Gedichten. Deel 2(1685)–Joannis Antonides van der Goes– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Marsyas, satyr. Aen Joan Pluimer. PLuimer, die van yver blaekt, Om den zangberg op te streven, En reets, loflijk voortgedreven, Zijt tot zulk een top geraekt, Dat gy als een Adelaer, Op uw pennen voort gaet strijken, En, ontziende geen gevaer, Andre voglen na laet kijken. 'k Durf my vleien dat mijn dicht U niet zal geheel mishagen, Schoon 't niet kon de toets verdragen Van uw oordeel en gezicht. [pagina 235] [p. 235] Al wat aen de konst ontbreekt Zal de vrientschap liht volmaken, Die altijt ten besten spreekt, Schuw van lasteren en laken. 't was mijn tijtverdrijf op 't lant. 'k Stel het nu in uwe hant, Vorige Volgende