Gedichten. Deel 2(1685)–Joannis Antonides van der Goes– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Op het graf. RUst hier Antonides, der dichtren praal, die 't Y Deê stilstaan op de galm van zijne Poëzy, Daar de Amstel, door 't geluit van zijne snaar bevangen, Verbaast, aan vonden, taal, en geestigheên bleef hangen? Neen, Wandelaar, hier rust hy niet; het doode lijf Des grooten mans heeft slechs dees grafsteê tot verblijf; Hy leeft aan de Ystroom, daar hy zweevende op de baren, Onsterffelijk in roem, den aardkloot om zal varen. Jan Bredenburg. Vorige Volgende