Vietnam
Molenaar Johnson...
Wat geldt voor Zuid-Afrika, gaat ook op voor Vietnam. Protesteren helpt. Zelden werd wereldwijd zo aanhoudend achter spandoeken aan gescandeerd als tegen de Amerikaanse interventie in het Zuidoostaziatisch land. De eerste oorlog die de machtigste natie ter wereld verliezen zou, duurde van halverwege de jaren zestig tot medio jaren zeventig. De nederlaag was smadelijk. Beelden van de laatste Yanks die zich letterlijk hals over kop uit Saigon wegscheren, zullen beklijven. De Amerikaanse afgang had veel te maken met het opspelende universele geweten. En toen de mensheid geneigd was zich bij de ontoelaatbare overval neer te leggen, schetste gal - Louis-Paul Boon indachtig - die mensheid (in badpak) in de zomer van 1972 opnieuw een geweten.
Nog uit die periode: de honden Mao en Russisch premier Kosygin bevechten elkaars invloedssfeer in Vietnam. De Amerikaan Johnson gaat er met het begeerde been vandoor. Onderaan torst president Lyndon Johnson als een Atlas de planeet, in balans gehouden door het Vrijheidsbeeld aan de ene kant en een stapel Vietnamese en Amerikaanse lijken aan de andere kant. De Nederlandse demonstranten mochten van de rechter een bevriend staatshoofd publiekelijk geen ‘moordenaar’ noemen, dus riep de massa: ‘Johnson, molenaar, handen-af-van-Vietnam!’