Uit het hart!
(1874)–Gentil Antheunis– Auteursrechtvrij
[pagina 213]
| |
[pagina 214]
| |
Is Hij geboren
In eenen stal,
De God, de meester van 't heelal,
Van eene Maged uitverkoren.
Dáarom vereenigt hart en stem
In Betlehem.
kinderen.
O kindje lief, o kindekijn!
Komt gij hier ook ons broerke zijn?
Ons moeder heeft ons reeds geleerd
Dat men uw heil'gen naam vereert;
Dat boven de heem'len uw glorie zweeft
En de engel voor uw aanschijn beeft.
Maar neen! ge lacht zoo gul en blij,
Gij hebt een moeder, zoo als wij.
Niet waar, ge wilt ons broerke zijn,
O kindje lief, o kindekijn?
| |
[pagina 215]
| |
engelen.
O kindren, juicht nu blij en luid,
En steekt nu beide uw handjes uit;
De Goedheid dauwt van boven.
Des kindes bescherming is na;
Een kind brengt den kinde genâ.
Halleluja!
vrouwen.
O God verlosser! maar neen, maar neen!
Wij hooren uw klagen en uw geween;
Gij zijt een kind, hebt koû en dorst,
Een vrouwe laaft u aan haar borst.
'k Ben vrouw en moeder zoo als zij;
Verlos ons van de slavernij,
| |
[pagina 216]
| |
En als uw moeder u laaft en kust,
En als uw moeder in slaap u sust,
Vergeet niet dat wij moeders zijn,
O kindje lief, o kindekijn.
engelen.
O vrouwen, moeders, weest getroost,
En vreest voor u noch voor uw kroost,
De Liefde dauwt van boven.
Der vrouwen ontslaving is na!
Een vrouw brengt den vrouwen genâ,
Halleluja!
mannen.
O God! maar neen! gij zijt ook mensch;
Aanhoor ons klacht, vervul ons wensch.
| |
[pagina 217]
| |
Hieronder, in dit tranendal,
Ge ziet, 't is duister overal.
De mensch is met verstand begaafd,
En toch hij twijfelt en werkt en slaaft.
Wij trachten naar vrijheid, naar rust en licht.
Gij komt tot ons als mensch, als wicht;
O kind, aanhoor eens vaders beê;
O mensch, geef aan de menschen vreê.
engelen.
O Mannen! heft het hoofd nu vrij,
En schudt het juk der slavernij,
De Vrijheid dauwt van boven.
Der menschen verlossing is na;
Een mensch brengt den menschen genâ,
Halleluja!
| |
[pagina 218]
| |
slotkoor.
Halleluja!
In excelsis gloria!
De Heiland is geboren
Van eene Maged uitverkoren.
Voor kindren rijst bescherming op;
Een vrouw verplet den slangenkop;
Het licht straalt door het duister,
De liefde breekt band en kluister.
Wij hebben 't gehoord; 't is Godes stem:
‘De Heiland is geboren,
Van eene maged uitverkoren
In Betlehem!’
|
|