Uit het hart!
(1874)–Gentil Antheunis– Auteursrechtvrij
[pagina 181]
| |
[pagina 182]
| |
Geen afgunst heeft mij ooit benijd,
Geen laster ooit belaân;
Gods wereld is zoo groot en wijd,
'k Laat ieder gaan en staan.
En is vandaag de hemel grauw,
Ik vind hem morgen weder blauw.
En daarom sta ik hoed noch staf
Voor koningskroon of schepter af.
Wat baat mij rang en kleederpracht,
Wat baat mij roem en eer?
Als mijn herd'rinne mij maar acht,
Wat wil, wat wensch ik meer?
Ik kus mijn kind zoo rozig blond,
Ik kus mijn vrouw zoo mollig rond.
En daarom sta ik hoed noch staf
Voor koningskroon of schepter af.
| |
[pagina 183]
| |
'k Heb zon en licht, 'k hoor 't voog'lenlied,
'k Heb 't gras zoo zacht als dons;
De wind ruischt 's nachts door 't ranke riet,
De ster waakt boven ons.
Een koele dronk, een bete brood
Voorzien in onzen levensnood.
En daarom sta ik hoed noch staf
Voor koningskroon of schepter af.
Ik heb mijn jaren niet geteld;
Mijn vrouw blijft altijd schoon,
En valt de sneeuw en dekt het veld,
Ik heb een kleine woon;
En naakt mij in het eind' de dood,
Ik ken geen vrees, ik heb geen nood.
En daarom sta ik hoed noch staf
Voor koningskroon of schepter af.
Muziek verschenen in de Zweep. |
|