb je gehoord waar die schakelaar zit, Anne-Claire? Zie je kans om die binnen drie minuten te bereiken en te doen wat Koscha gezegd heeft?’
‘Als jij het vraagt...!’
‘Dat is de ware toon voor een huwelijk,’ zei hij luchtig. ‘Vlieg!’ Maar zij heeft nimmer geweten wat er in hem omging toen hij de deur snel achter haar verdwijnend figuurtje sloot. Zij was de enige die nog beschikbaar was. Maar hoe gering was de troost
| |
| |
van een dergelijke, koel-tactische overdenking, nu hij zijn Dame wegzond door een gang, die elk ogenblik door de mitrailleur bestreken kon worden.
‘Waarom laat je haar gaan?’ vroeg Koscha scherp, een paar draden aan elkaar verbindend.
‘Moeten Algamemnon en Morton dan niet gewaarschuwd worden! En de mannen op de bovenverdieping! Er is niemand anders! Ik stuur haar liever naar de achterzijde, dan haar door het vuurgevecht bij de deur laat kuieren! Beter, dat ik dat zelf opknap. Anne-Claire kan net zo goed die hoofdschakelaar bedienen als ik.’ Darr liep op de deur toe. ‘Neem Julius onder je arm wanneer je naar de kelder rent, wil je? En denk om het plafond! Tot straks, broeder.’
Hij haastte zich naar buiten.
Aan de voorzijde van het huis werd nog steeds druk gevochten. Alvorens de ronddwarrelende stofwolken, welke de ontploffing bij de deur had opgejaagd, manmoedig binnen te duiken wierp hij een snelle blik naar de achterzijde van de gang. Even meende hij een rank silhouetje in de verte, bij de trapopening, die naar de kelder voerde, te zien bewegen, maar in het dompige licht was het onmogelijk veel te zien, en zijn gedachten hielden zich dan ook vol sombere onrust met Anne-Claire bezig, terwijl hij behoedzaam langs de muur in de richting van het schieten schoof.
Het verwonderde hem dat hij het geratel van de tommy-gun niet meer hoorde. Inwendig vervloekte hij de stofmist, die het hem onmogelijk maakte de scène te overzien. Hij haastte zich verder.
Zo zag Philip Morton hem een ogenblik later uit de stofwolken opduiken; een tengere spookverschij- | |
| |
ning met een Smith & Wesson in de aanslag. Hij wierp hem een verbaasde blik toe.
Maar zijn verwondering kon onmogelijk groter zijn dan die van Mr. Darr zelf. De Engelsman had zich aan de voet van de trap teruggetrokken, waar een uitspringende hoek dekking verschafte. Enkele mannen zeulden vagelijk met wapens aan de bovenzijde van de trap. Maar hoewel bij de deur het schieten geen ogenblik staakte, lag Morton's tommy-gun waakzaam, maar werkeloos in de bocht van diens arm, en ook geen der anderen vuurde een schot af.
‘Staken jullie voor loonsverhoging?’ informeerde Darr sceptisch.
De Engelsman grijnsde wolfachtig.
‘Het is nog mooier! Luister naar die schoten! Paul's jongens worden op het ogenblik in de rug aangevallen, en een klein vogeltje heeft me ingefluisterd, dat het wel eens de Revolutionnairen konden zijn, die hen omsingeld hebben. Ze hebben geen tijd meer voor ons, old boy. Blij toe! Ik dacht, dat we de weg van alle vlees zouden gaan, toen ze die handgranaten tegen de deur smeten. Wat kom je doen?’
‘Waar is Algamemnon?’ De tengere man wierp een zoekende blik om zich heen. De zwaarlijvige financier was in geen velden of wegen te zien.
‘Weg om poolshoogte te nemen, naar het schijnt.’
Mr. Darr hoorde hem nauwelijks. Zijn gedachten raasden wild naar hun hoogste toerental. Als daar buiten de Revolutionnairen werkelijk een poging deden om hen te ontzetten, veranderde alles. Het gehele wanhopige plan van Koscha, om het gebouw op te blazen, werd daarmee losgesneden van iedere noodzakelijkheid, concludeerde hij met diepe opluch- | |
| |
ting. Maar dwars door die opluchting heen flitste vaag het rode signaal: Onveilig. Iets diep in hem, dat hij noch begrijpen, noch verklaren kon, waarschuwde hem heftig en met grote aandrang, dat er iets niet klopte; dat er, diep onder de oppervlakte, gevaar broeide en hij er goed aan deed tot het uiterste op zijn qui vive te zijn. Ergens sloot een schakel niet volledig. Maar waar...?
De dreigende sensatie van naderend onheil groeide in nauwelijks een tiende seconde in hem. Hij worstelde er nog mee, trachtend het voor zichzelf te verklaren, toen hij een massieve vorm uit het nu allengs optrekkende stof zag opkomen. Een ogenblik later manifesteerde de verschijning Algamemnon zich voor hem.
‘Alles in orde, Philip?’ Hij kreeg nu eerst Darr in het oog. ‘Ah...’ Een lichtelijk verwonderend knikje. ‘Hebt U reeds ontdekt, dat de situatie zich merkwaardig snel gewijzigd heeft, Mr. Darr? Paul is door de Revolutionnairen ingesloten.’
‘En waar,’ zei Mr. Darr, met onaangename koelheid, ‘kom jij vandaan, Hector, dat je dat allemaal zo goed weet?’
‘Ik heb geen bezwaar om het U mede te delen. Inderdaad, ik kom van Zijne Hoogheid persoonlijk. Wij hadden een kort, maar interessant gesprek. Men vertelt dat U over veel fantasie beschikt, Mr. Darr, waarschijnlijk behoef ik U dus weinig méér te verduidelijken...?’
En Mr. Darr begreep...
Hij begreep het met een schok, die alle redelijkheid terzijde drong en de geestelijke noodsignalen schroeiend heet deed oplichten. Tot alles samendrong in de blinde drift, waarmee hij op de dikke man toeschoot,
| |
| |
z'n Smith & Wesson met een ruk omhoog brengend.
‘Jou schoft...! Je hebt ons verkocht aan die...!’
Het grote pistool stokte in het midden van de opwaartse beweging. Op hetzelfde moment flikkerden de lichten en doofden langzaam. Ferinah had haar opdracht uitgevoerd. Maar het valt te betwijfelen of Mr. Darr dit ooit besefte. Want de enkele slag in de nek, die Morton hem bliksemsnel toebracht, deed hem omlaag duizelen door een duisternis, welke degene, die thans het oude huis vulde, duizenden malen in intensiteit overtrof. En het laatste wat van zeer, zeer ver, als aangespoeld op verre echo's tot hem doordrong, terwijl hij met een gesmoorde kreet ineenzakte, was Algamemnon's zachte stem: ‘Nu de concessie van Ciras waardeloos blijkt te zijn kunt U het mij toch moeilijk euvel duiden, dat ik de tegenpartij steun, niet waar, Mr. Darr...!’
|
|