Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 2 (1685)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 2
Afbeelding van Gedichten. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.71 MB)

Scans (120.00 MB)

ebook (3.58 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Editeur

Anthony Jansen



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 2

(1685)–Joannis Antonides van der Goes–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 117]
[p. 117]

Ter bruilofte van Dionys vander Schuuren, en Anna Marie Lups.

Felices ter, & amplius
Quos irrupta tenet Copula. Nec. &c.
Horat.
 
DE noit verzaede Tijt, die 't alles kan verteren,
 
Spilt, op de ware min, vergeefs zijn taeje kracht.
 
Ik zal van Pafoswicht, noch vlugge Duiveveren
 
Niet reppen. Ik veracht kupidoos groote magt
 
'K spreek van geen Liefde, die uit geilheit voortgesproten,
 
Wiert met het masker, van vrouw Venus wil bedekt.
 
Maer huwlijxminne, die van boven ingegoten
 
Een kuisch geliefde Maegt, tot wedermin verwekt.
 
Die houd vrymoedig stant, en tart het spits der eeuwen.
 
Op zulken Liefde rust de gantsche wereltkloot:
 
Die toomt het toomloos Ros, en aengehitste Leeuwen.
 
Den Tiger, hoe verwoet valt in zijn Egaes schoot.
 
Het boschzwijn, voelt zich ook genoopt van liefdesporen,
 
Wanneer 't in kreupelbosch zijn weêrpartuur verzelt.
 
De Ringduif doet haer kracht door trekkebekken hooren.
 
De norse Stier buigt zelfs zijn nek voor haer gewelt.
 
In 't yzich Scytïe, wert ook haer vier gevonden:
 
En, daer de Russ', in 't bont, van winterkouw verstijft.
 
De wijngaert, als hy aen den ollem wort gebonden,
 
Groeit weeliger, dan als hy ongevlochten, blijft.
 
De bant, die twee in een, onscheidlijk, komt te strengelen,
 
En zamen hecht als met een diamante knoop.
[pagina 118]
[p. 118]
 
Pleeg, veeltijts, nut met zoet, en goet met roet te mengelen.
 
Veranderlijk, door een naturelijk beloop.
 
Die onverbreekbre bant, verbint ook Van der Schuuren,
 
Aen zijn beminde Lups. geen dartle minnelust
 
Bestookt haer boezem, neen! die kan niet blijven duuren.
 
De Liefde, uit dartelheit geteelt wort haest geblust.
 
Een reine vlamme, van d'Almachtige ingegeven,
 
Maekt hem tot Bruidegom, en haer tot zijne Bruit.
 
Soo vallen zy de Min, waerdoor wy alle leven,
 
Vrywilliglijk te voete, en volgen haer besluit!
 
Nu kan hy, wel vernoegt, zijn halfgewaekte nachten,
 
De liefdetochten, en de zorg van zijn gemoet
 
Herhalen met zijn Lups, in vrolijke gedachten.
 
Voorlede zwaricheit t'erinneren, valt zoet.
 
Ik wensche, dat haer God bedaeuwe met zijn zegen,
 
Dat haer de Vrede, die de huwlijxstaet volmaekt,
 
Bestrale met haer glans, geen huiskrakkeel bewege
 
Haer boezemen tot haet, die wort van elk gewraekt.
 
Haer Ziel zy wederzijts vervult met Liefdevonken.
 
Zoo zie ik binnen 't jaer de vruchten van haer Trouw!
 
Een spruit, die met een lach zijn grotevaêr belonke,
 
En aen zijn ouderen een vreugt zy in haer rouw,
 
Die zich al vroeg gewent, de heirbaen op te streven
 
Die na de deugden leit. die offre hy zijn Min.
 
Dat dan haer vordre tijt, die zy gehuwt beleven,
 
Haer steets zoo zoet zy, als haer huwelijx begin.
Turba ruunt, & Hymen clamant, Hymen ea frequentant cinctáque adest Virgo &c.

Zang: Lalande.

I.
 
LIefde, gesproten
 
Uit een oogbekoorlijkheit,
[pagina 119]
[p. 119]
 
Wort weer daedlijk omgestoten
 
Als haer oorspronk nederleit,
 
Maer die, voortgeteelt uit deugt,
 
Op den middagstont der Jeugt,
 
Van de Minnaer wort genoten,
 
Is de ware huwlijxvreugt.
II.
 
Die niet wilt Paren,
 
En met Katoos barsch gezicht,
 
Venus in haer Schilt durft varen,
 
Die geen huwlijxhaters zwigt,
 
Zie eens hoe de Bruiloftslast
 
Aen Verschuure en 't Bruitje past.
 
Hoe zy nu geen vreugden sparen
 
Want de Min heeft haer verrast.
III.
 
Bruiloftsgenooden,
 
Die al meé de Minnepijl,
 
Meerendeels niet zijt ontvloden,
 
Kom verheug u voor een wijl,
 
By gepijnde voegt gequijn.
 
Vrolijkheit by Bruiloftswijn.
 
Niemant is om rouw' ontboden:
 
Maer om wel verheugt te zijn.
IV.
 
Wie durft vertragen?
 
Nu hem Lups de voortogt maekt?
 
Als Apol begint t'ontdagen,
 
Vliet het al dat nevel maekt.
 
Nu de Bruit de rouw verzet
 
Volg haer yder op die tret.
 
Maer ik durf geen praet meer wagen,
 
Want de Bruigom wil nae Bed.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken